kinderspam

kinderspam projecten

Newsletter – jaar 1, maand 8.

Lieve Mira

gisteren vroeg één van onze vrienden me: hoe oud is Mira nu? Ik begon te tellen en realiseerde me dat ik prompt je 20 maanden vergeten was, gisteren. Ik heb excuses, echter: het gaat cliché-matig snel, tegenwoordig. De dagen vliegen voorbij en zijn bijna allemaal even heerlijk. Je hebt peuterkuren, ja, en het eten wil niet echt lukken, maar voor de rest: je bent een heerlijk kind.

Nieuw deze maand is het vol openbloeien van de creatieve kant in jezelf. Je was al heel geïnteresseerd in muziek, maar zingt nu echt een heel repertoire zelfstandig en mixt ook verschillende liedjes door elkaar. Wij horen hier regelmatig over het poesje mauw kom eens gauw met witte voe-oeten hihihi hahaha stond erbij en ik keek ernaar. Dat is bijzonder grappig.

Verder teken je ongelooflijk graag, en is play dooh zowat je favoriete speelgoed. Je hebt een uitstekende compagnon in je vader gevonden, daarin, want hij is wel degelijk een creatief talent. Samen tekenen jullie de halve dag vol, en er worden hier dagelijks tientallen kangoeroes uit plasticine gemaakt.
Sinds een week of wat zie ik je tekenmotoriek veranderen (beroepsmisvorming, vrees ik, dat zulke dingen met grote aandacht gevolgd worden hier thuis): je tekent minder vanuit je schouder, houdt je potlood soepeler vast en soms zelfs al in pincetgreep, en het krassen heeft ruimte gemaakt voor (iets wat lijkt op) cirkels. Gisteren maakte je een ovaalachtige vorm, duwde er twee puntjes in, en sprak “kindje”. Legendarisch, je eerste echt scheppende moment.
Met de playdooh kan je bolletjes maken, en daarna worstjes. En instructies geven over wat wij moeten maken, natuurlijk. Dwingende instructies, want je bent twintig maanden.

Ritme, dat begint ook een beetje te komen. Als ik voor je zing in bad, dan spetter je ritmisch met je handen mee. Ik vind dat ongelooflijk en sta vol verwondering, elke dag opnieuw.

Soms is het zelfs meer dan verwondering, maar absolute verstomming. Als je dingen hebt opgepikt waar ik geen weet van had, bijvoorbeeld. Gisteren zaten we in een boekje te kijken en jij was aan het vertellen. De prent ging over “bij de dokter”, dus ik vroeg “wat doet de dokter dan?” en jij antwoordde “buikje kijken, oren kijken, mondje kijken, koorts meten”, terwijl je aanwees waar dat dan allemaal gebeurde. Op de tekening stond ook een horloge en toen ik die aanwees en vroeg: “weet je wat dat is?” antwoordde je, na diep en hard nadenken: “uurwerk!”. Ik wist niet dat je dat woord kende, want wij gebruiken dat niet, dus ik ga de komende dagen eens proberen uitzoeken of je het bij je grootouders of in de creche hebt geleerd. Maar ik vind het wel cool, dat je opeens dingen kan die ik je niet geleerd heb.

Er is veel werk aan de winkel ook, de komende maanden. Je bent ongelooflijk geïnteresseerd in je potje en geeft zelf aan wanneer je kaka gaat doen, maar ik probeer het zindelijkheidsgedoe nog even uit te stellen. Je bent nog te klein om het echt te kunnen, en toen ik eerder deze maand besloot je toch eens te laten proberen, was je te laat en daarna erg erg verdrietig. Ik hou het nu op “flink, dat je het zegt dat je kaka gaat doen, we geven je dan onmiddellijk een verse pamper”, en deze zomer doen we het voor echt, kindeken. In een blote poep en een zomervakantie, zodat je niet te laat bent en geen verdriet moet hebben.

Een ander werkpunt is je eten, nog steeds. Je eet moeilijk, met veel protest en als een muisje. En je voelt dat dit zowat het enige is waar wij ons druk in maken: op alle andere domeinen van het leven heeft hysterie weinig effect, maar dat eten, ik vind dat moeilijk. Jij voelt het, dat je daarmee op de knopjes kan duwen die mij irriteren, en je moet je pubergedrag ergens in kwijt, natuurlijk. Een voornemen voor de komende weken is dan ook meer structuur in de maaltijden brengen en minder drama. Het lukt ons wel, want je bent misschien koppig, ik ben nog veel koppiger. Ha.

Een kind van je ouders ben je ook steeds meer. Een straatloperke. Op bezoek gaan bij mensen, de stad in, wandelen, naar de winkel: je bent altijd on your best behaviour dan. Uitstapjes zijn goed voor je humeur, dus wij doen er veel.
Het liefst ga je wandelen in de bourgoyen, of in het park. Daarover echter één opmerking: het is niet verplicht om elke steen, elke kiezel, elke kei op het pad op te pakken en onder luid “wow, steentje” gekir mee te nemen. Dat vertraagt de wandeltocht nogal, weetwel. En in je kinderhandje is nu ook niet zoveel plaats dat je alle kiezels van de bourgoyen erin kwijt kan. Als dat wel het geval was, mocht je ze allemaal oprapen. Dat is evident.

zoen

je mama

Maand 1Maand 2Maand 3Maand 4Maand 5Maand 6Maand 7Maand 8Maand 9Maand 10Maand 11Jaar 1Jaar 1, maand 1Jaar 1, maand 2 Jaar 1, maand 3Jaar 1, maand 4Jaar 1, maand 5 Jaar 1, maand 6Jaar 1, maand 7

kinderspam

Ze zijn zij gemakkelijk, de boekjes.

Ge moet haar afleiden. Dat staat in de boekjes, dat zeggen de mensen. Als een peuter iets wil dat niet mag of kan, dan is afleiden het beste, en dan zijn ze het snel vergeten.
En dus deed ik eergisteren keihard van afleiden, toen de dochter plotsklaps haar andereslaapzak-andereslaapzak-andereslaapzak aanwilde. De slaapzaak van vorig jaar, that is, die om één of andere reden opeens in haar blikveld kwam, maar die ze dus niet meer kan aandoen. Wegens dat ze toch wel wat gegroeid is, het laatste jaar, en ze er dus eenvoudigweg niet meer in past.
Enfin, ik deed een heel gedoe met olifanten en een kangoeroe en zelfs een dansje. En de slaapzak was effectief vergeten. Ik moffelde het ding diep weg in een kast, uit het zicht en gaf mezelf een tevreden moederlijk schouderklopje. Crisis onder controle.
Dat was eergisteren. Sindsdien slaat de dochter elke keer als ik haar in bed wil stoppen (dus middag én avond) gigantisch aan het jengelen voor haar andereslaapzak-andereslaapzak-andereslaapzak. Die ze niet kan zien, die ik helemaal doodzwijg maar die zij dus duidelijk niet kan vergeten. En afleiden werkt al lang niet meer, de vijfde maal. Mijn dansje is ook maar een paar keer grappig waarschijnlijk.

Ik weet niet precies of ik trots dan wel verontrust moet zijn over zulk een obsessief koppig geheugen.

kinderspam

Verwarrend, dat lente-gedoe.

Mijn dochter, die is in de war. Omdat ik normaal gezien nogal sta op jas en muts, en dat wij daar al menig peuterdrama over doorstaan hebben. Denk: gillen, op de grond liggen, proberen mij welgemikte vingers in het oog te porren, the works. Dus toen ik vanmiddag, toen ik haar afhaalde op de babyfabriek zei: “goh, kindje, we gaan alleen uw trui aandoen, het is warm buiten” staarde ze me verbijsterd aan. Stond erop haar jas toch aan te doen en die muts die moest ook AAAAAAAAAN. Ze keek me ook aan met een blik van: moeder, alstublieft, maandenlang hetzelfde gezaag en nu ik er mij bij neergelegd heb, verandert ge de regels.

Ze heeft gelijk, natuurlijk. Als het lente is veranderen alle regels. Dat is de wet.

kinderspam projecten

Newsletter – jaar 1, maand 7.

Lieve Mira

het wordt lente! Echt waar! ‘s Ochtends, als jij om kwart voor zeven onze dag begint, dan is de nacht al bijna voorbij, tegenwoordig. Er moet maar één lamp meer aan in de woonkamer en de vogels buiten fluiten alsof hun leven ervan afhangt. De weekends deze maand waren warm ingeduffeld lange wandelingen maken (waarbij jij voornamelijk oog hebt voor stenen langs het pad, maar goed) en we hebben er zelfs al een paar uur in het park en de speeltuin opzitten.
Ik verlang zo heftig naar het echte losbarsten van de lente, want we moeten echt naar buiten kunnen, dringend. Je bent zo groot geworden dat ons huis soms te klein voor je wordt. Rustige dagen thuis, met alleen je speelgoed en ons: het is niet meer genoeg. En dat merken we dan, omdat je keihard de peuter uithangt. Drama, tranen, lastig hangen aan mijn benen, het hoort er allemaal bij tegenwoordig. Als er andere mensen bijzijn, of we maken een uitstapje, dan is alles cool. Maar thuis, bij mij alleen kan het soms heel lastig zijn: het ene moment ben je supervrolijk, het volgende moment hysterisch. De aanleiding kan heel klein zijn: je mag niet nog een koekje, je moet je jas aan, je mag de kat niet slaan. Of ik heb een vod vast en jij niet en je wilt net die vod heel graag. Niet een vod, maar precies die vod.
Ik kies mijn gevechten zorgvuldig. Maak weinig drama en probeer consequent te zijn. En sommige dingen laat ik je gewoon zelf ondervinden. Dat een ski-pak in huis best warm is, en niet zo heel comfortabel bijvoorbeeld. Je hebt er niet meer naar gevraagd, na die ene voormiddag dat je het per sé aanmoest om met je boerderij te spelen, dus ik maak mezelf wijs dat mijn strategie werkt. Laat me in mijn onwetendheid.

Ik heb soms compassie met je onmacht. Je geraakt bij momenten in een soort net verstrikt waarbij je moet hetzelfde mantra tot in het oneindige herhalen. Jas uit jas uit jas uit jas uit jas uit. Soms raak je er precies niet uit. Ik probeer je dan ook manieren te leren om zelf met je heftige emoties om te gaan. We zingen veel, en sinds ik een paar keer in de hitte van de crisis heb gezegd: “MIRA! Als het niet lukt, zing dan een liedje”, hoor ik je soms door je tranen heen “ABC, kopje thee” murmelen. Ik hoop dat het helpt, schatje.

Eerder deze maand had ik je haar in twee staartjes gedaan. Je bent een echt meisjemeisje en vraagt daar zelf naar, waarna je bewonderend naar jezelf zwaait in de spiegel en Mira Mooooooooi roept.
Complimenten doen je groeien, meiske. Complimenten over hoe knap je bent, of over hoe goed je iets gedaan hebt, je glundert helemaal dan.
Die staartjes, die vond je mooi, maar het is bij één keer gebleven. Nadat je vader een foto had gezien, heeft hij me laten beloven dat voorlopig niet meer te doen. De exacte woorden waren: “ge hebt er een bijna-kleuter van gemaakt. ik ben daar nog niet klaar voor.” Ik laat je wilde manen dus met rust, maar zie je ook zonder staartjes onafwendbaar groter worden. Ik verzwijg het voor je papa, maar je groeit als kool.
Gelukkig maar, want ik ben soms bezorgd. Eten, dat doe je nog steeds niet zo goed, namelijk. En ik durf niet zo goed naar de befaamde curves te kijken in het boekje van kind en gezin dat ik gemakkelijkheidshalve volledig negeer. Ik probeer mezelf voor te houden dat alles in orde is: dat je zo goed ontwikkelt, motorisch, emotioneel en verstandelijk, dat het helemaal niet zo erg is dat je niet zo’n grote eter bent. En je weegt misschien maar tien kilo, maar het is wel tien kilo puur geluk en levenslust. Dat scheelt.

zoen

je mama

Maand 1Maand 2Maand 3Maand 4Maand 5Maand 6Maand 7Maand 8Maand 9Maand 10Maand 11Jaar 1Jaar 1, maand 1Jaar 1, maand 2 Jaar 1, maand 3Jaar 1, maand 4Jaar 1, maand 5 Jaar 1, maand 6

kinderspam

Geen hond, zegt het kind. En het kind heeft altijd gelijk.

Vorig weekend gingen wij heerlijk de eerste lente zoeken in de Bourgoyen. Net als deze week opnieuw, maar het verhaal is van vorige week en iedereen weet dat deze blog niets dan waarheid bevat. Vorige week dus. Een natuurgebied op wandelafstand, ik zou dat echt iedereen aanraden, trouwens. Het is daar schoon, in de natuur en met al die blaadjes die bomen krijgen We waren niet de enigen die op het idee gekomen waren, natuurlijk, en er waren dus een heleboel wandelaars. Veel met honden, ook.

De dochter, die is zot van hondjes, zoals waarschijnlijk ongeveer alle kleine kinders. Omdat ik echter niet van de combinatie hond-peuter moet weten, leren we haar netjes dat ze niet aan honden mag komen, maar vanop een afstand moet zwaaien en “Dag hondje” moet roepen.

(Dat van geen honden in de buurt van mijn kindje willen, heeft trouwens niks met de honden te maken, maar alles met de onvoorspelbaarheid van kinderen. Mijn grootouders, die hadden namelijk de allerbraafste hond ter wereld. Tot hij plots wel bleek te bijten. Kan de hond niks aan doen, hoor, ik zou ook bijten als een kleuter hardhandig een lepel in mijn oor zou rammen. Ik heb veel geluk gehad, die keer, dat mijn oog niet uitgebeten was, zo schijnt. Maar ik besef dus hoe gevaarlijk kinders kunnen zijn, inschattingsgewijs. En hoe instinctief dieren daarop reageren.)

Aniehoew. Wij dus in de Bourgoyen.
Een labrador, mira zwaait en roept “dag hondje!”. Een poedel, mira zwaait en roept “dag hondje!”. Een Duitse scheper, mira zwaait en roept “dag hondje!”.

Een windhond. Mira zwaait. Aarzelt. Denkt na. En roept dan, heel overtuigd: DAG KANGOEROE!

I cannot blame her.