En al

En al

Ziekenboeg.

Het is zaterdag 9h. Plannen worden geschrapt, volle agenda’s instant leeggemaakt. Al wat daar voor nodig is, is een trillende dochter die haar ontbijt half verteerd op de parket deponeert.

En dan is er leegte en rust. Leegte die eigenlijk niet eens zo’n slecht idee blijkt: terwijl ze dut, haal ik eindelijk wat werk in. Terwijl ze in de zetel hangt, draait mijn lief was na was, en bladeren we in de weekendkrant. We drinken koffie, zij knabbelt op een craquotte en geeft die een half uur later terug aan de wereld. Dat is lief, maar het was niet nodig geweest

Ik zit in de zetel, lees verslagen en wrijf op haar rug. Ik leg het dekentje goed, breng haar een beker water met wat cola. En het besef dat het goedleggen van dekentjes en het kleine hapjes voedsel aanslepen het enige is wat ik moet dit weekend: het geeft plots adem.

Ziek zijn is voor niemand fijn, dat is waar. En zo’n kind dat verschillende keren per dag alles onderspuwt: aangenaam is dat niet. Maar dat weekends in de ziekenboeg mij zo rustig maken, doet mij peinzen dat ik toch weer eens wat dingen moet herdenken.

Ik schrijf het op mijn to do lijst.

En al

Bijna overdosis.

Deze week was kleuterweek.

Ik zag zeven verschillende klasjes, werd in totaal aan een 140-tal kleuters voorgesteld als “Juf i., mijn juf”.

Omdat ik er toen nog niet genoeg van had, ging ik op mijn stagebezoekvrije dag naar de schminkschool met de dochterklas. Vol kleuters, ja.

Kleuters zijn cool. Helemaal mijn ding. Maar ik ben toch wel blij met de stilte nu, zo alleen in mijn zetel. En vanmiddag vergaderen met alleen maar volwassen collega’s, dat was toch ook eens een verademing.

Happy weekend, y’all, en wees maandag extra lief voor de juffen en meesters van jullie koters, want dat is verdorie een drukke job, zeg.

En al

Februari 2014.

– … begon met zon, zwembad en rust. Een week Marrakech bij 25 graden, dat betekent energie van zon op uw vel en vermoeidheid van wandelen in de Atlas. Heerlijkheid.
– … was de maand waarin ik weer op volle kracht weer begon te werken en dat best meeviel. Gisteren zei iemand “ik merk dat je nog niet de 100% terug bent, zowel fysiek als mentaal.” en dat vat het goed samen. Ik schat dat ik op een 90% zit, maar na zes maand aan 150% kan ik daar mee leven.
– … was de maand waarin ik nog steeds pijn had, maar na een massage van een collega (maar kind, volgens mij is dat niet meer van uw longen, alles zit hier megavast) op zoek ging naar een andere oorzaak. Ik ga na twee keer per week naar de kine, en ik voel een heuse echte progressie. Echt.
– …betekende licht. Ik kan de lente voelen, bij het opstaan. Als ik om half acht naar school vertrek is het al klaar, als ik om zes uur naar huis kom is het nog niet pikdonker. Ik zie u graag, voorjaar.
– … was de maand waarin mijn papa onze beide toiletten afwerkte (u krijgt nog foto’s) en ik tevreden keek naar alle kadertjes die ik de laatste 5 jaar op rommelmarkten verzamelde voor dat doel.
– … was de maand waarin wij een datum vastlegden om van die verloving eindelijk een huwelijk te maken.
– … betekende ook een DVD-opname van mijn lief, een heerlijke dag aan zee, een feestje met meisjes, een lunch met andere meisjes en een paar voetbalavonden. Over die laatste zijn we ook deze maand niet onverdeeld positief.
– … was de maand die eindigde met een dochter die vergaat van de tandpijn en van een moeder die na worsteling zich neerlegde bij de feiten: maart wordt de maand waarin de dochter onder narcose een paar kroontjes krijgt.

Hopelijk kan ik eind maart dus schrijven dat iedereen hier pijnvrij is. Dat zou cool zijn.

En al

Ik oogst binnenkort zelf.

“Het stinkt hier wel hoor”, zei ze, en ze kneep haar neus dicht. Wij keken naar elkaar, en op dat moment wisten we zeker dat we zouden intekenen. Want we mogen dan wel in de stad wonen, zo’n kind dat bang is van modder en boerderijen en dat haar schoenen niet wil vuilmaken: we gaan dat toch een beetje proberen vermijden.

We waren naar den buiten gereden, vanmiddag, om de luisteren naar de info van de nieuw op te starten zelfoogstboerderij. Allez, het zelfoogstconcept is nieuw, maar de boerderij niet. Mijn meme haalde er jarenlang boter en melk en yoghurt en chocomousse, de oude boerin was een vriendin. “De zondag liep ze nog aan mijnen arm op weg naar het toneel. En een paar dagen later…” “Ik weet het”, zei ik. En ik was blij dat ik daar was en dat de mensen daar weten wie ik ben.

De zelfoogstboerderij is iets van de kleinzoon, en toen ik een paar weken geleden een flyer in mijn handen kreeg wist ik het eigenlijk al. Onze stadstuin is te klein voor echte groentenkwekerij en we hebben te weinig tijd voor een volkstuin, maar ik doe dat ongelooflijk graag. Dan dit. Elke week, of meer indien nodig, naar de boerderij. Daar zelf het veld op en oogsten wat er is op het moment. Met mijn handen in de modder en mijn kop in de buitenlucht. Ik kan nu al de smaak van echte tomaten en sla proeven, zoals ik die vroeger at uit de hof van mijn grootouders.

Het winkeltje bij de boerderij heeft zuivel, en aardappelen en ijscrème. Wat betekent dat ik nauwelijks nog andere winkels nodig ga hebben en dat maakt mij blij, want ik hou niet van winkels.
Alles is bio. Geen sproeigedoe, geen kunstmest. Bovendien: veel korter dan dit kan een keten niet zijn.

De kleine liep rond in de stallen vanmiddag. Bij schapen en koeien, tussen hooi en modder. Ze kneep af en toe haar neus dicht, maar ik heb goede hoop dat ook dat binnen een paar weken voorbij zal zijn.

En al

De nieuwe.

Hoewel wij meestal onze boodschappen doen in de beste groentenwinkel van de stad, en voor de andere dingen dan groenten en fruit bij de Bioplanet en de Colruyt winkelen, ga ik van tijd tot tijd eens graag naar Delhaize. Het is namelijk een beetje Bioplanet en Colruyt gecombineerd daar: ge hebt veel lekkere vegetarische dingen (De Vegetarische Slager, sinds kort! Protip!) en er is behoorlijk wat fancy stuff te vinden. Tapenades enzo, en verse kruiden. Het is ook de enige plaats waar ze haloumi hebben, iets wat mij nog steeds verbaast: dat niet alle supermarkten haloumi verkopen. Weten die dan niet HOE LEKKER DAT IS?

Enfin. In tijden dat het druk is (start van het semester, jawel) en ik eigenlijk nog niet al mijn energie terugheb (longgedoe weet u wel) is het de meest efficiënte oplossing.
Bovendien is de Delhaize waar ik kom net vernieuwd en dat heeft een onmiskenbare voordelen voor de mensenkijker die ik ben.

Na maanden werken in een volgestouwde marginale koude tent is het personeel duidelijk keihard in zijn nopjes met de nieuwe omgeving. Die mensen huppelen bijna de winkel rond, en ik vind dat op zich al een prestatie, want ze hebben bijzonder veel werk. Er is namelijk absoluut niemand van de klanten die al weet waar de dingen staan in de nieuwe winkel. En dus moet het personeel constant wijzen waar de pasta, kruiden, brood, slaatjes, fruitsap staat. Ondertussen is het er permanent een wirwar van vertwijfeld kijkende mensen en koppels die discussies voeren als “We moeten nog vaatwastabletten hebben, dat zal bij het WC-papier staan” “Neen, bij het waspoeder” “Zekers niet, dat zou onlogisch zijn”. Heerlijk.

Het mooiste is dat ze het systeem om buiten te rijden op de parking ook hebben veranderd. Vroeger moest ge een kaartje insteken, nu hebt ge een code nodig. Dat betekent dat elke keer als ge van de parking afwilt, er iemand staat te knoeien aan de slagboom. Codes ingeven. Kaartje in gleuf proberen frommelen. Daarna met een rode kop teken doen dat de mensen achteruit moeten rijden. Iedereen langs de kant, auto weer parkeren en naar binnen voor een code. Sommige mensen in de rij ergeren zich dood en er is sprake van vuile gebaren en getromp. Ik versta dat, als ge ergens op tijd moet zijn en al. Maar ik moet zelden ergens precies op tijd zijn, dus ik kan gewoon genieten en mensen die zich ergeren maken de show nog beter.

De nieuwe delhaize is topentertainment, vind ik persoonlijk.