Ja!

leutigheid

Ja!

[Wijvenweek] Huishouden in mijn hoofd.

In mijn hoofd heb ik een huis waar je desnoods aan de vloeren kunt lekken. Pas op: u kunt aan onze vloeren lekken, maar de kans is groot dat ze naar chocolade, spagettisaus of soep smaken. In datzelfde hoofd bind ik een keukenschort voor wanneer ik welgemutst van mijn werk kom, waarop ik prompt de strijk begin te doen en de tafel dek met vers gesteven tafellinnen.
In mijn hoofd is er iedere dag dessert, is de ijskast altijd goedgevuld en ben ik nooit mijn sleutels kwijt. In mijn hoofd ben ik echter ook een grote slanke negerin die goed kan dansen en zingen, dus we kunnen gerust stellen dat realisme niet echt een topprioriteit is in mijn hoofd.

En wat doet een slimme vrouw dan? Ze brengt de heilige drievuldigheid van de schadebeheersing in huis: een Bosch, een natalia en de luiewijvenwinkel.

Het is graag gedaan.

Ja!

[wijvenweek] Het nutsprincipe (I)

Bij mannen moeten dingen nut hebben. Er moet een reden zijn. Een waarom. Een activiteit. Een veralgemening als een huis, maar ik heb dat empirisch vastgesteld. Bewijsstuk 1.

Hij is een vriend van het lief, sinds jaar en dag. Niet dat ze elkaar zo vaak zien, maar ze hebben veel samen rondgehangen. En het klikt bijzonder goed. Ondertussen is het een paar maand geleden dat ze elkaar gezien hebben. U kent dat wel: iedereen heeft het druk, er is het leven dat sneller voorbijraast als de TGV richting Zuid-Frankrijk (het is een vergelijking van niks, maar treinen richting het zuiden zitten in mijn hoofd de laatste weken) en voor een mens het goed en wel beseft is het weer pasen en sneeuwt het.

Op een avond hoor ik via via dat het niet zo goed met hem gaat. De via via is vrouwelijk, maar dat hoef ik u vast niet te vertellen. Maar goed: het is niets ernstig, maar hij is een beetje down, loopt wat verloren. Het komt wel in orde, maar ik bedenk dat een telefoontje van lief hem wel goed zou doen.

De volgende dag in de auto.

– En ze vertelde dat hij het niet zo goed stelt, tegenwoordig. Misschien moet ge eens bellen.
– Bellen? Ik heb geen tijd om op café te gaan, de komende weken.
– Ik zeg toch niet dat ge op café moet gaan. Gewoon eens bellen om te vragen hoe het met hem gaat.
* Rolt met zijn ogen * Dat kan toch niet.
– Hoe dat kan niet?
– Ja. Ik zal een beetje gaan bellen: Hey, hoewist? / Voorwabeldegij? / Zomaar nen keer, om te horen hoe het met u is. Hij gaat denken dat ik zot geworden ben.
– Maar allez. Dat is toch perfect normaal. Eens informeren hoe het met uw maten is en al.
– Jajaat. En dan kunnen we meteen afspreken om eens samen te gaan winkelen of ons nagels te laten doen. Telefoons, dat is voor als ge iets moet afspreken of iets nodig hebt.
* twee minuten stilte *
– Anders bel ik hem eens om te vragen of hij mij kan helpen om dat plan uit te tekenen.
Ja. Dat ga ik doen.

Ja!

[Wijvenweek] Dat komt omdat er veel inzit, troost ik mezelf.

Lang geleden heb ik het ooit al eens bekend op deze uithoek van het wereldwijde web: ik heb een groot hoofd. En ik heb daar een groot complex over. Nu, ik heb het altijd al groter dan gemiddeld gevonden, mijn hoofd, maar ik was daar in indertijd niet zo erg mee bezig. Eerder een sluimerend onzekerheidje, in plaats van een reusachtig complex dat bij de omvang van mijn Giant Head zou passen.
Tot die ene dag.

Ik zou naar Bolivia trekken, een paar maand later. En bij de voorbereiding hoorde het aanvragen van een internationaal paspoort, want dat moet: anders mag u de Westerse Wereld niet verlaten. Nu maakt een enigszins chaotische geest zulks al tot waar op avontuur op zich. Eerst naar de politie, uitleggen dat ik mijn reispas in de vuilnisbak heb gekeild bij de laatste verhuis. Daarna naar de fotograaf, voor pasfoto’s. Plaatsnemen op het stoeltje, weigeren te lachen, 5 minuten wachten, weer plaatsnemen op het stoeltje, opnieuw weigeren te lachen (De kip had de eerste keer haar vinger voor de lens gehouden. Voor de lens, inderdaad. Een professionele fotografe). Opnieuw 5 minuten wachten. Dan richting adminstratief centrum, volgnummertje, wachtenwachtenwachten, aha mijn nummer.
De dame achter loket kijkt naar mijn foto. Monstert mij vervolgens aandachtig en spreekt dan de legendarische woorden: uw hoofd is te groot. En met dat ene zinnetje bevestigde ze alles waar ik al mijn hele leven bang voor was: ik heb een werkelijk gigantisch hoofd en dat is een misvorming. Logisch aangelegd als ik ben, concludeer ik onmiddellijk dat Bolivië een duidelijk beleid heeft omtrent mensen met een hoofdafwijking. Zoals Engeland dat heeft over huisdieren: ze komen er niet in, want ziet eens dat het besmettelijk is. Zweet parelt op mijn hoofd en ik besef dat ik geen annulatie-verzekering heb en dus 800 euro gespendeerd heb aan een vliegticket dat ik nooit zal kunnen gebruiken. Adios, America del Sud, mi Corazon.

Blijkbaar keek ik als een hert in de koplampen van een S.U.V., want de loketdame haalde een formulier boven. Ze legde zuchtend mijn pasfoto ernaast en verduidelijkte dat het hoofd op de foto binnen de randjes van het sjabloon moest passen. En dat ik dus nieuwe foto’s diende te laten nemen. Niets aan de hand, dus, en twee maand later zat ik effectief op het vliegtuig richting Santa Cruz.

Maar mijn complex is gebleven. Net als mijn gigantisch hoofd, overigens.

Ja! projecten

[Wijvenweek] Productjes

Ik was aan het overwegen of ik mijn wijflijf-stuk zou schrijven over menstruatie of ontharing, maar terwijl ik nadacht dacht ik toevallig aan volgend vaak weerkerend incident in ons huisgezin. En ik wilde het jullie niet onthouden, want het is één van de grappigste dingen om te doen als je in de badkamer staat naast je lief. Mijn echte stuk komt dus later vandaag nog. Denk ik.

Goed. Daar staat ge dan. Elk voor zijn eigen spiegel, gij bezig met uw meiskeszaken (crème smeren, dingen van zwarte lijntjes en mascara voorzien), hij met zijn jongenszaken (gezichten trekken naar de spiegel en kijken of hij die ene wenkbrauw werkelijk 10 cm kan optrekken als hij dat wil — Voor zij die daarover twijfelen: header van zijn blog–). Het allerleukst is het dan om volgende conversatie te starten.
– Uw vel ziet er droog uit.
– Huh?
– Dat uw vel er droog uit ziet. Ik heb daar een goed product voor.

(neem tube dagcrème vast en zwaai ze in zijn richting)
– *grijnst* Tuurlijk. Ik ben geen homo é schat.
– ja, ik weet het, het is een vrouwenversie. Maar er bestaan tegenwoordig goeie dagcrèmes voor mannen ook. Ik kan dat meebrengen voor u.
– Opnieuw, liefste: ik ben geen homo.
– En toch is uw vel droog. Het is geen zicht.

(open de tube dagcrème, doe wat op je hand en beweeg richting zijn gezicht) Allez. Laat mij eens doen.

Making men scream and run like little girls. 101.