En al

En al

Brood en koeken.

Vanmorgen lief naar het station gebracht, want hij is op schoolreis voor een paar dagen. Onderweg waren we gestopt bij Van Imschoot voor brood (ik) en koffiekoeken (hij). Daarnet echter een sms gekregen dat hij blijkbaar het brood én de koeken heeft meegenomen in zijn haast.

Het is triestig. Nu heb ik geen lief én geen eten.

*zucht*

En al

Zorgen.

Naar aanleiding van. En dat was geschreven naar aanleiding van.

Ik maak me persoonlijk zelden of nooit zorgen over technische en wetenschappelijke evoluties. “We worden cyborgs”, “Cloning zal een feit zijn”, “Computers gaan nadenken”, het zijn boutades die mij meestal niet tot meer kunnen bewegen dan een welgemeend “Jaja, So what”. Bij de meeste wetenschappelijke evoluties is zelfs enig applaus aan de orde. Leve de cloning van organen om mensen te helpen met een kapot exemplaar! Leve de nadenkende computers die ervoor zorgen dat de kans op technische fouten steeds kleiner worden! Leve de cyborg-mensen waar verbeteringen werden aan aangebracht om het leven comfortabeler te maken!
Enig vooruitgangsoptimisme is me dus evenmin vreemd.
Menselijke en maatschappelijke evoluties (journalistiek verandert, de reclame zal op de koters zijn toegespitst en er komt een clash met onze moslimvrienden) zijn evenmin een bron van zorgen in mijn hoofd. De men heeft *altijd* al manieren gevonden om om te gaan met nieuwe maatschappelijke tendenzen, dus ons aanpassingsvermoging zal ons ook nu wel weer redden van de vreselijke ondergang.

“Wat bent u toch een optimistische juffrouw, i.”, hoor ik u denken. Welneen meneer, dat ben ik niet.
Ik ben er namelijk van overtuigd dat er een einde komt aan de wereld (en dan bedoel ik: aan het -menselijk- leven op aarde) en dat er dienaangaande twee mogelijke scenario’s zijn:
(a) het einde van het menselijk leven zal veroorzaakt worden door een natuurramp die in de hand gewerkt is door het onverantwoord gedrag van de mensen. Wij zullen de boel blijven opwarmen tot alle ijsbergen smelten en de hele handel hier overstroomt. Of we zullen op een bepaald moment zoveel vuiligheid in de lucht geloosd hebben dat ademhalen fysisch niet meer mogelijk zal zijn. Of: door de vervuiling zal de kwaliteit van het mannelijke sperma zodanig achteruitgaan dat het menselijk ras op een dag gewoon zal uitsterven. Of: één of ander kalf zal een atoombom of vijf lanceren en daardoor een nucleaire winter veroorzaken.
(b) het einde van de wereld zal veroorzaakt worden door een natuurramp waar de mens, ondanks al zijn wetenschappelijke kennis en techniek, geen zak aan kan doen.
Een meteoriet op ons hoofd. Een mega-tsunami overspoelt ons. Een zwart gat slokt ons op. Een virus zal ons één voor één kapotmaken.

De vraag is niet of het gaat gebeuren, maar wanneer. 2012 is een vaak genoemde datum, omwille van het Maya-baktun-toestand. Dat is echter alweer een kwestie van geloof en aangezien ik niet geloof zeg ik u: het kan daarvoor gebeuren, het kan daarna gebeuren. Het kan morgen zover zijn. Of het kan nog honderd jaar duren. Een mens kan dat niet weten. Dus moet een mens zich daar ook geen zorgen over maken.

Als ik jullie niet meer zie: *zwaait* take care, darlings.

En al

Zucht (2)

Als ik luister naar Rode Wijn van Bram Vermeulen, dan vind ik dat altijd toch wel heel jammer dat die mens een beetje zo dood is en al.

En al

Wer bestu bleven?

Het zou ons jubileum worden vandaag. Vijf jaar. Maar het heeft niet mogen zijn: net nu, net op deze symbolische vijfde keer, is het ergens fout gelopen. Ik staar naar mijn scherm en vraag me af wat.

Ik weet niet wie hij is.
In 2002 vond ik op 14 februari vroeg in de ochtend de eerste e-card in mijn mailbox. Verstuurd even na middernacht en met de mededeling dat hij me veel liefs toewenste en hoopte dat ik een fijne dag had, valentijnsgewijs. Geen naam.
Toen het toenmalige lief van niets bleek te weten gingen we er meteen vanuit dat Ketnet en de zijnen achter deze grap zaten. Hadden wij hen niet een aantal jaar daarvoor betrapt op het uithalen van smerige truken met het emailadres geheime_aanbidder@hotmail.com? Dit heerschap ontkende echter in alle toonaarden, en zijn ontkenning leek ons oprecht. Vooral omdat deze meneer normaal gezien zijn lach niet kan inhouden als hij met zijn eigen fratsen wordt geconfronteerd.

Er bleef slechts één conclusie mogelijk: iemand, daar in de grote boze wereld, werd verteerd door verzengende en vurige liefde voor mijn persoon. Een man? Een vrouw? Ik koos ervoor te veronderstellen dat het een man was, maar dat zal wel mijn eigen hetero-projectie wezen.
Aniehoew. Die valentijnsdag en de daarop volgende dagen spendeerde ik, samen met een aantal vertrouwelingen, aan de bijzonder fijne activiteit van het “visjes uitgooien”. Ik gooide de zin uit de e-kaart heel casual in een gesprek en bestudeerde nauwgezet de reacties van mijn gesprekspartner. Mijn vriendinnen brachten het topic “anonieme aanbidders” zeer toevallig ter sprake en noteerden alle antwoorden en zinssnedes van de geobserveerden.
Het was allemaal heel spannend en very Agatha Christi, maar het leverde jammer genoeg niets op. De mysterieuze kaart verdween naar de achtergrond en het echte leven ging door.

In 2003 vond ik de tweede kaart in mijn mailbox. Verzonden vanop dezelfde site, opnieuw even na middernacht en met dezelfde wensen eraan toegevoegd.
De zoektocht werd met goede moed hervat, maar moest een paar weken later opnieuw gestaakt worden. Wegens dat het ons beu was, vooral.

In 2004 volgde de derde kaart, volgens het inmiddels bekende scenario. Ik beperkte mij tot glimlachen om zoveel volhardendheid.
In september 2004 schakelde ik over van hotmail naar gmail, en de kaart van 2005 kwam netjes in mijn gmail-box terecht. De aanbidder kent mij dus, zoveel is duidelijk. Ook deze keer ging ik niet op zoek. Sommige slapende honden maakt een mens beter niet wakker.
Goed voor het ego is het wel natuurlijk.

Deze ochtend was mijn ego dan ook helemaal klaar om zich voor het vijfde jaar op rij gestreeld te weten.
*….*
Niets. Mails van Gentblogt. Mails van het werk. Maar geen mail van de e-cardsite.
Geen “Valentijnsgewijs een bijzonder fijne dag gewenst! Veel liefs.”

Ik hoef u waarschijnlijk niet te zeggen dat ik valentijnsgewijs een beetje gekrenkt ben. Ik bedoel: ik hoef geen ander lief wegens perfect tevreden met het huidige, maar dat wil daarom nog niet zeggen dat de rest van de wereld niet meer in blinde aanbidding aan mijn voeten moet liggen é. Dat is gewoon grof!
Om nog maar te zwijgen van de deuk in de carosserie van mijn zelfvertrouwen. En dat net nu ik gestopt ben met roken.

Zo. Dus. Beste aanbidder-mens, het is nu half vier. Dat betekent dat u nog even de tijd hebt om mij anoniem en valentijnsgewijs een aangename dag toe te wensen. Met liefs als besluit en een grappige cartoon ernaast.

Ik heb nog steeds hetzelfde adres als vorig jaar.

U weet wat u te doen staat.

En al vriendjes

Dierenliefde.

Als onze kat ‘s avonds met half toegenepen oogjes spinnend op mijn schoot komt zitten, zich tegen me aan nestelt, een kopje geeft en “prrrt” doet, dan kan ik dat beestje zo graag zien é maat. U heeft er geen gedacht van.

(wat niet wegneemt dat ik hem bij momenten soms dood zou willen doen als hij weer iets kapot maakt.)