En al

En al

U heeft graag onverwachte wendingen?

Neemt u een kind. Echt. Onverwachte wendingen galore.

Neem nu vandaag: ik stond in de bloemenwinkel, snel nog een kleinigheid halen voor de verjaardag van Mayonaise. Daarna zou ik de dochter afhalen, haar naar mijn ouders brengen en vervolgens naar Brussel rijden met klijn en de gringos, voor een opname van zvdz. En daarna zou er een stapje gezet worden, wegens voorgenoemde verjaardag, en gewoon algemeen “we hebben allemaal een babysit, dus we gaan op café”. En toen ging de telefoon en zag ik de naam van de onthaalmoeder op het scherm.

Anderhalf uur later zat ik niet in de auto, maar in de wachtzaal van meneer dokteur. Met een koortsig en hangerig kindje op mijn schoot. Alle beschikbare plop-boekjes waren uitgelezen en de dochter had het helemaal gehad met wachten. Luchtwegeninfectie, zo was het verdict, nog even later. Zielig schaapke, zo was mijn diagnose. Iedereen afgebeld, snel nog boterhammen gegeten bij mijn ouders en dan (met de ouderlijke assistentie, waarvoor dank alweer) naar huis. Kindeken medicamenten, kindeken in bed.

Onverwachte wendingen. Ik zei het al.

En al

Hallo, ge zijt misschien een beetje oud. Allez, niet echt. Maar toch niet piep meer.

Het zou kunnen zijn dat u me binnenkort niet meer herkent, op straat. En dat ik de personeelstoiletten op school niet meer mag gebruiken. Zou kunnen. En dat zit zo.

Hallo, ik ben A., stond er in de mail, de nieuwe collega op de reclame-regie. Ik wist dat, dat ze daar een nieuwe collega zochten, en ook dat het bij voorkeur een vrouwmens moest zijn. In het verleden zijn er namelijk toch al een paar acties geweest waarvan het manvolk ten kantore het toch wat vreemd vonden om me aan te spreken. Zoals die keer dat Stefan mij moest mailen om te vragen of ik feitelijk wel eens mijn haar van mijn benen deed. Can you spell awkward? Ow yes.

Een nieuwe vrouw dus, en die mailde me nu. Ik vertoef al lang genoeg op het internet om de bui keihard te voelen hangen, ik hoef u dat vast niet uit te leggen. En ik had gelijk, want de lieve A. (die daar overigens niks aan kan doen), vroeg of ik geïnteresseerd was in het uittesten van een huidproductje. Een crème van Biotherm tegen huidveroudering.

Ocharm, dacht ik. Die mannen durven niet zeggen dat ik oud word, dus moet dat meiske het doen. Ik stuurde een mailtje terug dat ik dat niet netjes vond van de heren en A. liet me weten dat het niet beledigend bedoeld was, maar dat men op zoek was naar vrouwen die niet tot de groep van de piepjonge beautyblogsters behoren.

And there you have it. Ik ben niet meer piep. U wist dat, ik wist dat, maar we hebben het allemaal een beetje naast ons neergelegd, nietwaar? Het is enkel zuchtend dat ik de feiten erken, maar het onoverkomelijke onder ogen ziend heb ik toegezegd. Vanaf morgen smeer ik dus Biotherm Skin Vivio, waarover men zegt “maakt komaf met tekenen van veroudering, een oneffen textuur en een onregelmatige teint en maakt het gezicht opnieuw zichtbaar en stralend jong.” Hiep hoera for that, natuurlijk, want een stralend gezicht past uitstekend bij mijn zonnige karakter.

Als u ook niet meer piep bent en dat wel weer wil zijn: doet mee aan hun actie, en win een jaar gratis smeersel. Kunnen we binnenkort misschien samen eens uitgaan in de overpoort.

En al

De inhoud.

Een wijvenblog, dat is het hier. U weet dat al jaren, en toch blijft u komen. U zal het me dan ook niet kwalijk nemen, ongetwijfeld, dat ik serieuze onderwerpen hou voor een avond waarop mijn ogen geen pijn doen van het schermstaren en mijn schouder iets minder verrokken is dan nu (ik heb het kind met de nodige zwier op de arm genomen, en haar elf kilo weeral eens schroomlijk onderschat). Neen, vanavond nemen wij onze toevlucht tot het simpelste aller wijvenposts: men kiepert de handtas uit en mijn schrijft over de inhoud. Ik doe dat niet zomaar, natuurlijk, ik doe dat omdat zij het vraagt en omdat ik daar in het Ieperse iets goed te maken heb. Iets met kooklessen en mijn te drukke schema en uitgebreide excuses die aan de orde zijn. Het is een lang verhaal, maar in het voorjaar worden wij echtig oprechtig vegetarische Nigella’s en dan hoort u er meer over. Beloofd.

Aniehoew. De sjakosh dus. Eerst en vooral: dat is deze, en man ze is mooi. Pieces is echt een fijn merk, voor al uw accessoires, en we weten allemaal: een meiske heeft nooit handtassen genoeg.
De inhoud ziet u hier. Ik heb wel de kruimels van de koeken weggedaan, net als de gebruikte papieren zakdoekskes. Because i am a clean girl, at least on the interwebs.

Day 216 - wat zit er in de sjakosh.

U ziet, vanboven links te beginnen, mijn geliefde Moleskine. Hetzelfde formaat als alle vorige geliefde Moleskines, die allemaal netjes op een rij in mijn boekenkast staan. Ik kan niet leven zonder mijn boekske, en schrijf er alles in: weekmenu’s, boodschappenlijsten, telefoonnummers, meningen (moet ik er dringend eens wat minder van nemen), vergaderverslagen, to do’s, lesvoorbereidingen,…alles zo door elkaar dat het alleen voor mij te begrijpen valt. Wat niet erg is, want u heeft daar toch niks aan, nietwaar.

Daarnaast ziet u mijn ook al fantastische grote-mevrouwen-portemonee-in-kleine-meisjes-kleur. Vervolgens een kaartje waarop een emailadres gekrabbeld staat van iemand waarmee ik nog grootse plannen heb, de komende jaren. Ik mail u, A.

Verder in de tas: de bewijzen van het moederschap. Een pamper (verlaat nooit het huis zonder, of ge krijgt spijt en ge staat met een stinkende peuter aan te schuiven in een marginale GB om er toch rap te kopen) Zakdoekjes. Fysiologisch water voor zand in de oogskes en snot in de neus. Een half zakje koeken, en een zakje met rozijnen voor de filemomenten, de lastige ogenblikken en de troost. Als zij ze niet wil, eet ik ze zelf op, natuurlijk. Een strip dafalgans. Die zijn voor mij, maar ze hebben wel degelijk met het moederschap (en de schouder) te maken.

De derde categorie is het bewijs van enige professionele bezigheid. Een whiteboardstift. Stylo’s van mijn school. Een fluostift om afwezigen te markeren op de lijst. Twee USB-sticks ook, met lesmateriaal.

Tot slot ben ik natuurlijk ook een mevrouw. Dat moet wel want ik heb een tubeke handcreme en een tubeke haarproduct bij mij. Aha.

En bij u? Wat zit erin?

Update. Ik was mijn marlboro’s vergeten vermelden. Maar dat komt omdat ik binnenkort ga stoppen. Echt.

En al

Engelbewaarder, pt 2.

Oeh, flikken, dacht ik. In Gent is dat niet eens denigrerend als ge dat denkt, want de politie dat zijn gewoon de flikken, dat weet iedereen sinds die serie waar iedereen Antwerps sprak en niemand Dampuurte correct kon uitspreken. Maar oeh, flikken, dus. En vervolgens: oei, hysterisch huilend meiske op een stoel. En daarna: verward uitziende mevrouw, druk bellende tankstationbaas, bleek weggetrokken V. achter de toonbank.

Bleek dat mijn tankstation, waar ik snelsnel een pakket kwam afhalen van de Kialavrienden, even voorheen overvallen was, zeg. Geen buit, zei V. (die er bijna altijd staat op weekdagen, en bij wie ik mijn pas niet meer moet tonen om mijn pakket te krijgen, en die mijn dochter spekken geeft). Maar het huilende meiske, dat was de nieuwe medewerkster. Eerste dag alleen in het tankstation vandaag, beetje over haar toeren.

Er kwam een tweede politiewagen aangereden, en de baas vroeg via de telefoon bewakingsbeelden op. Veel courage, fluisterde ik. En terwijl ik naar de auto waar lief en kind wachtten terugliep, dankte ik mijn engelbewaarder voor het treuzelen met het fruit, die middag.

En al

Fresia’s.

Neem die. Mijn mama haar lievelingsbloemen, vroeger. Fresia’s zijn mooi en wit, en dat riekt goed.
(Hij kijkt bedenkelijk en ik zie hem proberen de geur op te vangen.)
Die niet, Tom, ze zijn nog toe. Ruik eens aan die daar. (ik wijs op een boeket waar de bloemen openstaan)

Ja, riekt maar nen keer, treedt de bloemenvrouw mij bij. En de bloemenman: goh, jong, als die openkomen, dan riekt heel uw huis daarnaar. Ik ben eens met een volledige camionette vol fresia’s naar huis moeten komen van de veiling en dat was in den tijd dat ik nog geen camionette had die was afgesloten, dus heel die geur hing overal en jongens jongens jongens ik werd daar helegans ongemakkelijk blablablablabla.

(Ik zie hem synchroon met mijn verloofde terugdeinzen en weet dat ze allebei proberen in te schatten wat de snelste ontsnappingsroute is.)

Twee pakken fresia’s, zeg ik. En ik geef hem een van de twee. Anders heeft ze straks geen bloemen. Of gele.