Ja!

leutigheid

Ja!

Vaaaarroem.

Sinds gisteren staat hij hier voor de deur, mijn verjaardagscadeau van de mama en de papa. Verwend nest dat ik ben.

Hij is piepjong, hij is mooi, hij blinkt en er ligt geen stofje in. En hij doet vaaaaarroem als ik het gaspedaal indruk.

Dat betekent dat ik afscheid neem van mijn Ford Feest II, die — laten we eerlijk zijn — veel van zijn pluimen was verloren het laatste jaar. En van zijn mechanische mogelijkheden, dat ook.

Enter Ford Feest III. Ik moet enkel nog een naam bedenken, en een schone afplakker hebben om erop te kleven.

Ja! projecten

Mails die mij blij maken

ik mail naar onze aannemer.
Dag P., ik heb de definitieve leveringsdatum doorgekregen voor de keuken: donderdag 16 oktober. Mag dit doorgaan?
groeten, i.

Antwoord:

Dag i.,
op zich stelt dit geen problemen, ik vermoed dat deze planning kan worden aangehouden.
Met vriendelijke groeten,

P.

Dat betekent dat wij concreet binnen dit en 2 weken vloeren, plafonds, muren en ramen gaan hebben. Vermoedelijk.

*maakt een rondedansje*

Ja!

Twintig.

Twintig kaarten zijn er nog voor het premiere-weekend. Op vrijdag is alles uitverkocht, op zaterdag zijn er dus nog een paar plaatsen.
Iedereen die momenteel nog geen kaarten heeft besteld voor de vrijdag, of zijn aanvraag naar tickets@uitbureau.be heeft gestuurd, of geen mailke terug heeft gekregen: het is te laat.
Wie nog wil komen kijken op zaterdag: wees snel!

Ja!

Slecht nieuws voor de stadsmussen: de boerenbuiten rukt op.

Het is al jaren een marginaal trendje te noemen: stadsmensen (ja, zo refereer ik al graag eens naar mezelf en de 237 249 andere mensen die op de 156 km² die wij de Arteveldestad plachten te noemen samentroepen) hebben een klein zwak voor den buiten. Op zondag trekken wij al eens onze gummilaarzen aan om door de modder te ploeteren in onze geliefde Bourgoyen. En er wordt bij wijlen een plattelandsvakantie gedaan, of (oh, avontuur) een fietsvakantie. We hebben zelfs boerenmarkten tegenwoordig: waar de landbouwende medemens uit het hinterland (met paard en kar stel ik me dan altijd voor, maar eigenlijk is het met camionette en kiekenskot) zijn waren aanprijst aan de stedelijke inwoner die normaal voor commisses naar de colruyt gaat — of bij speciale gelegendheden: naar de aula. Wij vinden het allemaal fantastisch, maar laten we wel wezen: men moet niet overdrijven.
Zo bleek er vanmorgen een gigantische mol het trottoir omgewoeld te hebben hier in de straat. En vanmiddag reed er zowaar een tractor met pikdorsgedoe op de ring. Aan vijf per uur. In de spits.
Alsof dat nog niet genoeg was, stond er vanavond in de straat hierachter opeens een geitenstal, midden in de straat. Met GEITEN.

Het is begonnen, lieve stadsvrienden: de buitenmensen zijn hun slapende suburbia beu geworden en ze komen naar hier. Ze hebben genoeg van het kwetteren van gevogelte en de stilte, en nu sluipen ze de stad in. En ze brengen hun gewoontes, hun voertuigen en hun beesten mee, zo blijkt.
Sluit uw luiken, Houd uw dochtes binnen: de stad is niet veilig meer.

(en als ge dan toch per sé buiten wilt komen: dit weekend is er een kunstproject in de Geitstraat. Komt gerust eens af, en geef mij een seintje als ge er zijt)