Ja!

leutigheid

Ja! projecten

Samengevat: kom dit weekend naar Maker Faire Gent. Ge gaat geen spijt hebben.

Do what you love, love what you do.

Ik had het daar al eerder over, toen ik vertelde over de soms wilde dromen van mijn man en hoe we altijd wel een manier vinden om daar dan een invulling aan te geven.
Ik geef u: het meest extreme voorbeeld tot nog toe.

Twee jaar geleden ging de man naar Eindhoven, naar de Maker Faire daar. Hij kwam terug met een voorzichtig “ik zou ook wel eens willen…”. Dat voorzichtige werd vastberaden, nadat hij ook die van Lille bezocht. Hij zag in het buitenland dingen en had daardoor ideeën over wat fijn was daar. En wat hij helemaal anders zou doen.
Gedragen en gemaakt door de community, zei hij.
Niet te corporate, zei hij.
Waar mensen niet alleen kunnen kijken naar, maar vooral dingen kunnen doen, zei hij.
Waar er geen kinderhoekje is, maar alles voor iedereen is en door elkaar. Zodat families samen kunnen komen. Dat zei hij.

Twee jaar geleden. Wat volgde was een lange zoektocht naar een locatie, naar partners die het verhaal mee zouden dragen, een hele procedure voor een licentie en heel veel organisatiewerk.

De man werd fantastisch ondersteund, door de heerlijke mensen die hem altijd ondersteunen. De laatste maanden waren stevig, want de combinatie met een tournee, mijn werk, mijn studeren en de dochter die ook veel aandacht verdient: dat was niet evident. Mijn ouders sprongen keihard bij. Onze vrienden, buren en familie bleken zoals altijd het meest fantastische netwerk dat een mens zich kan wensen. En nu is het dus zover. Na twee jaar zoeken, na maanden voorbereiden, praten en selecteren en na de laatste weken elk weekend keihard werken met een heerlijke bende vrijwilligers die alles opbouwden en vormgaven (vuistje, army of makers!)…dit weekend heeft mijn man zijn Maker Faire.

Of zoals hij dat zegt: ‘t is niet mijn Maker Faire, ‘t is de onze. Van de tientallen vrijwilligers. Van 100 makers die hun werk komen tonen en die zorgen dat bezoekers zelf kunnen ervaren wat dat is, “maken”. En die iedereen hopelijk goesting geven om zelf dingen te proberen.

Eigenlijk is ze al geslaagd, die eerste Belgische Maker Faire. Ik warm mij aan een bad van vriendschap en engagement, aan motivatie en de coolste mensen om me heen. Het was het allemaal waard, dat weet ik nu al.

En toch maak ik hier graag reclame. Want de kers op de taart zou zijn als u er massaal zou zijn, dit weekend. Want ik ben zo fier op wat hij heeft gedaan, ge hebt daar geen gedacht van. En ik vind al die mensen die hier hun schouders onder gezet hebben zo fenomenaal, dat ik hen het grootste succes ooit wens.

Het volledige programma staat op de website. Maar samengevat:

Het grootste deel van de Maker Faire is overdekt, dus laat de aankondigde polaire stroming u niet tegen houden. Ik wil u zo graag tonen wat het geworden is. Dus kom af.

Ja!

Een ander leven.

Als ik die vrijdag naar huis wandel, dan merk ik dat mijn stap net iets meer veert dan anders. Ik ben moe, ja, maar de stress is precies anders geworden. De berg werk net iets overzichtelijker. Misschien omdat er zo’n schoon licht op schijnt.

Geen enkel ander jaar ben ik contenter geweest met het breken van de winter. De raapstelen, de asperges, de zon en vooral: dagen zonder jas. En van scrabble op het terras.

Met de zon op mijn gezicht en de geur van lentebloesem in mijn neus, kan ik opeens meer, zo lijkt het. Ik neem weer de fiets, ga weer sporten, val niet meer in slaap om elf uur in de zetel, kook weer uitgebreider. Mijn hoofd is helderder en hoe ik die paper wil aanpakken is opeens duidelijk. Ik verdraag meer: opeens vind ik het niet erg als kleine meisjes een rommeltje maken. Opeens kan ik wel artikels lezen terwijl er kinderen om me heen spelen. Opeens word ik minder snel boos over dingen die ik lees in de krant.

Het is een ander leven, als de zon schijnt. En het kwam net op tijd.

Ja!

Rosie en Moussa. En veel hartjes.

Ik krijg, ondanks dat het hier maar stillekes de laatste maanden, toch nog heel geregeld “Aanbiedingen voor samenwerkingen” of “uitnodigingen voor events”. Ik vind dat niet erg, aanbieden mag (maar ik zeg in 99% van de gevallen neen) en uitnodigen ook (maar ik heb in 99% van de gevallen geen tijd/weinig zin).

Maar af en toe hé. Of ik naar de première wilde van Rosie en Moussa, vroegen ze. En ik moest daar geen 10 seconden over nadenken. Want.

1. Het verhaal is grootstedelijk, modern en het gaat moeilijke thema’s niet uit de weg, zonder daar “zwaar” over te doen.
Rosie verhuist met haar moeder naar een appartement aan de andere kant van Brussel. Ze leert er een heleboel mensen kennen: de gekke meneer Tak, de excentrieke mevrouw Hemelrijk en vooral Moussa, die in het appartement boven haar woont. Hij neemt Rosie op sleeptouw door de hele buurt. Ze klauteren zelfs helemaal tot op het dak van het appartementsgebouw. En ze gaan samen op zoek naar Rosie’s papa, die al een tijdje niet meer thuis kwam…

2. Ik heb twee hele grote fans van de boeken in huis. De man leest elke avond voor aan de dochter, en de hele reeks Rosie & Moussa passeerden hier de revue. Het was binge-voorlezenzoals ik niet vaak zie en beide waren zeer enthousiast.

3. Ik had de trailer al gezien. En de trailer beloofde veel goeds.

4. Ik had net een mail gekregen van het fantastische JEF over de film en het bijhorende lespakket dat kan gedownload worden. Vanaf 28/03 op de site van JEF beschikbaar.

5. Oh, wat een prachtexcuus om nog eens naar Brussel te gaan. Brussel, wij houden daar van.

Agenda’s werden vrijgemaakt en ik vroeg brutaal “mogen we met vier?”. De dochter heeft namelijk een vriendin die ook fan is van de boeken en dan kunt ge maar beter nog een extra kindje blijmaken nietwaar?

Het was een bijzonder fijne dag, vandaag. We gingen eten in één van onze favoriete Brussel-restaurants, we wandelden door de stad en de eerste lente én we zagen een heerlijke film. Een aanrader, mensen. Vanaf 28 maart in de cinema.

Ja!

Belangrijke wijzigingen in Tinkelbel en GAF! Hoera!

Een paar jaar geleden was ik een keer boos. Niet dat ik sindsdien niet meer boos ben geweest, maar dat is niet relevant voor deze blogpost.

Ik was toen boos over Tinkelbel, het registratiesysteem van het stedelijk onderwijs in Gent, dat een onbegrijpelijk kluwen was. Er was een reglement, ik had het 4 keer gelezen en ik begreep er nog niks van. En de inhoud was bovendien niet echt aangepast aan de reële situatie van veel ouders. Ik schreef toen:

Ik ben vertrouwd met de medewerkers van uw Stibo-diensten echter, en ik ben ervan overtuigd dat zij iedereen die vragen heeft op een uiterst vriendelijke en correcte manier zullen helpen. Uw opvang is top. Uw dienstverlening ook. Laten we dus voor deze keer uw moeilijke teksten en ingewikkeld kafkiaanse voorbeelden door te vingers zien.
Mijn lichte irritatie echter is ondertussen omgeslagen naar hevige verontwaardiging. Bij elke lezing begrijp ik het systeem beter. En hoe meer ik het systeem begrijp, hoe groter mijn verontwaardiging wordt.

Samengevat: dit kunnen jullie toch niet maken, als sociaal en links stadsbestuur?
In tijden waarin flexibiliteit wordt gevraagd van werknemers, waarin overal wordt gesteld dat goede, degelijke en flexibele kinderopvang een belangrijke vereiste is voor activering van ouders (ik ga zelfs niet beginnen over moeders en equal pay), wordt de klok in de scholen van Stad Gent teruggedraaid.

Lees de volledige post hier.

Elke Decruyenaere (de bevoegde schepen) en de dienst kinderopvang reageerde, en we mochten gezellig op gesprek, waarin één en ander verduidelijkt werd.

Eerder deze week kreeg ik een bericht van Astrid De Bruycker, die al die tijd de opvangkwestie politiek bleef opvolgen. Waarvoor merci, trouwens. Ik ben zeer dankbaar voor mensen die blijven vragen stellen en bepaalde bezorgdheden onder de aandacht blijven houden. Dat doet Astrid altijd al uitstekend.

Maar goed, ik citeer even uit haar blog, want de wijzigingen zijn toch wel belangrijk en ik denk goed nieuws voor de ouders van het stadsonderwijs.

Drie keer goed nieuws nu:

1. Het systeem van de gerechtvaardigde afwezigheidsdagen GAF wordt afgeschaft voor de Stibo’s
2. Ouders moeten voortaan enkel aan het begin van het jaar een basisplan meegeven
3. In de communicatie zal voortaan duidelijker zijn dat je als ouder zowel online kan plannen als bij een medewerker in het Stibo.

Wat verandert er nu concreet?

Voor de opvang in de Stibo’s tijdens het schooljaar vervalt het systeem van ‘bestellen is betalen’ en van de Gerechtvaardigde Afwezigheidsdagen (GAF). Ouders zullen aan het begin van het schooljaar kunnen aangeven op welke dagen ze normaal opvang nodig hebben. Indien daar wijzigingen in komen (vooral dan grote wijzigingen, zoals ‘voortaan komt opa de kindjes elke dinsdag halen’), rekenen we op de ouders om dit spontaan te melden, zodat het personeel daarmee rekening kan houden. Op de factuur komen enkel de momenten waarop je kind ook echt aanwezig was.

Voor opvang tijdens de schoolvakanties blijft wel het principe “besteld = betaald” gelden, tenzij je kindje ziek is en je een doktersattest kan voorleggen of wanneer je geannuleerd hebt voor een bepaalde datum. Die maatregel is nodig om de vrije plaatsen terug te kunnen openstellen voor kinderen die nog geen opvang hebben. Een heel legitieme en faire toepassing van de regel, lijkt me.

Wat betreft de communicatie zal er duidelijker vermeld worden dat je digitaal je basisplan kan ingeven, maar ook persoonlijk in het Stibo. Dat is vooral van belang voor mensen voor wie de digitalisering een drempel vormt.

Lees de volledige blogpost van Astrid hier.

Ja!

Over de zon, een lampje en het licht zien.

Ik pruilde een eind weg, een paar weken geleden, toen de laatste loodjes nog niet eens in zicht waren terwijl de voorlaatste al zo zwaar wogen. Dat Facebook me met zwembadfoto’s terugzwierde naar tijden voor we een schoolplichtig kindje hadden, hielp natuurlijk niet. Vol wanderlust en week van verlangen naar zon op mijn huid, zocht ik op waar het meer dan 25 graden zou zijn begin februari. Ik noemde het “pauze nemen”, klapte mijn pc open en vroeg google hoe lang 25 graden vliegen was, al mijn ecologie-principes onderwijl negerend. Want het was januari, en koud en ik mocht ook wel eens iets.
Daarna dacht ik natuurlijk na of dat eigenlijk wel de moeite was voor een dag of drie. Ik concludeerde van neen, want zo realistisch ben ik dan wel, ook in tijden van massaal te veel werk. Bovendien bleek het vooruitzicht van geregel (ah, een ticket boeken en koffers pakken, en hoe zouden we dat doen met de dochter en en en) bij voorbaat al te vermoeiend voor mijn overvolle hoofd.

Ik nam pruilend afscheid van het 25graden-idee en er vormde zich een ander plan. Ik maakte een lijstje van uitsteldingen. Alles waar ik zo graag tijd voor wil maar die ik haast nooit heb. Er kwamen dingen op die mijn hoofd sluimerend troubleren (ik zou echt een keer die verzekeringen moeten checken en ook die badkamerkast opruimen en ik wil zo graag eens een handtas maken en…). Ik schreef in de agenda van de dochter dat deze mama wel eens meekon met de klas gaan zwemmen. Ik maakte afspraken met mensen die ik te weinig zie, en met mensen waarmee ik al zo lang graag een koffie wil drinken. Ik boekte dat bijzondere restaurant voor een lunch met mijn lief en legde het boek klaar waarvan ik te veel moest wenen toen ik eigenlijk te moe was om te lezen.

Vanmiddag wandelde ik in de Belgische vrieskou, maar wel met een zonnebril op mijn neus. Een uur daarvoor waren man en kind thuis komen middageten. Geen snelle boterham, maar Echt Zelfgekookt Eten. Ik had die ochtend boodschappen gedaan voor een week en die bovendien zelfs uitgepakt. Toen ik door de kou naar mijn auto stapte, met het vooruitzicht van mijn boek en pianomuziek op spotify, bedacht ik dat het nog zo slecht niet is: een vakantie zonder 25 graden.