Als ik heel stil zit, zien ze dat niet dat ik dichter kom.
Vorige vrijdag heeft mijn lief voor de eerste keer Karton gespeeld in de min-of-meer definitieve vorm. Plaats van het gebeuren was het arenatheater in Kortrijk, dat voor de gelegenheid helemaal uitverkocht was. Voor het eerst heeft hij gespeeld met headset (Xander! Het is cabaret geworden!), en het was zowaar nog beter dan met microfoon. Er was ook voor het eerst een lichtplan, en het is schoon geworden. Taking it to the next level en al.
Verder is er vandaag een persbericht vertrokken, en loopt de kaartenverkoop best goed. Wat nog niet wil zeggen dat het uitverkocht is, natuurlijk. Dus bestel gerust nog wat kaarten en breng uw vrienden mee.
Dit doet de zon wat harder schijnen: ik kreeg net een mailtje binnen van Meester De Wispelaere, die u hier ondertussen ongetwijfeld al kent als klijn, dat het nu definitief rond is: mevrouw werkt niet langer voor een patron, maar heeft zelf een advocatenassociatie, Advobis. Kleine meisjes en hoe ze groot worden, ge kent dat wel, ik ben daar altijd een beetje van gepakt. En trots dat ik ben, meneer.
Dus: als u een advocaat in Gent nodig hebt, u weet waar u moet zijn.
(ik? google-reclame maken? bijneen, ik zou niet durven)
Ik aas er al een paar jaar op, op zo’n eigen postvakje in de hal van onze school. Er zijn er te weinig voor alle collega’s, en tot nog toe had ik enkel een schuif in het vakgroeplokaal en een plastiek bakje bovenop de postvakjeskast. Maar vandaag kreeg ik een mailtje van E., de postvakjeskasterverantwoordelijke.
Heb voor jou nog een groot kastje kunnen vinden; kastje met nummer 122 is voortaan het jouwe – de aangepaste lijst zal spoedig worden uitgehangen; sleuteltje kan je deze week nog afhalen van 10.30u tot 17u
Wahey. Een groot met een heuse sleutel. Als dat geen goed nieuws is.
Er is iets louterend aan een verbouwing die zo ingrijpend is dat ze heel uw leven overhoop haalt. Ik bedoel: een mens leert daarvan relativeren. Loslaten. Berusten.
Het rustgevende is dat voor het eerst in ruim een jaar er absoluut niks te doen is voor ons: we kunnen niet helpen, niet breken, niet sleuren, niet dingen vastvijzen of kabels leggen. Het is allemaal in handen van de professionals nu.
En als ge dan in staat zijt om door het stof en de chaos en de ongemakken heen te kijken, dan rest er eigenlijk alleen maar leegte. Een leegte die mij al meer dan een jaar absoluut vreemd is.
Ik heb eergisteren, gisteren én vandaag absoluut niet gewerkt, en dat is dus heel lang geleden. Ik heb wel: (a) geluncht met mijn lief — die jarig was gister– en de gringos op een terras, (b) lampjes gekozen voor de living (c) taart gegeten op de koer met de familie (d) mijn lief uit eten genomen naar één van zijn favoriete restaurant (e) bier in mijn lief zijn hoofd gegoten samen met een hoop vriendjes, ter ere van zijn 34ste (f) uitgeslapen (g) de markt in Ledeberg afgedweild.
En nu ga ik naar de olympische spelen kijken zie. En dan misschien in bad. En wie weet een tukje doen. Of een boek lezen.
Spijtig dat het volgende week werkenweek is. Ik zou het gewoon kunnen worden, dit leven.