Ja!

leutigheid

Ja!

De kapitein, de lichtjes en de dochter who couldn’t care less.

Vanmiddag naar Kapitein Winokio geweest, samen met alle andere Gentse jonge ouders die hun kinders niet bij een babysit hadden gedaan om naar Superkoe te gaan, maar die toch ook een pintje wilden drinken, zo op zaterdagnamiddag.
Wat wij dan ook deden, terwijl de kapitein de kinders bezighield en mijn dochter de man in zeemansoutfit na het tweede liedje geen blik meer waardig gunde. Ahneen, als ge nen buggy hebt om in en uit te klauteren en ge kunt u om de vijf minuten pijndoen, waarom zoudt ge dan naar een bende muziek makende meneren op een podium kijken. Dat zou al te zotjes zijn.

Enfin, het was een fijne middag. En ik was pompaf bij thuiskomst. En ik vond persoonlijk het hoogtepunt toen mini-klijn op de wandeling naar huis de lichtjes van de schelde voor ons zong vanuit haar buggy. Klijn, neemt dat keer op op video, dat ik het op mijn blog kan zetten, jong! Cuteness overload, peoples. Maar voorlopig moet u het met meneer Daan doen.

En al Ja!

Even niet.

Deze nacht was ik even geen mama. Ik was een meiske in baudelo dat bier over zich liet morsen en daar gewoon mee moest lachen. Ik stond vloekend in de rij voor de toiletten wegens te lang gewacht om te vertrekken en dringend. Ik haalde zoveel pintjes als ik in één keer kon dragen en deelde uit aan wie op dat moment rond mij stond. Ik rookte te veel sigaretten, en weerstond de roep van irish coffee die de volgende dag een slecht idee blijkt. Hoewel ik dus wel vreselijk veel zin had in de slagroom. Ik was één van de massa voor de kinky star, joelde mee bij de confetti en zoende mensen die ik kort daarvoor wel of veel te lang niet had gezien. Ik leerde de geheimen van het circus, stelde een kersverse vader gerust, at vuile hamburgers, wandelde op blote voeten met mijn lief naar huis en ging slapen toen de zon al opkwam.

En om half elf stond ik zonder morren op, ging de dochter halen en werd weer mama. Een mama met een houten hoofd, maar ook een lijf vol verlangen naar een paar weken niksdoen, niks moeten, en absolute rust met ons drie thuis.

Ik zie u vast in het parkkaffee, of in het keizerspark, of op de plage tatoeage, ergens de komende weken, niet?

Ja!

Hoe krijgt ge uw zin, in vier stappen.

Eén.
We zoeken een broek om met de auto te rijden. Iets licht, want we gaan naar het zuiden. Maar een rokje is niet aangenaam in de auto, ‘s nachts. Hij wil er meteen ook één. We besluiten de stad te vermijden en ik stel voor naar de JBC te rijden op de ring. Ik weet dat hij mee zal gaan, want er is een Mac Donalds bij de JBC en Mac Donalds, daarvoor komt het lief al eens buiten.

Twee.
In de auto onderweg zeg ik: die rondslingerende CDs, eigenlijk is dat vervelend é. Hij mompelt uhuh. Ik zeg: Kenneth, die had toen we op reis gingen naar Bordeaux, zo’n map in de auto. Daar kunnen superveel CDs in en dat is gemakkelijk en uw CDs geraken niet in verschillende doosjes en er komen geen krassen op. Hij mompelt: uhuh. Maar ik moet dat niet hebben. Dan ligt ge daar met al die lege doosjes. Ik antwoord: owkey, dan niet.

Drie.
We lopen wat rond in JBC en vinden niks. Natuurlijk, dat. We stappen buiten en wandelen richting Mac Donalds. Zonder iets te zeggen stap in de Vandenborre binnen die we tegenkomen. Hij vraagt: wat gaat ge doen? Ik antwoord: keer kijken naar de CD-mappen.

Vier.
Ik zwaai een CD-map voor zijn gezicht en zeg: 72. Voor maar elf euro é. Hij zucht, neemt de map en gaat betalen aan de kassa. We eten Mac Donalds. In de auto op weg naar huis haal ik CDs uit doosjes en stop ze in ons nieuw opbergsysteem.

Win.

Ja!

Oud-studenten zijn de max.

Gisteren was ik vaderdagcadeautjes aan het inpakken. Er wordt ondermeer een schone kodak gegeven aan mijn papa, wegens die heeft ook een verjaardag volgende week en dan gooien we dat allemaal samen. Bij de kodak moest ik een geheugenkaartje kopen, en wat blijkt: staat dat ding toch wel twee keer op mijn rekening zeker. Ik ben een nitwit in het uitgeven van geld, en ik had nog andere dingen gekocht ook, dus ik had dat natuurlijk niet gezien, kalle dat ik ben. En als ik nu zelf in de Fnac zou werken, en daar komt iemand een week later vertellen: “ei, ik heb maar één kaartje gekocht, en ge hebt het twee keer gescand”, ik zou het ook niet geloven, eerlijk gezegd.
Maar bon, een neen hebt ge en een ja kunt ge krijgen indachtig, belde ik toch maar eens en liet mij doorverbinden met de foto-afdeling. Ik deed mijn verhaal en ik kreeg – zeer vriendelijk hoor – de reactie die ik had verwacht. En toen kreeg ik de geniale inval om te zeggen “ik weet niet met wie ik nu spreek, maar misschien weet één van uw collega’s nog waarover het gaat. Ik ben namelijk geholpen door een jongen met donker haar, ik weet zijn naam niet meer, maar een paar jaar geleden was hij student bij mij op de lerarenopleiding. Misschien herinnert hij zich nog de aankoop?”

Een lachje aan de andere kant van de lijn: “ah, u bent mevrouw B.? Ja, dat weet ik inderdaad nog. Kom maar langs met uw ticket, dan betalen we het kaartje terug, geen probleem.”

Pretty pleased with myself, ayup.