En al

En al

2015, baby.

Er is enige vertraging, want wij hebben ons nog maar pas losgezogen uit de Voerense modder, en het wel heel beperkte internet aldaar. Ik hoop dan ook dat u allemaal de eindejaarsfeesten goed bent doorgekomen, dat u maar een beetje moe bent en dat uw nieuwjaarshoofdpijn ondertussen over is. En u krijgt nog wensen, natuurlijk, want ik heb er een pak voor u.

Gezondheid, voor u en en iedereen om u heen. Dat vooral. Ik wens u een jaar zonder zorgen, met een rustig hoofd, en een lijf vol energie.

Doe zot. Zing. Dans. Zie de mensen graag. Feest, lees, schrijf, reis en ga te laat slapen. Laaf u aan vriendschap en liefde en lange gesprekken. Lach.

Er is een kaart, zoals elk jaar gemaakt door het kind en mijn innerlijke kleuterjuf. Het thema was dit keer vergeet stijlvol, we hebben alle kleuren stift en verf!

kerstkaart

Dat is een mooi thema voor 2015, bedacht ik net. Pink unicorns for everyone!

En al

Vakantie.

Exact een jaar geleden ging ik op de vrijdag voor de vakantie lunchen met collega’s. Iemand vroeg aan tafel: gaat het een beetje, eigenlijk? En ik antwoordde dat het wel ging, maar dat ik vakantie nodig had. Dat alles wel goed zou komen.

Het ging niet, zo bleek. Ik had verdriet, ik was moe. En hoewel er opluchting was dat er vakantie en rust zou komen, was er ook al smeulende nervositeit over al het werk dat er nog zou aankomen na nieuwjaar. En er bleek een bacterie in mijn lijf die profiteerde van het feit dat ik veel te diep was gegaan, dat najaar. Die middag na de lunch moest ik me haasten om de kleine af te halen van school, herinner ik me.
‘s Avonds, toen ze sliep, bleek ik zo moe dat ik alleen maar kon wenen. Ik ging de volgende dag naar de dokter, en hoewel ik nog even probeerde om te doen alsof het ook zo wel zou beteren, moest ik uiteindelijk toegeven. Opnieuw gaan werken: vier weken later. Einde van troebele waas en alles op automatische piloot doen: ergens half februari.

In de maanden die daarop volgden dacht ik veel na. Ik vroeg 20% vermindering van mijn opdracht aan, schreef me in voor avondles. Er kwamen wat professioneel interessante dingen op me af, en in plaats van die te ervaren als extra werkdruk, bleken ze me energie te geven. Ik had het gevoel dat ik weer kon ademen.

Gisteren was er een eindesemesterlunch met de collega’s en ik ging niet mee. Niet omdat mijn collega’s niet leuk zijn, want mijn collega’s zijn de leukste van de hele wereld, maar uit eenvoudigweg geen zin om de vakantie weer lopend in te zetten.

En dus bracht ik mijn middag door met allerhande prutserijen, haalde het kindje netjes op tijd van school, babbelde wat met andere ouders en wandelde met haar naar huis. Er was vieruurtje en vertellement over haar dag. Om vijf uur vertrok ik volledig ontspannen naar Brussel, voor een uitstekend concert, en daarna dook ik de Gentse nacht in, met mijn favoriete gezelschap.

Anders gans vanvoor? Wel ok dan.

Ik sliep tot de middag, en werd wakker met een glimlach. En ja, ik ben moe. En ja, de laatste weken waren weer net te druk en de vakantie komt net op tijd. Maar het contrast met vorig jaar kan niet groter zijn.

En al

Daarom. #15dec

I.
We praten over wat de baas zijn betekent, zij en ik. We zitten in de auto, zoals vaak als we dat soort lange gesprekken hebben. Ze vertelt over dat de baas zijn betekent dat je dingen mag beslissen en dat iemand anders dan moet luisteren. Ik voeg eraan toe dat de baas zijn ook betekent dat je goed moet zorgen voor degene waarover je baas bent. Dat ik dingen mag beslissen voor haar, maar dat ik ook moet zorgen dat ze blij is, gelukkig, dat ze eten heeft en dat ze veel kan spelen. Dat ze elke dag rustig kan beginnen en content kan eindigen. En hoe dat eigenlijk belangrijker is dan dat ik mag beslissen hoe laat ze moet gaan slapen. Ze knikt en zegt dat ze het begrijpt.

II.
Af en toe ga ik groenten halen voor een soepbedeling, hier in de buurt. Op vrijdagen in de winter koken vrijwilligers soep en die wordt dan gratis uitgedeeld. We halen daar groenten voor op bij een aantal winkels in de buurt.
Vorig jaar waren wij zowat de enigen die de winkels om eten vroegen. Dit jaar komt er elke dag wel een organisatie voedsel ophalen.
Als ik informeer naar hoeveel mensen soep halen op vrijdag, krijg ik als antwoord: Veel. Veel meer.

III.
In de financiering van scholen wordt (onder andere) een onderscheid gemaakt tussen personele middelen en werkingsmiddelen. Beiden werden deels berekend op basis van het % kinderen met een SES-status. SES staat voor Sociaal-Economische Status. Een paar weken geleden maakte de minister bekend dan de SES-werkingsmiddelen een correctie zouden krijgen want “verwarming kost voor iedereen hetzelfde, rijk of arm.”
Met deze correctie worden budgetten van scholen met een kwetsbaar publiek overgeheveld naar scholen met een minder kwetsbaar publiek. Er wordt verwarming van betaald, van die middelen, maar ook maaltijden van kinderen, een warme jas, extra ondersteuning, didactisch materiaal dat nodig is als je kinderen die extra omkadering in je school hebt. Dat is een simpele, brute verschuiving. Geld van mensen met weinig geld dat naar mensen met veel geld gaat.

IV.
Ik werk sinds dit jaar 80%. De reden daarvoor is heel simpel: ik hou een 100% niet vol, zo blijkt. Dat heeft niks met mijn gezinssituatie te maken (ik heb het goed, ik heb veel ondersteuning, ik moet me financieel nooit zorgen maken) en nog minder met mijn werklust. Wie mij kent weet dat ik keihard kan werken en volledig ga voor mijn job. En daar sta je dan, opeens. 36 jaar, de job van je leven en het besef dat je het niet kan, voltijds. Dat je permanent moe bent en dat het water maandenlang aan je lippen staat.
Het hoger onderwijs zal opnieuw besparen, binnenkort. Ik zal mijn job niet verliezen, want ik werk daar ondertussen lang. Ik zal wel nog harder moeten werken. En dus waarschijnlijk naar 60 of 70% moeten gaan om een gewone 40-urenweek te hebben.

V.
Als je in cultuur jonge makers ondersteunt, dan krijg je boeiende dingen. Mensen die voltijds kansen krijgen om hun talenten te ontwikkelen en daar financieel de ruimte voor krijgen. Ik ken er een paar. Een paar ook die nu nog afhankelijk zijn van die steun. Als mensen hen subsidieprofiteurs noemen, dan bloedt mijn hart. Het gaat om net voldoende geld om te eten, ergens te wonen, en dan toch bezig te zijn met hun creatieve talent. Er wordt nu door de besparingen een hele generatie makers gekortwiekt. Mensen die hun talent niet kunnen ontplooien, die geen kansen krijgen en iets anders moeten gaan doen. Want iedereen moet eten. Het effect daarvan zal pas binnen tien jaar zichtbaar zijn.

VI.
Als ik de regeerakkoorden lees, dan moet ik wenen. De vaagheid en de beknoptheid van passages rond armoede, bijvoorbeeld. De nadruk op repressie. Het fundamenteel wantrouwen tegenover burgers. Het accent op “iedereen is voor zichzelf verantwoordelijk” en “als het niet lukt is het toch wel je eigen schuld”.

VII.
Als ik de berichten lees over de concrete maatregelen die deze regeerakkoorden betekenen, dan heb ik zin om dingen stuk te gooien. Geen gratis openbaar vervoer meer voor kinderen en oudere mensen, schrapping van ondersteuning in alle sociale sectoren, geen projecten meer rond spijbelen bijvoorbeeld, minder ruimte voor ontwikkeling en professionalisering,… Er lijkt geen einde aan te komen. Alle ademruimte die een samenleving nodig heeft om te groeien wordt zorgvuldig afgenepen.

****************

Het is 14 jaar geleden dat ik nog heb gestaakt en vandaag heb ik lessen noch vergaderingen in mijn agenda staan. Daarnet heb ik een mailtje gestuurd dat ik niet werkte. Want genoeg is genoeg is genoeg.

En al

Meetjesland represent.

Op redelijk regelmatige basis blaas ik de loftrompet van mijn stad, en hoe dankbaar ik ook ben dat ik hier mag leven en werken, u weet natuurlijk allemaal dat wij hier thuis eigenlijk geen oorspronkelijke Gentenaars zijn. Onze wortels zitten diep in de Meetjeslandse grond. U weet wel, die regio waar u al eens door placht te rijden op weg naar de zee. Als ge goed kijkt ziet ge nog wat modder aan onze botten hangen.

We zijn er weggegaan, maar we komen er nog veel en de restanten van onze jeugd zijn een rode draad door ons leven. Het is en blijft nog steeds elke dag heerlijk om dezelfde taal te spreken als de man. Het nageslacht praat onder normale omstandigheden zeer netjes, maar gooit daar evenveel Gentse als Lovendegemse/Zomergemse dialectwoorden tussen. Een soort van multi-cultureel microniveau.

Een groot deel van onze vriendenkring bestaat uit Gentenaars met Meetjeslandse roots. Sommigen al sinds de kindertijd, anderen verser en recenter, maar toch ook vreemd genoeg vaak van diezelfde streek. Dat schept een band, zo blijkt. Als ge wilt zal ik u dat eens uitleggen in een meeuwke.

Enfin. Een hele tijd geleden kreeg ik van een lieve mevrouw van UiT in het Meetjesland een uitnodiging om een voorstelling te kiezen, ter promotie van hun site en werking.
Geen probleem natuurlijk, wij zijn daar vaak en graag én we zijn fan van De Herbakker, om zijn personeel (insert wuif naar D.) en omdat ze ook dit keer weer mijn wederhelft in première laten gaan .

Ik keek eerst voor een voorstelling op het NeuzeNeuze-festival in de herfst, maar er waren agendaproblemen. En toen vond ik de Kunstendag voor Kinderen en iets van 4Hoog, één van mijn favorieten in het kindertheater.

756_menskes_ellengoegebuer_lowreso-49

Vanmiddag zagen wij bijgevolg Menskes, met ons kleine menske tussen ons in.

Het was de bevestiging van waarom ik zo veel van 4Hoog hou: omdat ze telkens weer bewijzen dat theater voor kleuters ook kan zonder elfjes en prinsessen, en dat er best al eens een zwaarder thema mag aangesneden worden.

Een oude man in een zetel.
Zijn vrouw is weg.
“Ik moet het stof nog afdoen.
Met de planten gaan wandelen.
De hond nog water geven.
Mijn neus nog snuiten.”
En hij wil zo graag een eitje.
Maar hij kan niet koken.

De dochter keek de hele voorstelling ademloos tussen ons in. Ze was niet akkoord met het einde, maar dat heeft ze achteraf ook tegen E. van de productie kunnen vertellen en toen was ze daar al over.
Wijzelf waren, zoals altijd bij 4Hoog, zwaar onder de indruk van het beeld, en van hoe sterk er geacteerd werd. Om jaloers van te worden, zo schoon gemaakt.

Op weg naar huis zuchtte ze een beetje, achteraan in de auto. Dat het tof was geweest dat Kristien plots toch was teruggekomen, maar dat dat natuurlijk niet kan. En ze staarde naar buiten. Of hoe een stuk soms dingen uitgelegd krijgt die in een gewoon gesprek zo moeilijk liggen.

Met dank dus, voor deze bijzondere namiddag, UiT in het Meetjesland. Klik eens op de link als u in de buurt woont, want u vindt er alle brede culturele en vrijetijdsactiviteiten van de regio. En dat blijken er heel wat te zijn.

En al

We kwamen van nergens, gingen nergens naar toe.

Het was ergens halverwege een nacht, ergens halverwege een studententijd. Ergens halverwege herinneringen ook.

Het ging zo. Maar het kan ook anders gegaan zijn.

We passeerden een huis, we hadden honger. We zagen licht en volk en eten. We stapten binnen en we mochten zitten, bijna gelijk in een living. We kregen frieten en van de beste stoverij dat ik ooit heb gegeten. We kregen tartaar op het stoofvlees gelepeld.
Bij onze frieten kregen we ook vermanende woorden van een mevrouw met een oma-schort en de smalste wenkbrauwen van de hele wereld. Dat dat geen uur was voor jonge meiskes om nog langs ‘t straat te lopen.
Ze had gelijk, natuurlijk, maar wij bleven er komen sinds die keer. Altijd halverwege een nacht, altijd frieten met stoofvlees, altijd daar in de living, ook al stond er dat we de fritten ook mochten meenemen. Waarom zouden we.

frituurelga

Wij hebben het laatste meegemaakt, denk ik.
Als ik de posts op facebook zie nu ze is gestorven, van mensen die iets zeggen over Elga, dan zijn die allemaal net een halve generatie ouder. Ik ben blij dat ik er nog geweest ben, al was het maar een paar jaar.

Iets met monumenten, mijn stad en misschien ook een beetje nostalgie.


De titel is van Eva, en komt uit De Fanfare van Honger en Dorst, van Jan De Wilde en Lieven Tavernier.
De foto komt van de facebookpagina en zou van Michiel Hendryckx, naar ik versta, maar zeker ben ik dat niet. Akim J. Willems zegt schone dingen.