kinderspam

kinderspam

Mwhamwha. That’s me.

Mijn dochter zegt mama. Mijn dochter zegt mwhamwha, maar ze bedoelt duidelijk mama. Ze is wel nog niet helemaal mee met het concept en denkt voorlopig dat mama de snelle, korte manier is om te zeggen: “hey, woman, kom mij keer halen jong”. Of soms betekent het ook “helahela, ik moet hier wel een beetje aandacht hebben é”.
Ze zegt mwhamwha meestal op een vragende toon, met een klein piepstemmetje dat ergens tussen baby en peuter hangt. Ze houdt er haar hoofd een beetje schuin bij. Cuteness overload, ik moet het u niet zeggen zekers?

Ze doet het in de auto, bijvoorbeeld, als ik iets te lang niks zeg of geen liedjes zing of debiele autodansjes doe. Mwhamwha?. Ik rij dan bijna tegen een boom/voorligger aan, natuurlijk, want ik moet dan zo vreselijk hard kijken naar haar.
Of ze doet het in haar bed. Daarnet na bedtijd heeft ze zichzelve in slaap gemwhamwhat. Ik hoorde het op de babyfoon en moest de hele tijd glimlachen. Of deze ochtend. Een half uur lang, in alle toonaarden, op alle volumes, en afgewisseld met wat tonggeklak. Beats the alarmclock by miles.

kinderspam

Ze kan iets nieuws!

We zijn er nog niet helemaal uit hoe deze nieuw verworven vaardigheid haar in het leven gaat helpen, maar aangezien haar vader ook de choco op onze boterhammen verdient met lollig gedrag, denken we dat ze wel een manier zal vinden.

smek from ilse baetsle on Vimeo.

kinderspam

Newsletter – maand 9.

Lieve Mira

Je bent negen maand vandaag. Het voelt als een mijlpaal: negen maand uit mijn buik, na negen maand in mijn buik gezeten te hebben. De tijd, de dagen, de maanden…ze vliegen. Ik word er een beetje duizelig van als ik erbij stilsta dat het getal bovaan de titel volgende maand uit twee cijfers bestaat.
Maar ik wil het eigenlijk niet over negen hebben, vandaag. Laten we ons focussen op dat andere getal uit ons leven: honderd.

Honderd keer per dag kruip je naar de glazen schuifdeur die de living van de gang scheidt. Honderd keer per dag zeg ik – als je halfweg bent al – \”neen, mira, mag niet\”. Honderd keer per dag draai jij je om, geeft me je meest stralende glimlach en draait vervolgens weer voorzichtig richting deur. Je schuift dan aarzelend wat vooruit en ik zeg \”neen Mira, mag niet\”. Stralende glimlach, draai, schuifel, mag niet, stralende glimlach,…enfin: je begrijpt wel wat ik bedoel.

Je bent nogal koppig, zo blijkt. En je bent er blijkbaar vast van overtuigd dat als je maar lief genoeg bent, dat je dan toch alles mag. Je vergist je. Ik zeg het maar meteen, dat kan ons allebei een hoop gedoe besparen.
Dat ik zo’n honderd keer per dag keihard in de lach schiet met je pogingen tot manipulatie, dat wil overigens niet zeggen dat ik ga toegeven, lief kind. Dat wil alleen zeggen dat ik je gigantisch grappig vindt.

Je mag niet aan de glazen schuifdeur, omdat je sinds kort weet hoe je ze helemaal zelf open kunt krijgen. En omdat de gang aan de andere kant voor ons allebei een heel andere betekenis heeft: voor jou een razend spannende wereld, voor mij een plaats waar ik je niet kan zien vanuit elk hoekje van de woonkamer en keuken. No go, dus.
In de gang staat bovendien het eten van Santa Boogie en je houdt te veel van hem (en van zijn eten, maar dat is een ander verhaal) om bij hem te zitten als hij eet. Hij ziet jou namelijk niet zo onvoorwaardelijk graag als jij hem — en aangezien je al eens een babyhandvol kattenvacht durft uit te trekken, kan ik hem geen ongelijk geven.

Je liefde voor de poes heeft je liefde voor ons een beetje in perspectief gezet. Je zegt namelijk \”Poe\” tegenwoordig en laat dat volgen door hartstochtelijk gekraai richting Boogie. Je zegt ook \”Ba\” tegen de bal die je van de buurjongens kreeg.
Dingen die je niet zegt: mama, papa.
Een nieuwe hiërarchie heeft zich bijgevolg in ons gezin geïnstalleerd. Boogie bovenaan, daaronder de bal, daaronder wij. Ver daaronder: de hele rest van de wereld.

De rest van de wereld, lief kind, het is de laatste maand niet altijd even gemakkelijk geweest: het ene weekend bleef je nog vrolijk en als volmaakte blije baby bij je grootouders logeren, drie dagen later gilde je de hele buurt bij elkaar als één van die grootouders nog maar naar je durfde te kijken. Maar we wisten uit boeken dat het zou komen en we wisten uit boeken ook dat het weer overgaat. En zie: ge zijt alweer het vrolijke kindje van een paar weken geleden. This too shall pass, het is een mantra geworden en een troost in de mindere dagen.

Want er zijn soms mindere dagen, ook al zijn ze zeer sporadisch geworden. Soms eet je wat moeilijk. Soms wil je een dagje gigantisch veel aandacht. Soms weiger je te slapen overdag. Maar dat zijn allemaal uitzonderingen: meestal ben je je vrolijke, uitgelaten, actieve zelf.

Je kan stappen achter een wagentje en struikelt daarbij over je eigen voeten. Je verbouwt de CD-kast, je verzet de meubels, je zorgt voor speelgoed-explosies en je vertelt verhalen tegen elk stuk speelgoed en de tafel. Je bent intens, mooi, slim en beweeglijk. Je vader en ik zijn ‘s avonds doodmoe, als je de hele dag bent thuisgeweest. Maar als je er niet bent en ik thuis zit te werken, dan kijk in tijdens mijn pauzes naar filmpjes van jou op de computer. Je vader merkte vandaag op dat ik die filmpjes speciaal daarvoor maak.
Hij verstaat dat.

zoen

je mama

Maand 1Maand 2Maand 3Maand 4Maand 5
Maand 6Maand 7Maand 8