kinderspam

kinderspam

Geniale ideeën, hierzo!

Ow yes. Een afspraak bij de specialist leggen om kwart voor één ‘s middags, als het kind eigenlijk om half één ten laatste in haar beddeke gedraaid wordt voor een dut, dat is echt een goed idee. Zeker als ge dan nog een beetje moet wachten en het dus uiteindelijk een uur na bedtijd is voor ge bij meneer dokteur binnenmoogt. Begrijp me niet verkeerd: de dochter is een absoluut schatje, ze wordt alleen een beetje hyper als ze oververmoeid is. Nogal groot in haar gebaren, dwingend in haar uitleg geven, hysterisch in haar gegiechel en wild in de omgang.

En zo zei de neus-keel-oor-arts (toen Mira, na al een kwartier show verkopen, de grond en de lamp en de stoel begon te zoenen, onderwijl “slaapwel! slaapwel!” gillend) met een opgetrokken wenbrauw: “ze is wel nogal euhm levendig, niet?”

No shit, sherlock. Waarom denkt ge dat ik zo moe ben.

kinderspam projecten

Newsletter – jaar 1, maand 5.

Lieve Mira

Deze avond stond je na het eten — jij was al klaar, had je bavet uitgedaan en spelen! geroepen, wij zaten nog aan tafel — in het midden van de living en deed een paar wilde gebaren. Slaan op je hoofd, dan door je knieën gaan en je voeten aanraken. En dan opnieuw. Het duurde even voor we wisten wat je aan het doen was, tot we plots doorhadden dat je een eigen interpretatie van hoofd-schouders-knie-en-teen ten berde bracht. Toen we het liedje zongen en meededen kon je je pret niet op. Om dan vervolgens, toen wij weer verder aten aan tafel heel dwingend je kleine wijsvinger eerst links van je op de vloer te zetten en mamamamamama te roepen, en dan hetzelfde rechts met papapapapapa erbij. Om dan naar ons te kijken en NOGNOG te gillen. Hoe zouden we het je kunnen weigeren, kind?

Het is een emotionele maand geweest, deze. Vrienden dicht bij ons hebben een kindje verloren, en dat werkt heel erg op me. Ik ben zo verdrietig, en tegelijk zo dankbaar. Dankbaar dat jij het zo goed doet, en zo on top of the world bent. Als ik denk aan wat onze vrienden is overkomen, dan wil ik naar boven rennen, naar je bed waar je ligt te slapen en je heel hard vasthouden. Als het wat minder gaat, als je de peuter uithangt en me het bloed vanonder de nagels haalt, dan denk ik: oh, als het dat maar is. Ik denk dat vaak tegenwoordig, want mijn kind: wat kan je het uithangen de laatste weken. Je kan doordrammen als je iets wilt, tot in het oneindige. Je bent ontzettend koppig als je iets niet wilt, tot in het hysterische. En je weet tegenwoordig ontzettend goed wat je wilt en wat niet. Maar als het dat maar is, inderdaad.
Je wordt ook steeds verbaler, en dat is behoorlijk indrukwekkend. Je benoemt alles om je heen, en nu wij ruim twee weken constant bij jou zijn geweest, begrijpen we ook steeds beter wat je bedoelt. Communication is no longer an issue in our home.

We zijn op reis geweest, met jou. Nog eens een weekje weg. Ik denk niet dat je je de zomer in Frankrijk nog herinnert, dus het blijft nog een paar jaar telkens je eerste reis als we ergens heengaan. Toen we aankwamen in de chalet, daar in de ardennen, was je onmiddellijk enthousiast. Kasten! Met knoppen! Die ge kunt opendoen! Niet van die vervelende greeploze zoals thuis! Je hebt de fase die je hier thuis noodgedwongen hebt overgeslagen die eerste dag ruim goedgemaakt en ik heb die eerste dag tientallen keren het servies weer in de kast geladen. En toen hebben we de kasten op slot gedaan en de sleutel erbovenop gelegd. Ha.

De eerste nacht daar heb je me de hele nacht wakker gehouden. Ik dacht aanstellerij, wegens geen koorts en geen honger, maar ‘s ochtends bleek waarom: dubbele ooronsteking. Alweer. Het is de vijfde of de zesde dit schooljaar, ik ben de tel ondertussen kwijt. En dus hebben we het onvermijdelijke gedaan: dinsdag gaan we naar de neus-keel-oor-dokter. Ik word nu al bang omdat ik voel dat hij buisjes gaat voorstellen en ik kan de gedachte van jou en narcose en angstig wakkerworden niet verdragen. Want misschien kan ik je niet troosten, en man wat haat ik het als ik je niet kan troosten.

Je bent al groot, ik weet het wel, je toont het elke minuut van de dag. Als je persé zelf wilt eten, helemaal alleen. Als je persé op een grote stoel wilt zitten. Als je persé zelf wilt stappen in plaats van in de buggy te zitten. Als je persé op een bankje wilt staan om mee af te wassen. Als je persé wilt beslissen welke tandenborstel je gaat gebruiken en dat -natuurlijk- niet die kleine kindertandenborstel is. Ik weet het. Maar als je ‘s avonds, na je fles, tegen me aankruipt en over mijn gezicht of hand wrijft, dan voel ik hoe klein je nog bent. En dat het nog heel lang gaat duren voor je groot genoeg bent om mijn troost niet nodig te hebben.

Het is goed zo.

zoen

je mama.

Maand 1Maand 2Maand 3Maand 4Maand 5Maand 6Maand 7Maand 8Maand 9Maand 10Maand 11Jaar 1Jaar 1, maand 1Jaar 1, maand 2 Jaar 1, maand 3Jaar 1, maand 4

kinderspam

Wietel Wietel.

Had ik eigenlijk al verteld dat wij met Mira op muziekles zitten? Neen zekers. Wel, wij doen Muziek op Schoot bij mijn lieve collega M., bij Tuimeloor. Hoewel u die op schoot wat ons klein grut betreft gerust met een korreltje of vijf zout mag nemen.

Maar het is dus supertof: we leren liedjes, we mogen met belletjes en instrumenten spelen en we zien Mira vreselijk hard evolueren tijdens de sessies. Vooral het onderdeeltje “instructies volgen” was in den beginne niet echt haar forté, maar ze begint het echt te kunnen ondertussen.
Wat zo leuk is ook: door die lesjes zingen we ook thuis veel meer. En Mira vindt dat super. Er is een liedje, met bewegingen, dat hier absolute favoriet is.

Samen op de fiets, wiebel wiebel wiebel.
Oei, voel ik daar iets, kriebel kriebel kriebel.
Paardjes in de wei, hobbel hobbel hobbel.
Hou je vast aan mij, daar is nog een bobbel!

De laatste weken doet ze keihard mee, met een stralende glimlach op haar gezicht. En sinds een paar dagen hoor ik haar onder het spelen regelmatig “Wietel Wietel Wietel” zingen. Ik moet altijd ongelooflijk op mijn tanden bijten om haar niet op te eten als ze dat doet.

kinderspam projecten

Newsletter – jaar 1, maand 4.

Lieve Mira

vergeet boorlingskes. Vergeet baby’s. Peuters, die zijn het summum van schattigheid. Je bent de afgelopen maand gegroeid tot 9kg800 en 79cm pure, absolute vertederingsdrugs. En ja, ik weet dat precies, want we zijn nog eens naar Kind & Gezin geweest. Je lichaam is nu officieel een versterkte burcht van vaccins tegen vieze ziektes allerhande, en je blijkt ook flink voor je leeftijd. Flink. Ik kreeg de kriebels toen de dokter het woord uitsprak, want je hoeft van mij helemaal niet flink te zijn. Flinke kindjes, dat zijn in mijn hoofd kindjes die als ze zich niet zo ok voelen toch nog braaf zijn en gemakkelijk te hanteren. En dat vinden wij hier thuis niet zo belangrijk. Ik heb liever een blij kindje, een vrolijk kindje, een avontuurlijk kindje, een lief kindje en een wild kindje. Gelukkig ben je all of the above.

Maar summum van schattigheid, dat zei ik dus. Het begint al vroeg in de ochtend (nog altijd veel te vroeg in de ochtend, naar mijn zin, de dag dat je tot negen uur slaapt, geef ik een dikke fuif) met een vrolijk gegild Maaaamaaaa van zodra ik je kamer inloop. Gevolgd door een heel vertellement over hoe je nacht is geweest en hoe goed je hebt geslapen. Op het verzorgingskussen geef je zoentjes: aan mij, aan al je beren die daar staan om je af te leiden tijdens het verversen, aan je badjas, je sokken, je kam. Sinds deze ochtend moeten de beren trouwens ook zoenen geven aan elkaar. Bijzonder lief van jou, dat je daaraan denkt.
De rest van de dag loopt, als je niet naar de babyfabriek moet, volgens hetzelfde stramien: je helpt ons waar je kan – met boterhammen smeren, vaatwas invullen, stofzuigen, koken – en je maakt perfect duidelijk wat je wil – naar buiten, een koek eten, naar de televisie kijken, stickers op de ramen kleven.

We spreken tegenwoordig onze eigen taal. De taal die je hebt gekozen, en die alleen je vader en ik begrijpen. Je zegt Mè en we weten dat je dorst hebt, je zegt Mollll en we weten dat je wilt voorgelezen worden uit het boek van de mol met de kaka op zijn hoofd. Je hebt woorden voor ongeveer alles in huis: meestal één of twee lettergrepen van een woord dat wij ook gebruiken, maar soms kies je ook koppig een eigen vocabulair. Je zei bijvoorbeeld maanden geleden al \”poe\” voor de poes. En daar ben je dus nu resoluut mee gestopt. Een poes, dat is nu \”Mauw\”, met exact dezelfde intonatie als Santa Boogie miauwt als hij de living binnenwil. Het is niet onlogisch kind, het is niet onlogisch.

Je doet ook aan conventies, de laatste tijd. Vorige maand was je overduidelijk bezig met ontdekken hoe bepaalde zaken nu eigenlijk in elkaar zitten, deze maand ben je vlotjes een sociaal dier geworden. Als je grootmoeder blijkt een brace te dragen voor haar pols, dan wijs je, zeg je \”pijn\” en geeft een zoen op haar hand. Als je een cadeautje krijgt, scheur je het met stralend gezicht open en gil je \”ooooooooooh\”. Als je ergens weggaat bied je spontaan je wang aan aan het gezelschap, voor een kus. Je hebt de wereld door, zo blijkt, en het is een genot om daarnaar te kijken.

Afsluiten doe ik deze maand met mijn persoonlijke hoogtepunt van de afgelopen weken. Op woensdag ben je altijd thuis bij je vader terwijl ik uit werken ben. Tijdens mijn pauze belde ik even naar huis en jullie waren net fruit aan het snijden, zo bleek. Je vader gaf de telefoon aan jou door, en toen ik \”dag schatje\” zei, antwoordde je heel duidelijk \”Allo! Mama!\” en maakte een kusgeluid door de telefoon. Meiske, ik stond daar in de ijskoude tuin op school, met mijn voeten in de sneeuw maar onmiddelijk met mijn hoofd in de wolken. En het was precies instant warm en zomer. You totally made my day.

Zoen

je mama.
Maand 1Maand 2Maand 3Maand 4Maand 5Maand 6Maand 7Maand 8Maand 9Maand 10Maand 11Jaar 1Jaar 1, maand 1Jaar 1, maand 2 Jaar 1, maand 3