Ja!

leutigheid

Ja!

Hij is terug.

Het grote voordeel van thuis werken is dat je je tijd een beetje zelf kunt indelen. Zo ben ik deze ochtend om half negen opgestaan (op verzoek van mi hombre, die het prefereert als ik ‘s morgens *niet* bij hem aan de ontbijttafel zit om 8h. Mijn ochtendhumeur is niet goed voor onze relatie), heb ik daarna een beetje gewerkt en dringende mails bekeken, en heb mijn planning voor deze week gemaakt.
Aangezien een mens niet de hele dag in kamerjas kan rondlopen (alhoewel sommigen het tegendeel beweren, you know who you are) daarna besloten een douche te nemen en de was in te steken. En een beetje op te ruimen boven.

Toen ik fris gewassen en monter naar beneden kwam, lag Santa Boogie in de hal een tuk te doen. Hoera! En toen hij mij zag begon hij te spinnen. Ik was er zowaar een beetje van aangedaan.

Het grote voordeel van thuis werken is dat er zo’n dingen gebeuren, dacht ik dan.

Ja!

Warme voeten.

Ik heb voor het eerst in een paar weken warme voeten hier thuis, jawel. U moet weten: ons huis is ondertussen al anderhalf jaar niet verwarmd geweest: vorige winter hadden wij het al gekocht, en het voorjaar ervoor stond het al leeg, schijnt. Dat betekent dat onze muren ijskoud zijn, en er een zekere kilte in het huis hangt. In de zomer is dat aangenaam, die verkoeling. Maar nu begint het langzaamaan een beetje frisjes te worden. Vooral ‘s avonds, als we stilzitten om te werken of naar de lichtbak te kijken is dat niet aangenaam. We doen tv-dekens, we doen truien, maar toch. En de verwarming wil dus niet mee, de chauffagist is van een ladder gevallen en heeft een rib gebroken, en we zijn overigens momenteel aan het overwegen om meteen een zuinige nieuwe ketel te laten installeren, in plaats van de oude te herstellen.

Vandaag echter zijn we bij Michel en Sandra een prachtige elektrische kachel gaan halen, in bruikleen. Hij is van de oma van Michel, hij is helemaal retro en oranjerood. En vooral: hij maakt mijn voeten warm. Driewerf hoera voor de kachel van de Vuijlstekes!

Ja!

Hallo met kleine klijn.

Gisterenavond, in de auto op weg naar eindhoven kreeg ik een telefoontje van J., also known as Meneer Klijn. Ik was net te laat om op te nemen, en ging ervan uit dat het klijn zelf was die me belde met de gsm van meneer. En omdat klijn zelden boodschappen inspreekt, belde ik gewoon onmiddellijk terug. Voicemail. Toch iets aan het inspreken dus. Twee minuten later nog eens terugbellen. Voicemail. Vijf minuten later: idem.

Na tien minuten mijn eigen voicemail eens gecheckt en het resultaat was hilarisch. Ik had wel degelijk een nieuw bericht. En op dat bericht hoorde ik ademen in de microfoon, en veel gestommel en gekraak. Op de achtergrond J. die bezig was met potten en pannen (vermoedelijk afwas). En dan, na twintig seconden een peuterstem die keihard “Allo!” roept en dan luid begint te giechelen. Daarna weer gestommel en gekraak en nog een “Allo” een minuut later.

Iets zegt mij dat de kleinste van de familie met papa’s gsm heeft gespeeld, gisterenmiddag.

Ja!

Om commissen naar de kliniek.

Mijn meme ligt sinds twee weken in het ziekenhuis. Ze is –eindelijk– aan de beterhand en morgen mag ze (hoera!) naar huis. Dinsdag was ik nog langs geweest in de kliniek en ik had van de gelegenheid gebruik gemaakt om een beetje groenten af te schooien. Mijn pepe heeft namelijk een lochtink. En veel te veel groenten voor hun twee, dus ik voel me hoegenaamd niet schuldig.
Vandaag dus opnieuw naar het ziekenhuis gegaan en teruggekeerd met een fietstas vol lekkers. Zurkel en pompoen en paprika’s en kleine spaanse pepertjes en rabarber.

Straks eens denken wat ik daar allemaal mee ga maken zie.

Ja!

Wij reduceren onze ecologische voetafdruk.

Misschien dat het de nabijheid is van de bioplaneet is die het doet, maar ons ecologisch besef scheert hoge toppen tegenwoordig. Zo is ons dak sinds een paar weken perfect geïsoleerd (K-waarde 3,75 jawel. Om maar eens een term te gebruiken die de ene — niet-verbouwende — helft van mijn lezerspubliek prompt aan het googlen doet slaan en de andere — wel in stof en vuiligheid kruipende — helft instemmend doet knikken). We hebben alle nieuwe lampen die we nodig hadden vervangen door spaarlampen, die behalve het iets trager oplichten eigenlijk weinig nadelen hebben. En dat traag oplichten geeft trouwens een beetje interbellumsfeer en ik ben een sucker voor het interbellum, ik. We hebben ook een lading spaarlampen liggen in de kast en als er een gewone lamp kapot gaat wordt het een spaarlamp in de plaats.

En verder? Ik eet alleen nog groenten uit België, de laatste tijd. En we eten beduidend minder vlees. We hebben een spaardouchekop geïnstalleerd. De verwarming heeft nog niet gebrand (eigenlijk komt dat omdat rob-de-chauffage-man, die moet langskomen om water op het circuit te steken, vorige week van zijn ladder gevallen is op een bouwwerf en daardoor een paar weken out is. Maar dat doet er niet toe, want ze brandt niet ondertussen en zijt gij van de energiepolitie ofwa?). Ik heb nu zo’n stopcontact met aan-uit knopje voor mijn laptop. De televisie staat niet meer op standby maar gaat uit. Ik laat mijn lader van mijn gsm niet meer in de prieze zitten. We hebben een verse sticker tegen reclame op onze bus. We zitten in de Robinsonlijst en zijn uitgeschreven voor de gouden gids. We kopen bubbelwater in glazen flessen. Ik zaag tegen mijn lief over de lichten uitdoen.

En onze nieuwste aanwinst is een brita-waterfilterkan. No more plastiekenen bottles in our house, mister. En het is eigenlijk lekkerder dan vitel.

Dat alles heeft mijn ecologische voetafdruk op een mooie 2,2 hectare gebracht. Hoera voor ons. Hoera voor de planeet!