Ja!

leutigheid

Ja!

It showed.

Vroeg deze ochtend, tijdens de koffie, las ik een column in de gazet, iets over jazz. Als het van de muziek is lees ik het, zeker voor de dageraad: het hoofd is dan nog niet gereed voor zwaar verteerbaar nieuws. In het stukje werd gewag gemaakt van een new kid on the block. Ene Lander Gyselinck, piepjong en een heus drumtalent, zo schreef de kenner. Instant beelden in mijn hoofd van een hele tijd geleden, en ik wist onmiddellijk over wie het ging, dacht ik.

Ik heb Lander Gyselinck door google getrokken, en ben eens in Bruno zijn foto’s gaan kijken (want daar moet ge zijn voor de jazz, dat weet iedereen). Ik bleek gelijk te hebben: het jong gastje van zo lang geleden. Jaren geleden, toen ik al eens –na het vallen van de avond — in een café durfde te verzeilen en er daar al eens jazz werd gejamd, was er een piepjonge drummer die we zowat overal tegenkwamen. Hot Club, White Cat, Geuzenhuis: als er een drum stond, kroop hij erachter. Zat ook in veel groepkes. Alsof Gent maar één drummer had voor dat soort groepkes, zo leek het. Ik heb nooit zijn naam geweten, maar ik heb hem wel geregeld aan uitbaters horen vragen of hij een stukske mocht spelen. Hongerig. Altijd veel goesting.

Lander Gyselinck, dus. Ge zag het jaren geleden al aankomen, maar nu officieel een jong talent. Het staat in de gazet, dus het is waar.

Ja!

Zeg het met een trammeke.

De reclame-regie liet weten dat Gent in de eindejaarsperiode een schouwtoneel zal zijn van user-generated content. En dat ik daar gerust een stukje over mag plegen. Welaan dan.

Het principe is gewoon cool, vind ik. Er is een website, en daarop mag u een nieuwjaar-gerelateerde boodschap posten. U moet uw emailadres achterlaten, maar dat kan alleen maar voordelen hebben, volgens ons: waarschijnlijk krijgt u dan binnenkort een mailtje als de dienstregelingen onverwacht veranderen, of als pakweg uw vertrouwde bus plotsklaps via de kouter naar de zuid gaat rijden in plaats van naar Sint-Jacobs. Dat zou handig zijn, voor u en voor uw drie maand oud dochterke in de draagzak dat dringend een verse pamper en een beetje melk moet hebben. Maar laten we niet afdwalen.

Nieuwjaarsboodschappen dus. En als uw boodschap leuk genoeg is, origineel is te noemen of gewoon heel lief, dan wordt ze op de zijkant van de tram gedrukt. Die dan door het drukke stadscentrum zal sjeezen, met uw scherpe zinsnede op de zijkant. Pretty cool, quoi? Ik heb persoonlijk alvast een geheime wens voor u allen achtergelaten. Spannend is dat.

Aangezien ik trouwens graag zou weten of er een boodschap bijzit van iemand die ik ken, zou het fijn zijn als ieder van u zijn berichten begint met “Leve 2011!”. Kwestie dat ik mijn virale invloed een beetje kan opvolgen.

Ja!

Kudos voor Pastoe.

Weet ge nog dat ik eens iets heb geschreven over Interieur en hoe we daarheen gingen om een mooie kast te bekijken? Blijkbaar hebben een aantal van u op die link naar die kast geklikt en hebben de mensen van Pastoe dat gezien in hun statistieken. En zo kreeg ik deze ochtend een mailtje van ene Remco, die via de contactpagina informeerde wat we vonden van de Totem, die keer op Interieur. Ik mailde terug dat we hem heel mooi vonden, maar dat het dus niet zou lukken in onze living omdat het systeem niet verplaatsbaar was, en dat we dat wel nodig hadden. Maar dat we op hun stand ook andere mooie opties hadden gezien. Remco antwoordde dat ze eventueel wel wieltjes zouden kunnen monteren, maar dat hij vreesde dat de Totem te zwaar is om een echt stabiel resultaat te krijgen. Ik informeerde ook nog naar die andere kasten, waar we die zouden kunnen bekijken en wie hij zou aanraden om daar advies in te geven en kreeg vervolgens een adres doorgestuurd in Gent en in Antwerpen, en de grote showroom in Utrecht. Remco sloot af met “Succes en als je nog vragen hebt, verneem ik het graag.”

Ik vind dat chique, zo’n service. Dat iemand van een firma zodanig achter de producten staat dat er tijd wordt genomen om te antwoorden op vragen, om advies te geven en te proberen eventueel toekomstige klanten zo goed mogelijk bij te staan. En! Dat dingen die op internet verschijnen over hun gamma echt opgevolgd worden. Zulke dingen boezemen mij vertrouwen in en vertrouwen is goed, als ik overweeg een dure aankoop te doen. Een goed voorbeeld van juist gebruik van online media, zou Pietel zeggen. En ze hebben er niet eens voor moeten betalen, gewoon vriendelijk zijn. Kudos voor Pastoe dus. En voor Remco.

Ja!

Good times. Good times.

De reclame-regie mailde vorige week, of ik iets wilde schrijven over de Canarische Eilanden, in kader van het ons allen momenteel als grote blauwe monsters overvallende winterblues. Ik antwoordde dat ik niet meteen zag hoe ik daarover kon schrijven, behalve als ik eens zou vertellen over die keer dat vriendin B en ik “I will survive” tweestemmig zongen voor een bar vol overdreven enthousiaste Engelsen. Ze moesten lachen, zouden wel verder zoeken dan. En ik schreef het toch. Voor de herinnering en omdat het zo leuk was, daar op de Canarische. En dat ik het winterblues-gewijs nu niet zou afslaan, zo’n reisje naar de zon.

Op onze blote voeten stonden we daar, in het reisbureau. Dat we graag eens op reis zouden gaan. Twee 20-jarigen met het zot in onze kop. Waar we heen wilden? Maakt niet uit, als het maar warm is. Wanneer we wilden vertrekken? Neen, vanavond lukte niet meer. Morgenvroeg, eerste vlucht. Tenerife.

Last second, heette dat. En het betekende dat we van tevoren niet wisten welk hotel we zouden hebben. Er zou een busje op de luchthaven staan en dat zou ons naar een beschikbare kamer brengen. We haalden onze schouders op, want wat gaf het ook: het academiejaar zou bijna weer beginnen en er was in de Vlaanders een week hondenweer voorspeld. Dus als we maar wegwaren, was al de rest bijzaak.

De volgende week was een aaneenschakeling van de meest absurde situaties. We kwamen terecht in een *****-hotel, en hadden er een suite. Aangezien dit gigantisch uit het budget was van de modale student (behalve last second, aha) waren we de enige jonge mensen in het hotel. Wat privileges opleverde waar we zonder scrupules van profiteerden. Toen ze ons bij aankomst vroegen of we “drinks included” hadden geboekt, knikten we overtuigd en werden aldus geregistreerd. We werden ‘s ochtends vriendelijk gewekt door de receptie (“I thought you didn’t want to miss breakfast. Again”) en gingen dan maar in pyjama een eitje eten. We sliepen aan het strand of het zwembad, kregen demonstraties Capoeira van twee toevallige brazilianen op een toevallig terras in een al even toevallig vissersdorp. We gingen dolfijnen kijken, en lagen de hele dag te zonnen op de kajuit van de schipper. We zongen karaoke “omdat toch niemand ons kende”, gingen dansen in Motown zelve “omdat de muziek er zo funky was” en keerden onder het ochtendgloren per taxi terug naar onze suite.

Een week later kwamen we terug met een bruin vel, stroblond haar en een vettig Cockney-accent waar onze docente Engels maanden aan zou moeten schaven. Ah. Tenerife. Good Times, Good Times.

Ja!

De rechte lijn.

Zo. Tien voor zeven op woensdagavond. Dat betekent dat ik binnen exact 24 uur al in mijn auto zit op weg naar de première van mijn lief zijn experiment. Het gaat goed, gezien de omstandigheden, vind ik. Het is niet alsof ik dit keer zelf de kaarten heb verkocht (Karton), dus dat is al een stressje minder. En het is ook niet alsof hij vanavond opeens de living gaat inlopen, me verwilderd gaat aankijken en de legendarische woorden “ik ga mijn einde veranderen” zal zeggen (Loebas). Hij ziet er zelf best ontspannen uit, deze middag is de coach nog een keer de laatste details komen overlopen. En voor één keer hebben we dus niet meer mensen uitgenodigd dan er plaatsen op de gastenlijst waren. Ik heb een nieuw kleed en ik ben drie kilo vermagerd van ziek te zijn deze week.

Als de dochter nu niet de hele nacht het kot op stelten zet, dan zit het allemaal wel snor.