Ja!

leutigheid

Ja!

A groovy kind of life, ook.

Vriendin klijn deed facebooksgewijs iets van Phil Collins vandaag, naar aanleiding van de eighties-dag op stubru. En bam, het was terug. Ik heb daar een CD van, moet u weten, van Phil Collins. Lo Mejor de Phill Collins (met twee keer twee ll-en ja. Net zoals I can veel it in the air bij de tracks staat). Gekocht op straat in La Paz, en wel om één nummer.

Een tweetal weken voor ik die CD kocht zat ik op het strand in Copacabana, alleen, met een vreselijk grote tas mate de coca in een strandstoel van de bar waaraan we de avond daarvoor een gigantische kater, een politiek gesprek met Amerikanen en de meest spectaculaire zonsondergangsfoto ooit aan over gehouden hadden. Een bar van een Duitse gast, daar hokkend met een Argentijnse. Samen gevlucht voor de crisis die Argentinië op dat moment bikkelhard trof.

Vriend S. was een wandeling aan het maken, die ik niet meer zag zitten. De zon ging alweer onder, ik had een deken van lama-wol en mijn mate. Het strand was leeg, en toen was er Phil. A groove kind of life, that was.

Ja!

EEN GIGIRAF!

Bij het ochtendgloren dat door het onweer weinig gloorde had ze zelf haar giraffen-tshirt gekozen. Om straks te tonen aan de giraffen. U begrijpt dus, dat wij er niet onderuit konden, onder dat geplande dierentuinbezoek. Ook niet toen de verkeersinfo de hel rond Brussel en allerlei tinten rood en oranje op weg naar Mechelen voorspelde.

Het plan werd vlak voor vertrek omgegooid en we reden naar de zoo in plaats van naar planckendael. Omdat ge daar kunt schuilen bij de apen, en omdat ge niet over Brussel moet. Praktisch ingesteld is mijn tweede naam, jawel. En mijn derde, als u persé de kniesoor wil uithangen.

Dus reden we naar Antwerpen, maakten kennis met een aantal uiterst begripvolle flikken (dat heet niet zo, zeker, daar in ‘t Stad?) en zagen beesten, beesten, beesten. De dochter liep zichzelf voorbij in enthousiasme, de zon begon te schijnen, en mijn ouders betaalden met de glimlach het middageten. Een kinderspaghetti van ongeveer 630 euro, die het kind op het einde nog haast helemaal weer heeft uitgekotst. Faut le faire.

Neen, serieus, het was een heerlijke dag. De zoo met peuters, dat blijft keihard heersen.

Ja!

Ook voor u: babyvel op uw benen!

Frankrijk, het land van escargots op uw terras in de ochtend, regen en zon, een zwembad en rosé-a-gogo: het is achter de rug. Ik heb allerlei spannends te vertellen, en mijn dochter is de coolste tweejarige ever, maar daarover hoort u later meer. First things first: ik mag iets weggeven. Aan u.

U weet vast nog dat ik nogal lovend sprak over mijn nieuwe Braun-Silk Epil 7, en dat is de goede mensen van Braun en de reclame-regie niet ontgaan. Daarmee dat ik er nog eentje krijg. Niet gewoon een machine voor been rechts en een machine voor been links vanaf nu, maar een splinternieuwe om weg te geven op dit fantastische weblog.

En wat moet u daarvoor doen? Genante details over uw leven vertellen in de commentaren, natuurlijk. Het is namelijk een tikje onfair dat ik altijd degene ben die — voor uw entertainment — vertel over die keer dat ik samen met vriendin klijn mijn benen met koude was zou behandelen en het resultaat ervoor zorgde dat ik drie dagen niet zonder jeans buitenkon van de rode boebelkes die echt niet toonbaar waren. Tijdens een hittegolf. Of over die keer dat ik naar een trouwfeest ging en mijn bronzé laagje tegen elf uur ‘s avonds niet alleen in oranje vlekken aan mijn benen hing, maar ook aan mijn schoon pastelblauwe kleedje. Terwijl iedereen weet dat blauw en oranje totally not done zijn.

Ik wil dus uw zomerse beauty-verhalen horen, in de commentaren (links naar bestaande verhalen mag ook, sofie). Het leukste verhaal krijgt de Braun eind deze week. Net op tijd voor de hete tweede helft van augustus die we ongetwijfeld gaan krijgen. Omdat we het verdiend hebben.

En avant!

Ja!

Vakantieverhaal – die keer met het feest van de brandweer.

Dat het een schande is. We vertrekken bijna weer op reis, en ik heb nog niet eens mijn vakantieverhaal van vorige keer afgemaakt. Ik heb een excuus, echter: er hoort een filmpje bij dat ik zelf niet heb. En de mensen die het zouden moeten afwerken hebben een pc-probleem. Edoch: ik kan niet langer wachten, want vakantieverhalen vertellen na een andere vakantie over een vorige vakantie, dat is unheard of. Ongehoord! Een schande!
Spijtig wel van de uitslaande vlammen die u mist, maar daarover later meer.

Lees eerst dit opnieuw.

Wij hadden dus buren, in ons huis, en het was de vooravond van de Franse feestdag. In het dorp hadden we gezien dat zulks zou gevierd worden met La Fête des Pompiers, wat waarschijnlijk iets is als een bal van een burgemeester, maar dan met brandweermensen. Wij besloten ons echter te houden aan onze dagelijkse vakantieroutine: baby’s, peuters en kleuters in bed, en dan een karafje rosé, toasten op ons geluk, en luisteren naar de krekels.

Krekels hoorden we niet die avond: ook de matroos en zijn posse hielden een feestje, achteraan bij hun zwembad. Iemand had een duidelijk mixed tape gemaakt die zo een uurtje of twee in de foute hitparade kon vullen, en wij hoorden meezingen en hilariteit. Er was één moment — wij hadden net op ons terras YMCA zitten meegebaren — waarop een man luid riep: Wiehoew! DISCOOOO TIME! en waarop er luid gegiecheld werd door de aanwezige vrouwmensen. Ik zou liegen als ik zou beweren dat niemand nieuwsgierig was, en één gezelschapslid (notoir bekend om zijn voorliefde voor foute muziek, maar ik mag dat niet zeggen *kuch* Sagrada Familia *kuch*) overwoog zelfs even te gaan buurten. Ons aller ooggerol heeft hem ongetwijfeld tegen gehouden.

Aniehoew. De nacht viel, het feest ging door. Er was vuurwerk in het dorp, dus wij gingen vooraan op het terras kijken. Romantiek voor jonge ouders, u kent dat wel. Op het eind was er een vuurpijl die ietwat de verkeerde richting ophing en in het bos eindigde, maar wie zijn wij om ons daar zorgen over te maken? Terug op ons terras aan de achterkant was het na een kwartiertje de beurt aan vriend J. om rosé te tanken uit de bidon in de frigo aan de voorkant, en toen hij terugkwam keek hij toch enigszins bezorgd.

Zeg. Het bos is aan het fikken, volgens mij.

Waarna wij, Vlaamse ramptoeristen dat we zijn, opnieuw verhuisden naar de voorkant, met onze karaf, om alles beter te kunnen zien. Aldaar waren wij getuige van de evolutie: rook, meer rook, nog meer rook, gloeiend licht, uitslaande vlammen en knetterend dennenhout, allemaal op een paar minuten tijd. Op een paar honderd meter van ons huis.

En iemand heeft daar een filmpje van gemaakt. Maar dat moet u dus missen, nu. Awoert!

Enfin. Wat volgde kunt u zich denk ik alleen voorstellen als u ooit met vijf kameraden, na een paar glazen rosé op een terras naar een bosbrand hebt staan kijken. Eerst was er wat gegiechel en opmerkingen als: man, dat brandt wel goed é, als het zo droog staat, dennenhout. Vervolgens begon ik in mijn hoofd een lijstje te maken van alles wat ik nodig had als we zouden vluchten (kind, knuffels van het kind, handtas, laptop, kodak — in die volgorde, ik ben een supergoeie moeder ik) om dan te bedenken waar we heen zouden moeten. Een sporthal? Op veldbedden slapen en dan water uit zakjes krijgen? I’m a sucker for rampscenarios, weetwel. Tot iemand de opmerking maakte: Zeg. Moeten we eigenlijk zo niemand verwittigen? Een noodnummer bellen ofzo?

Want het was duidelijk: als alle vakantiegangers dachten dat er wel iemand anders zou bellen, dan werd er natuurlijk niet gebeld. En al de pompiers, die zaten dus op hun feest wijn te hijsen, op hen moesten we vast ook niet rekenen. It would be up to us, dat was duidelijk. We zouden bellen.

Enige ogenblikken later was duidelijk dat niemand wist naar welk nummer en werd er gezamelijk besloten dat we het noodnummer bij de buren zouden gaan vragen. Want die hebben hun eigen vakantiehuisje, die zijn vast op de hoogte van dat soort dingen. Niemand wilde alleen gaan, dus gingen wij allemaal samen.

En zo geschiedde. De vlammen likten aan de rand van de berg naast ons huis, en wij kropen door de heg naar het terrein van de matroos. Maar daarover vertel ik de volgende keer.

Ja!

Die keer met het sientje.

I feed them ijscreme, natuurlijk.

Ze eet als een wolf, sientje 90210. Daardoor eet Mira ook als een wolf want ge moogt niet onderdoen als peuter voor een ander. En daardoor hadden wij nauwelijks genoeg preipatatten voor ‘s avonds.
Ze is nog net te jong om te protesteren tegen iemand die niet haar moeder is, Sientje 90210. Het komt wel, ge voelt haar vinnig op de drempel staan van waar de zes maand oudere juffrouw midden in zit. Meegezogen wordt. Rondspartelt.

Day 127 - assistentie bij het koken.

Mijn huis was de absolute chaos, achteraf, en de dochter was afgepeigerd vanavond, niet normaal. Om van mezelf nog maar te zwijgen. Maar het was totally worth it, want Sien 90210, die is te koddig voor woorden. En ik zie het helemaal voor mij, hoe ze later dikke vriendinnen gaan zijn, die twee van ons. Genetica en al.

een kindje en een metekindje.