Ja!

leutigheid

Ja!

Juij en awoert.

Gemengde gevoelens, hier, zo aan het einde van de grote vakantie. Spijtig dat ze voorbij is, natuurlijk, want het was zalig en ontspannend. Er is het vaste voornemen me niet te laten meezuigen in hectiek en stress, en het bange hart dat daarmee gepaard gaat. Want ik heb nog wolken in mijn hoofd, en heel veel uitstelgedrag in mijn genen.
Maar aan de andere kant ben ik best wel toe aan wat regelmaat en ritme, na twee maanden heerlijke chaos. Ik heb ook weer zin om echt te werken en echt les te geven. Zin in jonge mensen om me heen, aan het begin van een gans leven en de wereld aan hun voeten. Zin om tweedejaars te zien en de branie die daarmee gepaard gaat. Zin om derdes voor mij te krijgen, die tijdens de zomer plots zoveel volwassener geworden zijn.

Voorzichtig goesting naar de melancholie van herfst en wollen truien, ook. Naar licht huiverend op hoge laarzen de ochtendlucht instappen. Wind in mijn haar. Sjaal een extra slag om. Verlangend naar de pas geboekte reis naar de zon begin februari, die de gedachte aan de altijd te lange donkere maanden nu al draaglijk maakt.

Ik ben al twee weken bezig, ondertussen, en voor de mini is morgen wel een beetje bijzonder en toch ook weer niet. Ze ging geregeld naar opvang, deze zomer, op school. En ze zit morgen gewoon weer in hetzelfde nest, met dezelfde juf. Geen stress dus, bij haar. Een beetje uitkijken naar, dat wel, maar ze is er precies heel gerust in.

Herfst 2012, maat. De herfst waarin ik 35 zal worden. De herfst waarin mijn peuter echt een kleuter wordt. De herfst waarin u mijn lief vaker op tv zal zien dan ooit. De herfst waarin ons huis niet meer verbouwd moet worden.

Zin in.

Ja!

Dat van die stadshal.

Het is me wat, met die stadshal. Dat is ondertussen al een jaar dat iedere keer als we er passeren er wel iemand ons aanspreekt en dingen zegt als “Lelijk é, madam.” of “t is spesjaal é. En grooooot.” of “Wat denkt ge, ik denk dat het schoon gaat zijn.”

Awel, ja, ik denk dat het schoon gaat zijn. Net als alle Gentenaars heb ik ook een mening, en ik vind het een vreselijk fascinerend gebouw, daar op het Braunplein. Met dat hout en dat glas, en dan dat park eromheen, volgens mij wordt het machtig. Dat denken ze in Venetië trouwens ook, schijnt. En dat er veel protest en verontwaardiging is, dat is een beetje eigen aan onze stad denk ik. We moeten eerst wat dwarsig zijn, maar binnen een jaar of vijf zijn we allemaal unaniem fier, las ik van Karel van Keymeulen in de gazet, een paar weken geleden. Hij gaat gelijk krijgen, die mens, let op mijn woorden.

Enfin. Zaterdag opening. Maar u kunt nu al fan worden op facebook, zoals dat hoort met gebouwen tegenwoordig.

Ja!

Over dat kamperen.

Kamperen, dat is het, gasten. Maar echt. Vorige week stonden wij een dag of drie op een camping van het leutigste festival van Frankrijk, en al na één dag wist ik waarom ik dat vroeger zo zalig vond, met de tent weg. De hele dag buiten, met maximum een tentzeiltje tussen uzelf en de weide en de beesten, ik word daar blijkbaar ongelooflijk rustig van.

The thing is: ik organiseer dingen. Ook als we een vakantiehuisje huren ergens, zoals de afgelopen jaren, dan ben ik nog bezig met organiseren. Koken, en alles comfortabel houden en vooral: opruimen. Zet mij in een tent daarentegen en mijn enige bezorgdheid is: weet ik mijn dikke pullover en mijn pillamp liggen voor straks als het koud wordt. Zen. Serieuze tientibetanenineenkloosterindebergen zen.

Enfin, niet alles was rozegeur en fladderende vlindertjes natuurlijk. Volgende keer wil ik een campingvuurke mee, zodat ik ‘s morgens zelf koffie kan zetten, in plaats van te wachten op iemand rond mij die wakkerwordt en van wie ik mijn cafeïneshot (ok. Vijf cafeïneshots. Misschien zes.) kan afschooien. Want we zijn daar eerlijk in: ook bij een kampeervakantie ben ik als eerste wakker is de vrucht van mijn schoot als eerste wakker en heb ik me erbij neergelegd dat de dag dan ook voor de moeder begint. En dan is koffie wat de wereld draaglijk maakt.

Het zou ook dolletjes zijn als bij de volgende camping een echte douche aanwezig is. Ik ben te oud voor een europallet, naast de afwasplek, met daaromheen een zeil gespannen. Voor de privacy, ja, maar als er zes varkens vlak daarnaast GFT staan binnen te schrokken, dan heb ik gelijk geen goesting meer in een douche. Zelfs niet als mijn zomerregen mee is. Wassen was dus, tot grote verwondering van de Mini (“is dat dan in plaats van het bad, mama?”) gelijk aan: zwemmen in een nabijgelegen meertje. Zwijgt het tegen de kinderbescherming, mokay?

Maar voor de rest is dat dus absolute zaligheid. En uw kleine na het avondeten op haar blote voeten door het lange gras zien vertrekken om bij haar nieuwe vriendin aan de tent nen kidibull te gaan drinken: priceless.

internet Ja!

Youtube-filmpjes op de iPad.

Ha! Plantrekkerij-alarm.

Wij hebben een iPad gekocht, recentelijk. Vooral omdat ik er eigenlijk bijna altijd één in huis had, van mijn werk, om mijn lessen voor te bereiden, maar omdat ik merkte dat we dat ding steeds meer privé begonnen te gebruiken ook. En we zijn daar eerlijk in: als ge de helft van de tijd zo’n toestel niet werk-gerelateerd gebruikt, of uw kleine is ermee aan het spelen, dan is dat niet echt fair om er eentje uit te lenen van het werk, nietwaar.
Enfin, we hebben even afgewacht, omdat we gelijk nogal veel kosten hebben tegenwoordig, met dat klein akkefietje waarbij we de helft van ons huis aan het verbouwen zijn, maar met een lange autorit naar Frankrijk in het verschiet, bracht ik er deze week toch eentje mee. De dochter euforisch, de man de hele dag Anrgy Birds aan het spelen: u kent dat wel.

Gisteren heb ik een hele middag gezocht naar een manier om een youtube-filmpjes te downloaden en op de iPad af te spelen zonder internetverbinding. Ook weer met de autorit in gedachten, en de heerlijke verlichting die Musti en het Zandkasteel dan kunnen bieden. Toegegeven, de meeste peuter-series zijn dan wel kei-irritant, maar dat is niets vergeleken met een verveeld en zeurend kind op de achterbank. Om van dat janken nog maar te zwijgen.

Lang verhaal kort: ik ben er redelijk fier op dat ik na drie uur opeens een aha-erlebnis van jewelste had en het poepsimpel heb opgelost. Niks geen speciale apps en convertors. Gewoon: gezond verstand.
Naar het schijnt kunt ge ook importeren in itunes en dan synchroniseren, maar ik had vreselijk veel problemen met formaten en ander gedoe, en drie sigaretten en veel gevloek later is dit dus hoe ik het heb gedaan.
Stap 1: installeer dropbox op uw iPad en uw computer. Log in met dezelfde account.
Stap 2: zoek het youtube-filmpje op dat u wilt downloaden.
Stap 3: download de youtube-video (u weet vast hoe dat moet, realplayer is bijvoorbeeld een optie, of sites zoals KeepVid) op de pc. Een mp4-formaat will do.
Stap 4: kopieer het filmpje in uw dropbox-dir op de pc.
Stap 5: synchroniseer, en hopla, u kunt het openen op iPad.
Stap 6: doe een vreugdedansje bij het vooruitzicht van brave kinders op de achterbank.

Het is graag gedaan.

Ja! kinderspam

Maar weet je.

‘s Ochtends als ze wakkerwordt begint het kwebbelen. Meestal heb ik nog mijn opperste concentratie nodig om mijn lichaam te bevelen dat tweede oog ook open te doen en tot stappen te bewegen. Rechtervoet voor linkervoet, i., Rechtervoet voor linkervoet. Ondertussen kwekt ze de oren van mijn slapend hoofd. Maar weet je, mama, ik heb lekker geslapen en heb jij eigenlijk lekker geslapen en is papa thuis en is het mooi weer al en is de dag al begonnen. Gaan we naar een filmpje van Niels Hogerson kijken, van de vos Smirre. En waarom heb jij een korte broek aan? Is dat jouw pyjama? blah blah en kwekkwekwek…
De hele dag door praat ze. In zichzelf, maar meer nog tegen ons. Alles is een vraag. De helft van de zinnen begint met Maar weet je, mama
Maar weet je mama, wat zit daar eigenlijk allemaal in, in die saus? Tomaten? En wat nog? Ajuin? Wat nog? Kruiden? Welke kruiden?

Ik vind het heerlijk, zo’n peuterkleuter in huis, en we lachen ons hier allemaal een breuk met haar komieke vertelsels. Maar ‘s avonds, als ze gaat slapen, dan gaat er hier het eerste half uur geen tv aan, en geen muziek. Dan is er alleen stilte. Geen vragen, geen verhalen, geen gezang. Oorverdovende zalig rustige stilte.

(En neen, ik weet niet van wie ze dat heeft, dat tetteren. Wij zijn allebei zo’n stille, bedeesde mensen.)