Ja!

leutigheid

Ja!

Mwoehahahaha *demonisch*.

Zij die mij ook in het echte leven kennen, kennen waarschijnlijk ook mijn ottovoiture. De legendarische ford feest met de grappigste sticker van de hele stad (This car is blessed by Godfried Danneels) en 1989 als bouwjaar. Het beestje heeft echter zijn beste tijd gehad, tegenwoordig. Lief heeft er namelijk het hele Nederlandse taalgebied mee doorkruist en dat kilometervreten is niet zonder gevolgen gebleven.Tegenwoordig gelijkt het geproduceerde geluid onder het rijden op dat van een opgedreven ferrarri met identiteitscrisis (gaatje in de uitlaat denk ik), er zit roest aan alle kanten, en er is een koplamp kapot. Het behoeft dan ook weinig uitleg dat wij — mijn bolide en ik — ons deze middag aandienden in de autokeuring als een lam dat naar de slachtbank wordt geleid. U kent het wel: gelatenheid. En zelfs een beetje lacherig toen ik moest bekennen aan de jongeman dan mijn ruitjes niet opengaan en dat ik ja-inderdaad-weet-dat-de-koplamp-het-niet-doet. Gelukkig ben ik in zo’n situaties zowat de verpersoonlijking van übercool. Allemaal pose, daar niet van, maar ik ga daar dus niet staan bleiten, meneer.

En dus heb ik me met mijn handen in mijn zakken, zonnebril op de neus en hooggehakt comme l’habitude, nochalant tegen de muur geposteerd, onderwijl grijnzend toekijkend hoe een drietal heren hoofdschuddend mijn geliefde auto aan allerlei ingewikkelde tests onderwierpen.

En toen, tien minuten later, zei één van hen: het is in orde, juffrouw. Betalen en papieren halen aan kassa twee. Tot ziens.
Ik was even sprakeloos. En dat gebeurt dus echt niet veel. Blijkt dat mijn superkar een mooie groene kaart heeft verdiend en slechts een paar opmerkingen heeft (twee meer dan vorig jaar). Voor de rest mogen wij gewoon gezwind opnieuw een jaar de openbare weg op. Mijn ford en ik, tesaam. Blessed by Godfried Danneels.

Ja! projecten

Een pakje uit den Ameriek.

Mijn postpakket is aangekomen en de inhoud is al op de muur gekleefd. Nu nog wachten op de foto van Hans die ik besteld heb en dan is mijn bureau eindelijk af. De foto’s en the making of komen er dus aan, jawel.

Ja!

Gouden gids – no more.

Aha. Via de commentaren bij Smetty heb ik eindelijk iets gevonden dat mij een ergernisje per jaar scheelt. Ieder jaar krijgen we namelijk een hoop papier op de stoep gedropt, dat daarna rechtstreeks in het oud papier belandt. De gele en witte gids, inderdaad. Ik gebruik die dingen nooit. Jamais.

Maar blijkbaar kan je je dus uitschrijven op het ontvangen ervan. En dat is bij deze al gebeurd zie.

Ja! regiolect

Tomadde en zijn konijn.

Daarnet hebben wij heel erg moeten lachen met het filmpje van Tomadde en zijn konijn.

springt Bracke plots recht en roept : “Konijn! Konijn!”. En effectief, in zijn living zit plots een klein konijntje, dat als reactie op 5 volwassenen die zo lomp as imaginable rechtspringen en enthousiast beginnen te roepen, terug richting keuken vlucht waar het vandaan kwam.

Opnieuw waren alle deuren gesloten, en na een half uur alles te doorzoeken ontdekken we een klein gaatje in de plinten onder een keukenkast.

Het volledige verhaal vindt u alhier.

Voor de mensen die zich afvragen hoe het meetjeslands dialect, ook het dialect van lief en mezelve, klinkt: zo dus.


Ja!

Vergane Glorie.

Om van bij ons naar klijn en meneer klijn te rijden, moeten we langs de Kortrijkse Steenweg. Normaal gezien, als mijn lief naar mij luistert, slaan we op de juiste plaats af, maar vandaag was dat anders. Hij had nog geen waserette gezien en hij moet eerst een waserette zien voor hij afslaat. U kent dat wel: the usual.

Alleszins, we waren al voorbij Latem toen het begon te dagen dat we de straat gemist hadden. En moesten we het hele eind terug. Edoch: de tocht was niet helemaal nutteloos, want ik heb ontdekt dat er op de kortrijkse steenweg een huis van lichte zeden is dat “Vergane Glorie” heet en dat in grote letters op de gevel heeft staan. En ik vind dat een schone naam, jawel. Zeer vreemd, maar ook wel schoon.