En al

En al

Coffee. Source of all evil.

Gisteren in de late namiddag liepen wij even bij de schoonouders langs. Er was zelfgemaakte taart, en daar hoort natuurlijk een kop koffie bij. Ik liet me dus verleiden tot een dubbele espresso, en het heeft gesmaakt.
Half zes gisterenavond was dat.

Half zes deze ochtend lag ik nog steeds naar de cijfertjes op de wekkerradio te staren en te luisteren naar de ademhaling van slapend lief. Van half één was ik al aan het proberen te slapen. Omstreeks half vier een uurtje opgestaan, in de hoop dat het daarna wel zou lukken, maar dat was blijkbaar te hoog gegrepen.
Ik moet kort na half zes uiteindelijk toch in slaap gesukkeld zijn, maar ik zeg het u: het deed veel pijn toen de wekker afliep om 8h deze ochtend. Heel veel pijn.

En al

Kruiswoord.

Ontbijt-tafel. Ik blader in een tijdschrift, hij krabbelt op de kruiswoordraadselpagina van de krant.

Hij: “Ts, zo’n makkelijk kruiswoordraadsel, zeg”.
Ik hoor aan zijn stem dat hij iets onnozels gedaan heeft. Ik reageer niet.
Hij (nadrukkelijk): “Zo een makkelijk kruiswoordraadsel, jong. Niets aan.”
Ik besluit op te kijken.
De binnenpretjes stralen van zijn gezicht af.
Ik kijk naar het kruiswoordraadsel. Het is ingevuld. Sommige woorden hebben 3 letters per vakje. Andere letters zijn over drie vakjes uitgesmeerd.
Ik speel het spelletje mee en zeg: “Liefje, je moet wel tellen hoeveel vakjes er zijn en zoveel letters moet het woord dan hebben.”
Hij kijkt me aan, glimlacht zelfgenoegzaam en antwoordt: “Het is leuker zo”.

Hij nipt van zijn koffie en begint aan de Sudoko.

En al

Auw.

De stoel die ik als bureaustoel gebruik sinds we hier komen wonen zijn, vertoonde sinds een paar weken enige mankementen: er was een vijsje losgekomen en de zitting helde daardoor over naar één kant. Gelukkig hebben wij twee “huishoudens” tot één gemaakt, nu 5 maand geleden, en hebben we dus gerief over en te veel. Zo ook stoelen.
Gezwind nam ik dus de kapotte stoel vanop mijn bureau (2e verdieping) mee naar de kelder om hem daar te ruilen voor een niet-kapot exemplaar. Strak plan, dacht ik. Er kan niets mislopen.
Ware het niet dat planken vloeren bijzonder glad kunnen zijn als je op je sokken door het huis flaneert.
Bovenaan de trap tussen eerste verdieping en gelijkvloers ben ik uitgegleden, de kapotte stoel in de handen. Gelukkig zijn mijn reflexen, ondanks mijn onderhand toch respectabele leeftijd, uitstekend: ik heb de stoel voor mij uit de trap afgegooid, in de hoop mezelf te redden. Tien treden lager ben ik dan zelf tot stilstand gekomen.

De gevolgen:
1. Voor de stoel: nog steeds kapot, dank u.
2. Voor lief: ongelooflijk geschrokken. Hij was de kattenbak aan het verversen in de keuken en zag opeens een stoel voorbijvliegen.
3. Voor mezelf: ik voorzie drie kanjers van blauwe plekken (elleboog, bil en rug) en mijn rug en schouders doen nogal pijn.
4. Voor de kat: het beest loopt angstig door het huis en schrikt van elk geluidje. Onze huis is voor dat beest duidelijk “die plek waar ze stoelen naar je hoofd gooien” geworden. Getraumatiseerd voor de rest van zijn kattenleven…

Zowaar een mooi begin van een zonnige zondag, me dunkt.

Update: ik heb twee builen ondertussen. Eén op mijn bil en één op mijn rug. Oh joy.

En al

Proximus, brengt mensen dichterbij.

Behalve vandaag dan.
Proximus-abonnees in het Gentse kunnen al de hele dag niet bellen of gebeld worden. En mijn vader heeft deze nacht blijkbaar een welkomsbericht gekregen zoals je krijgt als je in het buitenland bent, gekregen. Hij lag in zijn bed, hier tien km. vandaan en de gsm lag op zijn nachttafel.

Vreemde jongens, die proximussen.

En al projecten

Koud hoor.

Ge hebt zotte en ge hebt hele zotte. En dan hebt ge de mensen die meededen aan de bibberduik op de Blaarmeersen, daarnet.
Ik had zelf een onderhemdje, een T-shirt met lange mouwen, een kleedje, een wollen gilet, een jeansvestje en een blazerken aan en ik ben zo goed als bevroren. De mensen die meededen sprongen in zwembroek in de Blaarmeersen en deden alsof dat nog plezant was ook. Insane, I tell you, insane.

Morgen volgt een volledig verslag, met foto’s op Gentblogt. Ik was daar nl. in gezelschap van de familie Volume 12, Hendrik en O. aka Mr. Citylab. En daarna kwamen we Meneer Waterschoot ook nog tegen.

Het zijn straatlopers, de Gentbloggers.

Update: Ze staan erop!