Ja!

leutigheid

Ja!

Ploegsteert. Man zeg.

Wie vriend is met mij op de facebooks van deze wereld, heeft dat al gemerkt, maar voor al de rest: ik ben een beetje verslaafd tegenwoordig. (Ik ben niet alleen trouwens. De keizwangere en ik overwegen de oprichting van een fanclub. Koen Wauters gaat het wel verstaan.)

11 nummers tussen grijns en krop in de keel, dat is Ploegsteert, de nieuwe van Het Zesde Metaal. Sinds de arrivé hier thuis niet weg te branden uit mijn CD-speler en een perfecte compagnon voor die lentemiddagen dat het geen lente wil worden. Ge weet wel. Sommige zinnen zijn zo schoon dat ik ze overal zou willen opschrijven omdat ik ze dan altijd maar opnieuw kan lezen. Ik zeg “zou willen”, maar ik doe dat eigenlijk ook een beetje. Opschrijfdrang, ge moet dat dus niet hebben voor uw gemak.

Uit het nummer over Frank Vandenbroucke, bijvoorbeeld. En in Ploegsteert zei de pastoor: \’Ik wist van niets. Maar God is van onze parochie en rijdt met de fiets.\’ Dat laatste nummer ook, met drie, over een kindje krijgen. Man zeg.

Of mijn persoonlijke favoriet: Ge zwiegt.

Ge zwiegt omdat je de dingen niet kun benoemen of uit verdriet. De woorden zijn met veel te veel, ge krijgt ze door uw kele niet. Ge zwiegt omdat je de dingen niet kun benoemen of uit verdriet. Ge zoekt hoe dat je ‘t zeer verzocht, maar oplossingen zijn zo simpel niet.

Ploegsteert. Man zeg. Koop die plaat, en rap een beetje.

Ja!

Van Katoen!

Hoogdag in Gent morgen, voor al wie al eens een stikmachine van dichtbij heeft gezien, want het is Van Katoen. Een dag vol zelfmaakgerief en allerlei workshops om de truukjes te leren van de Grote Dames Van Het Internet Zelve. Als u dus van het handige type bent, moet u zeker komen.

Ik ben niet van het handige type, neen, maar toch ga ik. Want er is vanalles te doen daarnaast: er is een kraam waar u de maaksels van handiger mensen kunt kopen, er is een expo, film, er zijn kleuranalyses, een haarsalon, en nog veel meer. Ook mijn favoriete taartenbakster Julie is er. En bovendien is het MIAT op zich een fijn museum om eens te bezoeken.

We zijn elkander ginder, dan? Ik ben die madam die achter haar uitgelaten peuter aanholt om te vermijden dat die haar hand in een naaimachine stopt.

Ja!

Vaarwel, gekke tiki-bar.

Vandaag is een mooie dag. Vandaag is namelijk de dag dat wij de retro tiki-bar verkochten. Na acht jaar ergernis van mijnentwege.

Voor wij samenhokten stond de bar in de living van het lief. Hij had ooit een comedy-voorstelling gemaakt met een paar toen nog onbekende heren, en de bar was zijn loon. De bar op zich was niet zo erg, hoewel het mij onduidelijk is waarom iemand van zijn huis een soort café zou maken, maar de bijhorende stoelen: groot, lomp en oud. En had ik al gezegd: groot?

Na het samenwonen verhuisde de bar naar onze kelder. En de stoelen ook. Daar stonden ze anderhalf jaar in de weg, maar het was beter dan in mijn living, nietwaar. Toen we ons huis kochten, verhuisde de bar opnieuw mee, naar de zolder deze keer. Want naar de kringloopwinkel doen was geen optie (ahneen, want de bar WAS WEL EERLIJK VERDIEND). En op de zolder stond het ding, en de stoelen, vijf jaar in de weg.

Een maand geleden probeerde ik hem al te verpatsen. Maar het lief was resoluut: zo’n tikibar gaat 600 euro op de ebays van deze wereld, dus hij wilde er wel wat voor. Ik smeekte iedereen die we kennen hem te kopen, ik zette het ding op flickr, facebook, kapaza, 2ehands, enwatnogmeer.

Gisteren liep ik opnieuw te foeteren van dat spel staat in de weg en maandag beginnen we de zolder te verbouwen en ik ga hem gewoon naar het containerpark doen é maat. En gisterenavond las ik zowaar op de facebook van het lief dat iemand interesse had. Ik smeedde het ijzer heet en meldde dat we deze voormiddag thuis waren. EN DAT HIJ WEG MOEST.

En om half elf deze voormiddag was het zover. Buurman B. nam de laatste stoel mee naar buiten. En ik had een gerust hart. En ruimte op de zolder.

Vaarwel, gekke tiki-bar. Probeer niet te veel in de mensen hun weg te staan, wil je.

Ja! kinderspam

De giechelmeisjes.

Ze waren met hun twee in de fietskar, die daar gewoon stond en niet verkocht werd, geklauterd. We moesten hun riempjes dichtdoen en ze wilden een dekentje. Het deksel moest dicht. En ook het regenscherm. En ze moesten een knuffel.

Vervolgens speelden ze minstens een half uur hetzelfde spel. Synchroon de ogen dicht, allebei hun hoofd tegen de kant en doen alsof ze slapen. Na een paar seconden breed lachend de ogen weer open, Ha!, roepen en dan luid schaterlachen. Tot ze de slappe lach hadden. En opnieuw en opnieuw.

Die Sientje 90210 en die Mira, dat komt dik in orde, ge kunt dat nu al zien.

eten Ja!

Gomashio. Maar echt.

Het allerlekkerste wat ik voorlopig heb ontdekt sinds wij hier vegetariër spelen is zonder twijfel gomashio. Maar echt. Sesamzaadjes en grof zeezout, geroosterd. Zo simpel, maar het heeft mijn leven echt mooier gemaakt. En mijn rijst lekkerder. En op salades, nomnomnom. Gomashio is mijn favoriete strooisel, met straatlengtes voorsprong.

In zakken van een halve kilo voor een paar euro’s te verkrijgen in de bioplanet. Bij de kruiden. Het is graag gedaan.