Ja!

leutigheid

Ja!

Madelien.

De eerste keer dat ik iets over Madelien hoorde was toen ik luid moest bulderlachen met de handtekening onder een mail van haar.

Madelien Waegemans
fotograaf en al

Dat stond er. Heerlijk vond ik dat. Daarna was er ergens een meeting voor Het Project waarop ze poneerde: Tegenwoordig draait elke hobby-fotograaf een dure lens op zijn camera en denkt dat hij concertfotograaf is. Ze had denk ik een slecht humeur die dag, want ik vond haar wat kort. Maar dat is daarna dus rap overgegaan: we kwamen elkaar al eens tegen op concerten, er werden ooit plannen gesmeed waar natuurlijk niks van kwam (zo gaat dat met drukke mensen en hun plannen), ze nam de foto’s voor de affiche van mijn lief, ze hielp me van een oude microgolfoven af en we becommentariëren elkaars facebookstatussen uitvoerig.

Om maar te zeggen: ik vind Madelien een toffe en een grappige. Maar bovenal vind ik haar een verschrikkelijk getalenteerde fotografe, die portretten maakt waar ik uren naar kan kijken. Vandaar deze post: ze heeft nieuwe prentjes op haar site en ge moet zeker eens gaan kijken. En als ge vanzeleven eens een goeie fotograaf en al nodig hebt: she’s your woman.

Ja! Neen!

Schrijft dan eut.

Ha! De vooravond van wat een fijn weekend belooft te worden: tussen de regenbuien door is de lente duidelijk voelbaar, zo vindt de optimist in mij. En dat besef kan de mens toch alleen maar vrolijk stemmen, niet? Ik zweer u trouwens dat wanneer de dochter om half zeven roept dat ik haar dringend uit haar bed moet halen en eten moet geven, dat ik de vogeltjes al hoor in het langzaam doorbrekende ochtendlicht.

Ik heb er zelfs goede – en voorzichtige, ik moet daar eerlijk over zijn – hoop op dat ik binnen een paar weken de dageraad niet meer ga zien aanbreken, voor het eerst in zeer veel maanden. Maanden die ik overigens niet meer tel omdat ik doodmoe word van het idee dat ik al zo lang zo vroeg opsta. En het zelfmedelijden en de frustratie omtrent dat opstaangedoe doet me dwangmatig en ritmisch met mijn hoofd tegen de dichtsbijzijnde muur bonken. En dat doet pijn en uw hoofd trekt ervan in plekken: geen zicht, echt geen zicht.

But anyhoew. Als de lente komt, wordt alles beter. Zo gaat dat met seizoenen en zeker met het seizoen van het wulpse woelen.

Wat wel erg is: dat de op til zijnde lente niet eens is waar ik het wilde over hebben in deze blogpost. Vandaar de titel die helegans niet past bij wat hier tot nu toe geschreven staat, trouwens. Ik vul eerst mijn titel in en dan pas mijn rambling.
Ik wilde dus eigenlijk gewoon iets vragen. Of u het ook zo irritant vindt dat er op de reclame tegenwoordig gewag wordt gemaakt van ene dokter eutker, pizzabakker. Ik vind dat wel irritant namelijk, want het duwt me met de neus op de feiten: ik spreek de naam van de dokter al jaren heel erg verkeerd uit. Ik heb mezelf waarschijnlijk al duizend keren onnoemelijk belachelijk gemaakt door OETKER te zeggen, met de oe van koebeest. En er is dus niemand in mijn omgeving die me daar al op gewezen heeft, wat best een beetje sneu is. Of zegt u gewoon ook allemaal oetker, en zijn het die sloebers van de reclame die zich gewoon aanstellen?

Dat wilde ik allemaal vragen. Maar in het licht van de lengende dagen doet het er eigenlijk niet zoveel toe. Lente! Jeej!

Ja!

Duivel.

Dus. Ik sta in den Delhaize gistervoormiddag en ik heb net inkopen gedaan om uitgebreid te koken: vis en pesto, en risottorijst en koriander en chocoladetaart-dingen…the works. En ik denk: bwaah, we gaan ne keer zot doen, ik koop gewoon een fles wijn voor erbij. Wij drinken namelijk bijna nooit, hier thuis. Als we uitgaan wel, maar dat is ook al efkes geleden.

(Binnenkort is het trouwens feestje van Gentblogt, en in tegenstelling tot wat sommigen aanraden ben ik niet van plan limonade te drinken dan. Cola wel. Maar dan vooral van het soort met rietsuiker, limoen en nog vanalles eronder gemengeld. Ge komt toch meedoen, mag ik hopen?)

Mijn lief, die wil echter geen witte wijn. Iets met hoofdpijn en andere plantrekkerij. Dus vraag ik aan de meneer van den Delhaize om een rode wijn aan te raden die bij vis past en hij antwoordt: “aha, maar dan heb ik iets heel goed voor u. Iets Chileens”. De fles die hij vervolgens voor mijn ogen zwaait, gooit me met een schok vijf jaar terug in de tijd. Want het is precies die wijn die wij altijd dronken op de eerste reis die lief en ik samen maakten. Ik zat op slag weer tussen de woestijnduinen pecan-en-dulce-de-leche-taart te eten. John had weer een baard, hij en lief lieten zich Hans Worst en Piet Uitdebroek noemen door de Peruanen en ik huurde een hippe Amerikaanse oldtimer om in stijl van ica naar pisco te rijden, ter gelegenheid van Piet U. zijn verjaardag. Ik nam het besluit dat als de baby groot genoeg is om het te beseffen dat we terug gaan naar Zuid-Amerika, daar in den Delhaize.

Allemaal dankzij een fles Casillero Del Diablo.

Ja!

Ziezozie.

Ik ben klaar met examens verbeteren. Jawel. Het is nog maar dinsdag en ik ben al klaar, ik kan het bijna zelf niet geloven, want mijn zelf opgelegde deadline lag op vrijdag. Dat betekent een zee van vrije tijd, de komende dagen: twee dagen met de dochter thuis, een babybezoek aan de materniteit, een paar kine-beurten met de dochter en de lessen voorbereiden voor volgende week. That’s all.

Maar nu eerst naar de lichtbak gapen (Gili in de Laatste show, straks!) en slapen.

Ja!

Mijlpaal.

Gisteren hebben wij voor het eerst sinds de dochter er is avondeten gegeten terwijl ze nog wakker was. Om half zeven zeg, dus niet zoals gewoonlijk om negen uur. We waren precies normale mensen.

Dat komt omdat (a) de baby haar huiluur definitief heeft afgeschaft, (b) ze nu aan tafel bij ons kan zitten in haar stoel en dat bijzonder fijn vindt — gelijk een groot meiske é en (c) mijn onwettige uitzonderlijk thuis was, en dat voor acht uur.
Ik kreeg zowaar een glimp te zien van hoe het leven zal zijn binnen een paar weken, als hij vroeger en vaker thuis is, en ik moet zeggen: het beviel mij wel.