En al

En al internet

Ja euhm welkom en al.

Zo. Wel. Euhm.

*zwijgt*

U bent opeens wel met heel veel zeg. En allemaal hier gekomen met die linkjes overal. Dat is mooi en ik ben zeer geflatteerd. Maar het is tegelijkertijd lang geleden dat ik nog zo schrik had van mijn eigen virtueel erf, feitelijk.

Want normaal gezien kennen wij elkaar, mijn lezers en ik. Vaak al jaren, en dat scheelt een eind. Ze weten bijvoorbeeld dat ik al eens durf te razen, en ik stel me voor dat ze dan even met hun ogen rollen achter hun pc en dat het dan weer over is.
De volgende dag schrijf ik dan over mijn dochter die pipi in de broek doet. Zo gaat dat hier.

Allez, niet dat u niet welgekomen bent, natuurlijk. Zet u, drinkt iets, neem een koekske.
Maar stel er u nu ook niet te veel van voor, wat betreft die meningen. Want ik heb ze wel, maar ze zijn in het echt meestal een pak voorzichtiger.
En behalve meningen heb ik ook een kind, een verbouwing, een job en de drang om de dingen die ik kook, zie, doe, denk en voel online te zetten. Dat u het weet: het is hier eigenlijk een wijvenblog, zo wordt gezegd, en u werd gelokt met een naar het schijnt Relevante Opinie. Hadden we u efkes goed liggen, zeg.

Enfin. Ik ben trouwens blij dat u commentaren geeft op dat stuk hieronder. Eens met elkaar discussiëren op een volwassen manier, dat is altijd een goed idee. Ik zal dan dit weekend ook eens meedoen, maar eerst moet ik examens afnemen en verbeteren. Ondertussen: blijf een beetje vriendelijk voor elkaar. Het is de website van de gazet niet.

Maar welkom. En mijn kleine is deze ochtend flink op haar potje geweest. Number one and number two.

En al

Ok. GO.

Drukdrukdruk, alhier, zoals traditioneel in januari. Ik corrigeer alsof mijn leven ervan afhangt, en ergens is dat ook zo, op voorwaarde dat u leven door job vervangt. En ondertussen hangt dat leven ook nog eens aaneen van de niet-te-vergeten wetenswaardigheden. Voor mijzelf dan, voor u is dat niet zo interessant.

– De dochter is hoegenaamd niet te spreken van het passeren van de wintervakantie. Drama deze ochtend, drama deze avond, en de mededeling voor het slapengaan dat ze morgen dan een beetje bij mij ging blijven. Mijn moederhart ligt in duizend stukskes op de vloer. Past op, trap er niet in, of ge begint ook te bloeden.
– Vandaag de tweede afspraak gehad met aannemersvolk, en die sympathieke mensen gaan ons dan volgende week laten weten hoeveel organen we op het internet dienen te verkopen om de afwerking van onze hoop bakstenen te bekostigen.
– In hetzelfde belangstellingscentrum: we gaan een tuin kopen. Geniale plaats ook, want aangrenzend aan ons huis. What are the odds.
– Tengevolge de twee voorgaande punten kunt u nu beginnen gokken hoeveel keer mijn facebookstatus de komende pakweg twee drie jaar zal zijn “i. heeft gewinkeld!”. Tip: het rijmt ironisch genoeg op gul.
– We hebben wel: nieuwe buren. Technisch gezien vier straten verder, maar toch. Ik ga daar niet over uitweiden, maar u kunt er bij hem haar alles over lezen.
– We hebben sinds vandaag ook een paar buren minder. Deze ochtend stond er een mini met blitse mannen in de straat, en een halfuurtje later een politiecombi. Vanavond bij het thuiskomen bleken de spandoeken weg en de poort hersteld en van nieuwe sloten voorzien. Vaarwel, gekke krakers, met jullie niet-gender-definierende feestjes en koffienamiddagen.

En nu weer werken voor school, zeg. Ge zijt mij al veel te lang aan het afleiden.

En al

Tine Brutsaert vermist.

Ik ken het meisje zelf niet persoonlijk, maar het is zo dichtbij dat ik niet anders kan dan ook hier een stukje zetten. Tine Brutsaert is vermist, sinds maandag al, in de buurt van het station. Een foto en beschrijving hier. Hou uw ogen open mensen, en verspreid dit bericht. Op uw blog, op uw twitter, op uw facebook.

En als u iets weet: 0800/30.300

En al

Merry christmas, lieverds.

Dat het vredig mag zijn, vandaag en morgen, voor u en de uwen. Met warmte, en liefde en onbezorgd gelach. Lichtjes in de kerstboom, en mensen uw u heen die ge graag ziet.

En taart. Ik hoop dat er taart is.

En al

And from thy sleep, then wake to weep.

Ik zeg maar iets. Het gruis van de steen die bij momenten in mijn maag zit en zo komt dat eruit.

Het zal ondertussen haast een jaar geleden zijn dat ik op een studiedag Paul Verhaeghe hoorde zeggen dat het neo-liberale denken niet alleen ons economisch systeem heeft overgenomen, maar ons hele denken. De hele manier waarop we als samenleving met onze kinderen, en met elkaar omgaan. Als ge het wilt, dan kunt ge het. Als het niet lukt, dan is het uw eigen schuld. Ge moet maar uw verantwoordelijkheid nemen. Ge moet maar beter uw best doen. Of een medicament pakken. Of een passende therapie doen. Los het op, en kom dan eens terug. Succes en falen, daar ging het over. Wat dat met kinderen doet, en met mensen. De ruwe hardheid van de wereld om ons heen.

Ik moet daar veel aan denken, sindsdien. Als ik de beginsituaties lees van mijn studenten die gaan observeren in klassen in de basisschool. Meldingen met allerlei labels naast een kwart van de namen. Als ik hoor over de zoveelste collega, vriendin, naaste die uitvalt. Burn-out, oververmoeid, inzinking. Hyperventileren. Angstaanval.
Als ik lees wat er geschreven wordt op de twitter en andere forums van deze wereld, als ik om me heen zie hoe iedereen vecht en worstelt voor zuurverdiende plaatsjes. Als ik voel hoe dat steeds meer weerstand bij mezelf creëert. En als ik dan bij de dokter zit, die me weer een doosje voorschrijft tegen de maagontsteking en zeg dat ik het kalmer moet doen.
Maar het gaat verder. Als ik over dat regeerakkoord lees. Als ik de verontwaardiging hoor over dat een fukking dienstencheque duurder wordt of een grote bedrijfswagen ons meer zal kosten. Met onze zuurverdiende centen, meneer, waar wij zo flink voor werken. En die 1 op 7 in armoede, die hebben het toch wel zelf een beetje gezocht, niet, de profiteurs.

Of als ik zie wat mensen op de facebooks schrijven over dat de algemene staking en betoging van deze week zo vreselijk onverantwoord is. Want wie protesteert er nu in tijden van crisis. Gedraag u volwassen, en doe eens wat beter uw best. Ik kan wel janken.

In een weekendbijlage, een paar weken geleden, stond een interview met een ouder van een pasgeboren jongske: “de wereld zal eisen dat mijn zoon nog flexibeler is dan wij, en ik ga hem daar van jongsaf voor wapenen. Hem leren dat hij zijn best moet doen, en zich makkelijk moet aanpassen.”
Ik ben daar een uur fysiek slecht van geweest. Omdat ik één iemand lees, maar tegelijk zo veel mensen, ook uit mijn directe omgeving. En dat ik daar zoveel schrik van heb.

Morgen zal ik weer vrolijkheid schrijven, of een recept, of iets weggeven. Maar vandaag lees ik Boontje. En denk ik aan het zoontje van johan janssens.