Ja!

leutigheid

Ja!

Zet je mi af in ‘t passeren? #fangirlpost #nievoekinders

Ik was de eerste om dingen aan te steken. Het licht, en dan de stereo. De muziek waar ik de nacht voordien mee gaan slapen was, zat nog gewoon op de zelfde plaats. Play. En dan mooie zinnen die mijn gemoed zalven.
Ik liet de kat binnen, zette koffie en zong zachtjes mee.

Maor aje gaat, leg ‘k niets in de weg, ‘k wil u zelfs voeren. ‘t ga niet over mi.

Het geweld volgde tien minuten later.
Zij, oren van alle hoofden die ze tegenkomt aftaterend voor acht uur in de ochtend.
Hij, de flinkste van ons beiden, gewillig luisterend en beleefd antwoordend op haar honderdduusdmiljard vragen.

Bij de deur stopten ze om naar mij te kijken, een beetje wiegend en wat dwaas glimlachend in de keuken.
Ze fluisterde iets. Hij antwoordde: Ja, liefke. Als de dagen korter worden, en het ‘s ochtends koud is in de herfst, dan luistert mama naar dit soort muziek. En ze is blij, want Wannes heeft een nieuwe plaat.

Vanaf dit weekend kunt gij ook blij zijn. Want Nie Voe kinders van Het Zesde Metaal ligt nu ook echt in de winkel.

nievoekinders

Ik heb de vorige keer naar het schijnt wat zieltjes gewonnen, en kan u ook deze plaat met heel mijn hart aanraden.
Ge moogt zelfs bij mijn fanclub, als ge wilt. Die is warm en gezellig, en iedereen ziet bij momenten een beetje af. We communiceren voornamelijk met zinnen als “Tis beter datter lucht ankan dat ‘t scone kan genezen” maar laat u daar vooral niet door tegenhouden.

Ja!

Oooooooow.

– Ik heb die nog niet gezien.
– Wat? OOOOOOOOOOOW.
– Ja. Kweetnie. Is dat niet zo’n licht homo-erotische film zonder inhoud?
– WAT? OOOOOOOOOOOW.

Op mijn vrijgezellendag, ergens in de namiddag, in een café dat aan elkaar hangt van de herinneringen, hadden wij dit gesprek, mijn vriendinnen en ik. De ene persoon in de conversatie is de hippie-vriendin, opgegroeid in een huis zonder televisie en verder ook verstoken van elementaire belangrijkheden zoals de Joepie. De WatOOOOOOWs kwamen van alle andere aanwezigen. In koor.
De directe aanleiding was dit nummer, en dan weet u natuurlijk het onderwerp ook. Want iedereen heeft deze film gezien.

Behalve onze hippievriendin dus. Nadat onze schok een beetje was gezakt (“wij zijn bevriend met iemand die niet weet wat Talk to me, Goose betekent. Hoe is dit ooit kunnen gebeuren?”, ik moet u die conversaties zeker niet uitleggen) werden er algauw plannen gesmeed om dit verschrikkelijke euvel te verhelpen.

En zo hadden wij gisterenavond een vrijgezellenavondreünie in een boothuis. Er was een kachel, er was een groot scherm, er was chips, er was wijn, er waren dekentjes en er waren hapjes (“ik weet niet wat het is, neen. Er stond -50% en het zag er vettig uit, dus ik heb het gekocht”).

Talk to me, goose.

Topavond. Vooral omdat ik deze ochtend een sms-stuurde naar zij-die-tot-gisteren-een-topgun-maagd was, of ze maandag mijn +1 wilde zijn op iets waar ik naartoe wil, en ze antwoordde: “I would be your wingman anytime!”. Hartjes voor random gebruik van filmquotes. Veel hartjes.

De volgende op de lijst is Dirty Dancing. ‘Cause nobody puts baby in a corner.

Ja!

9000 Toeren.

“Dé Gentse muzikale stadsmythe kent u ongetwijfeld al: op 2 december 1989 treedt een piepjong Nirvana op in Democrazy (toen nog in de Reinaertstraat), meteen hun eerste concert op Belgische bodem. Voltallig muziekminnend Vlaanderen beweert achteraf aanwezig geweest te zijn die 2e december, hoewel er in werkelijkheid misschien twaalf man en een paardenkop was. Tweeëntwintig daarvan werden later muziekjournalist.”
Vanop http://www.9000toeren.be/

Ik moest lachen, want ik ken inderdaad een vijftal mensen die beweren dat ze daar waren. Ikzelf niet. Ik was ohere 12 jaar toen, en mijn muzikale voorkeur was toen Clouseau. Ik durf dat toegeven, ja, want in de jaren die daarop volgden heb ik alles goedgemaakt en meer. Onberispelijke muzieksmaak, u verstaat dat wel. Honderden café-optredens heb ik gezien in Gent, tientallen nieuwe groepkes van dichtbij gevolgd. Het heeft mij onder andere een blijvend fundament in het Gentse nachtleven opgeleverd: ook nu ik eigenlijk nog nauwelijks buitenkom, heb ik toch bij sporadische nachtelijke escapades wel altijd iemand om mee te blijven hangen.

Het is daarmee dat ik zou blij was toen 9000 toeren werd gelanceerd. En het is daarmee dat ik gewoon zelf heb gevraagd of ik reclame mocht maken. En ook wel omwille van de makers: onder andere de fijne dame waarmee ik menig nachtelijk uur heb gesleten werkt mee (Hallo, Katrien!), de muziekman waarvan ik altijd blij ben dat ik hem terugzie (Dag Marc!) en één van de grappigste columnschrijvers die ik ken (Hoi, Tim!). Ik heb niet meer nodig, soms.

Het hele project is al een jaar in voorbereiding, het boek dat erbij hoort komt uit in april, rond Record Store Day. Daarna volgen er nog activiteiten, maar die zijn voorlopig nog ultrageheim.
De hoofdbedoeling van 9000 toeren is een soort ‘viering’ van de recente Gentse muziekgeschiedenis: het collectieve geheugen ergens neerschrijven én heel wat dingen die nog niet zo lang geleden zijn maar toch vaak al een beetje vergeten zijn bij de jongere generaties terug wat aandacht te geven. 9000 toeren begint in de jaren 60 en bolt uit in de jaren 2000…

Het redactieteam gaat op zoek naar beeldmateriaal bij professionele fotografen, maar ze wil ook zien of er geen leuk beeld te vinden is bij amateurfotografen en bij particulieren, een beetje zoals Het Huis van Alijn doet met haar reeksen over het dagelijks leven.

En daarvoor hebben ze dus ook u nodig. Ik lees voor vanop op de website:

We zijn op zoek naar foto’s die van dicht of van ver met de Gentse ‘muziekbeleving’ te maken hebben, vooral voor de periode die loopt van 1950 tot 1999. Foto’s van of met Gentse muzikanten, van legendarische optredens in de Gentse concertzalen, muziekcafés en op festivals, kijkes achter de schermen, foto’s met een verhaal,…

Een selectie van het ingezamelde fotomateriaal zal verschijnen in het 9000 Toeren-boek, de overige worden verzameld op de 9000 Toeren website en Facebookpagina.

Dus neem contact op, als u denkt dat u iets hebt!

Tot slot? Hierzie, een Gents Liedje dat ge allemaal al een beetje vergeten zijt. Gewoon omdat het vrijdag is.

Ja!

[vakantiegeschrijf] Van liefde.

De camping waar we onze reis afsloten: dat was een uitstekende camping. Rustig, klein, perfect onderhouden. Een mooie plaats, onder een kerselaar, met uitzicht op berg, meer en dal.
Altijd proper sanitair, altijd warme douches met een straal die krachtig genoeg was om mijn haar uit te spoelen.
Een speeltuintje, een springkasteel, en elke ochtend verse croissants en baguettes geleverd aan de accueil, zodat ge niet naar beneden naar de bakker moet rijden. Een zwemmeertje vlak ernaast. Luxe en rust. Veel respect en waardering voor Le Clos du Lac. Echt.

De eerste camping, dat was wat anders. Ik heb daar acht dagen lang nooit een warme douche genomen. De toiletten waren twijfelachtig, en door de snelstromende rivier was het er nooit echt stil. La Graville was woest, wat onherbergzaam. En ik, ik was instant verliefd.
Een coup de foudre, vanaf het moment dat we de fantastische canyon inreden. Een beetje alsof ge als een blok valt voor een man waarvan ge weet dat er een fout kantje aanzit. Ge weet dat ge veel miserie gaat hebben, maar hij is zo plezant. Zoiets.

Dag 29: Goeiemorgen!

Er werd daar zelfs gekookt. Soms.

Ik heb gevloekt toen de douche weer koud was, ik was oprecht bang van de vreselijk hevige mistral, die ene wilde nacht en ik werd elke ochtend te vroeg wakker van de rivier.

Tot ziens, berg!

Maar wat een fantastische plek. Heerlijke Stéphane met zijn legendarische traagheid en vergeetachtigheid. “Une café? Oui, j’arrive!” en het dan vergeten. Elke dag opnieuw.
Prachtige Gigi met haar misdadig lekkere hamburgers. De tafels die genoemd waren naar hun kinderen. Negen stuks samen, alstublieft.

Overal lagen fietsen en speelgoed, alle kinderen op de camping speelden door elkaar en maakten gevaarlijke constructies van gocarts met driewielers erachter gebonden. Er waren grote sterke koffies op ijskoude ochtenden, en een algemene chaos die mij achterlijk rustig maakte.

We zijn er vertrokken omdat er weer twee dagen regen en zwaar onweer werd voorspeld, en ik was blij. Er was sprake van een zekere verlangen naar een hotel met een bad en een warm bed.
Tot ik daar was, in dat hotel. Toen was er instant heimwee naar La Graville. Naar ‘s ochtends de zon zien opkomen op de berg, met mijn tas koffie. Naar mijn kleine urenlang petanqueballen in een goot naar beneden te zien rollen met haar vriendinnen. Naar het constante gerommel van de rivier.

Ik ben een stuk van mijn hart verloren, daar tussen de rotsen.

Ja!

Mijn man maakt dingen.

“Eigenlijk zouden we een hok in de tuin moeten hebben,” zei hij. “Iets waar de vuilnisbakken inkunnen, en de grasmachine. En waar de fietsen kunnen staan. Dat kan dan meteen ook de schutting zijn”
“Mag ik ook een bak voor groenten?” vroeg ik. En het mocht. Hij een hok, ik een bak. Zij dus ook haar eigen plek, een soort balkon waar huisjes op gebouwd kunnen worden.

kotschets

Hij tekende en schrapte. Er waren meters, schetsen, opnieuw meters. Kleine tuinen zijn moeilijk: een te grote blok is nefast voor het zicht, en elke meter dient gebruikt te worden. Verhoudingen werden aangepast. Hij praatte over lijnen, schetste, schrapte. En begon toen te bouwen, samen met mijn papa. Een schutting, een vloer, een karkas.

Tuinhok, de ruwbouwfase.

Een trap, een balkon.

Tuinhok, we komen in de eindfase.

Ik vulde de bak met potgrond, veldbloemen en courgettes, kweekte bonen met de mooiste bloemen die mochten klimmen.

Moestuinbak.

Ondertussen werkte hij af. Strakke vlakken in kleuren die in ons hele huis terugkomen. Een tekenbord voor het kind, met een poortje voor de kat. Boordjes voor mij, om alle rommeltjes van het tuinieren kwijt te kunnen.

En nu hebben wij dus een hok. Het beste hok ter wereld.

Mijn man is een held! Beste tuinhok ter wereld!

vanboven

vanbinnen