eten

ik ben gelijk een foodie

eten

Tomaten, tomaten, tomaten overal.

29308853276_dbcfd9809a_z

Ik heb een levensles voor u. When in distress: cook.

De laatste weken zijn voor mijn werkaanvangende hoofd niet altijd even gemakkelijk geweest: het leek alsof mijn stresslevels op een paar dagen tijd alweer zouden pieken naar juni-niveau en ik voelde daar weinig bereidheid toe.

Gelukkig vielen deze weken samen met het hoogtepunt van de tomatenoogst, en dus trok ik me avondenlang terug in mijn keuken, met mijn kookboeken en bokaaltjes. Rust in mijn hoofd, en eten voor de winter. Ik kwam na een paar avonden weer buiten met onder andere:

Passata
Liters passata. Ik gebruikte het recept het recept van Dorien, mijn groentengoeroe. Ik kan overigens niet genoeg benadrukken dat u het moestuinboek al lang in huis zou moeten hebben. Voorafgaand aan de passata-sessie ging ik naar de supra bazar en haalde een paar ontbrekende dingskes in mijn bokaal-obsessie-uitzet. Schone dezelfde bokaalkes, bijvoorbeeld. Maar ook een inmaakthermometer en een glastang. Dat op zich maakte mij al de gelukkigste vrouw ter wereld: ik heb een tang om bokaals uit mijn kookpot te vissen. Eat that, flamazine.

IMG_6188

Tomatenchutney
Terwijl de oven zijn werk deed met de passata, zette ik tomatenchutney op het vuur. Het recept haalt u op dezelfde plaats. Twee uur pruttelen later had ik ook daarvan een viertal bokaaltjes.

Gefermenteerd tomatensap
De tomaten die net te ver waren deed ik met zout in een kom en dat werd zes dagen later gefermenteerd tomatensap, volgens het recept uit het kookboek van De Superette. Eerder deze week ging dat sap gezeefd in flesjes om daar nog lang na te gisten. Ik ben razend benieuwd naar wat het wordt en wat ik er deze winter mee ga maken.

Half-gedroogde tomaten in olijfolie
De kleine tomaten gingen extra lang en op lage temperatuur in de oven, en werden half-gedroogde tomaten volgens het recept uit Van het Huis, ook zo’n kookboekfavoriet. Ik maak een paar keer per week een tomatensalade met gewone verse tomaten, wat van die halfgedroogde, wat kruiden, olie en azijn en een ajuintje. Zaligheid.

IMG_6221

Ratatouille
Behalve het seizoen van de tomaten, is het ook het seizoen van courgette, aubergine, paprika en wortel. Voeg al die dingen samen en u krijgt ratatouille. Dat er nu vijf porties daarvan in mijn vriezer zitten, klaar om op te warmen bij wat couscous of pasta op een drukke winteravond: dat maakt mij rustig.

De laatste potten op de bovenste foto zijn trouwens gefermenteerde wortels, poging 2. Geen idee of het gaat lukken deze keer, maar ik laat het u desgewenst weten.

Vanmiddag haal ik nieuwe tomaten op de boerderij, want er zijn er nog steeds massaal veel. Dus als u suggesties heeft voor wat ik daar nu eens mee zal doen: in de commentaren ermee! Mijn winterhumeur zal u dankbaar zijn.

Boekentips
* De Moestuin van Mme Zsazsa – Kim Leysen en Dorien Knockaert
* Van Het Huis – Gilles Laurendon
* Food in Jars: Preserving in Small Batches Year-Round – Marisa McClellan
* De Superette. Het kookboek – Kobe Desramaults, Rose Greene en Dorien Knockaert
* Weck-inmaakboek

eten

Het gemberbier. Het recept.

Zullen we het een keer over gemberbier hebben? Awel ja, dat zullen we zeker. En wel om volgende redenen:

Ten eerste.
Gemberbier is afgrijselijk lekker. Het is gelijk gember zelve: gezond, heerlijk fris en heet tegelijk, een beetje tintelend, en nooit braaf. Gemberbier is frisdrank voor grote mensen.

Knipsel

Ten tweede.
Zelf gemberbier maken blijkt een heel boeiende bezigheid, die bovendien perfect te combineren valt met het leven van De Moderne Vrouw (m/v): ge hoeft er niet zo heel veel tijd in te steken, maar het is wel ongelooflijk fascinerend en telkens anders. En spannend. Na een paar dagen krijgt ge bovendien een persoonlijke band met uw fermenterende gemberbacterie-starter. Ik zorg voor de potten en flessen als voor een teer plantje, roer en bestudeer. Ik praat tegen mijn gemberbier. Ik heb het gevoel dat het luistert, ook. En dan drink ik het op want zie ten eerste.

Ten derde.
Ik heb, na ondertussen 6 batchen van 7 liter, het recept zodanig gefinetuned dat het perfect is. Mijn echtgenoot wordt van dit gemberbier bovendien (a) erg blij en (b) een beetje flatterend bezitterig (“neen. geen gemberbier in de punch gieten. het gemberbier is van mij.”) Dat maakt mij dan weer blij.
Blij gemberbier. Als ik ooit in massa-productie ga, heb ik mijn tagline al gevonden.
Maar samengevat: ik ben er dus uit, hoe het recept het beste werkt. En ik wil dat delen met u, zodat u ook blij gemberbier kan maken.

Ten vierde.
Ik ben bang dat ik mijn papierke met mijn recept ga kwijtgeraken. /doceert Zelfkennis is het begin van een verwittigd man!

Maar laat ons beginnen bij het begin.

(more…)

eten

In een bokaal.

Ik durf het toe te geven: ik kan bij momenten nogal maniakaal in een nieuw projectje verdrinken. Meestal tot het volgende passeert waarvan ik denk “moh gow, zo cool” om dan alles te laten vallen en in iets helemaal nieuw te duiken.
Zo komt dat dat ik plotsklaps kon programmeren, weet hoe ge een website maakt, u kan onderhouden over de ziektes in uw moestuin en absurd veel ken van verfsoorten en hoe ge oude kasten het best restaureert.

In de keuken is het van hetzelfde, dat is evident: om de zoveel tijd heb ik een nieuwe obsessie. Dan ben ik bijvoorbeeld weken na elkaar bezig met allerlei soorten broodpudding. Of maak ik elk weekend minestrone. Of ik brouw duizend varianten op ice-tea.

Tegenwoordig steek ik dingen in bokaalkes.

Het is allemaal begonnen met confituur uit melancholie. Toen volgden wat augurken van de boerderij, en een zotte oogst tomaten. En toen ik recent het boek van de Superette las (ja, weeral Dorien. Dorien is mijn goeroe, geloof ik), begon het steeds meer te kriebelen. Dus kocht ik Food in Jars en haalde ik Van het huis en het al eeuwen rondslingerende The Art of Fermentation weer boven.

En sindsdien steek ik altijd maar meer dingen in bokalen.

Wortels, bijvoorbeeld, of hier van links naar rechts: pickles van aardperen, zoetzure bietjes en een starter voor gemberbier.

FullSizeRender (6)

Maar wat ik eigenlijk wilde vertellen. Deze week kocht ik geheel stoemelings een heerlijk boek. Gewoon in de Supra Bazar (ze hebben er écht alles!), in de veronderstelling dat het een recent boek was. En hoewel er op de kaft staat “2014”, durf ik te betwijfelen dat er de laatste pakweg dertig jaar nog een update is gebeurd. Want zo peinzend poseren met potten mirabellen en een earlyeightieskapsel: ik zie dat tegenwoordig niet meer zo vaak, eigenlijk.

Image (1)

Ik heb het boek dit weekend in één keer uitgelezen, ondertussen mijn echtgenoot om de haverklap enthousiast lastigvallend met het voorlezen van zinnen als “De ervaren huisvrouw weet zeker en vast dat er ook voor een goede runderrollade een geschikte Weckpot is.” en “De trechter is een onmisbaar accessoire. Gedaan met gemorste bessen op de keukenvloer!”

Edoch. Mijn allerfavorietste passage (het was moeilijk kiezen) is het gedeelte waarin de firma Weck een pleidooi houdt tegen de trend van tegenwoordig, het diepvriezen van voedingswaren.

FullSizeRender (7)

Ik weet niet hoe dat bij u zit, maar als er hier ooit een kerncentrale-blackout van komt, dan hebben wij tenminste nog onze bokaaltjes. Om van die keukenvloer zonder gemorste bessen nog maar te zwijgen.

eten

Iedereen heeft al eens een hongerke.

Ik eet graag boterhammen, maar alleen als er iets bij is. Gewoon boterhammen, dat is saai en dus hebben wij altijd dingen in de frigo staan die op een bordje bij boterhammen kunnen of bovenop beleg gelegd worden. Meta-beleg, als het ware.

Niks ingewikkeld, want mijn innerlijke Bree Vandecamp mag dan al behoorlijk ontwikkeld zijn, de real life i. heeft natuurlijk gewoon een job en slechts beperkte huishoudelijke kwaliteiten (een keuze, geen gebrek aan talent).
Ik heb het dus over sla-achtigen gelijk postelein, iets van soep, soms wat pesto en haast altijd deze rode bietjes.

Rode bieten, dat zijn namelijk van die groenten die altijd te krijgen zijn op de boerderij. Ik kweek ze zelf niet, maar iets aan de permanente overvloed zegt mij dat het nogal gemakkelijke knollen zijn.
hoogzomer, putje winter, tussenseizoen, hungergap of volle oogsttijd: er zijn altijd altijd altijd rode bietjes. Voor iedereen. And then some.

Ik maak dit recept dan ook al meer dan een jaar ongeveer twee keer per week. De bietjes worden hier gegeten bij boterhammen, gewoon tussendoor, in geval van een hongerke en het eten nog niet klaar, enzovoort enzoverder.
Afgedekt in uw frigo blijft dit ongeveer een week houdbaar, maar hier gaan ze nooit zo lang mee. Ge zoudt dat niet zeggen aan mijn atletisch lichaam, maar ik kan nogal goed eten.

De basis van dit recept is — zoals erg veel dingen die ik klaarmaak — van Dorien, en is — zoals erg veel dingen die ik klaarmaak — in uitgebreide versie te vinden in De Moestuin van Mme ZsaZsa.

Doordat ik het zo vaak maak is het oorspronkelijke recept evenwel wreed versimpeld, ondertussen. U kan dat gemakzucht noemen, maar ik hou het bij efficiëntie. Zo meng ik de ingrediënten niet meer in een aparte kom, maar gewoon op een bakblik (minder afwas!) en snij ik de stukken een pak grover dan vroeger.
Dorien werkt in het originele recept af met geitenkaas, maar ook dat is bij mij weggevallen ondertussen, ook al omdat slaatje minder lang houdbaar is op die manier.

Deze bietjes in combinatie met geitenkaas blijven een goed idee, trouwens. Samen op een boterham: yum. En we hadden een keer onverwacht volk en dan heb ik zo’n kommeke uit de frigo in de blender gekieperd met een pot zachte geitenkaas erbij. Dat was een hele lekkere dip voor stukskes brood.

Anyways. Simpele bietjes uit de oven om altijd in de frigo te hebben voor een onverwacht hongerke. Een recept!

IMG_2885

Nodig:
een rode biet (niet van die voorgekookte vacuümtoestanden, een echte!), olijfolie, azijn (balsamico, rodewijn, kies maar iets zacht en kruidig) zout, peper en chilipoeder.

Zo maken:
Schil de ongekookte biet en snij ze in stukken van maximum ongeveer een centimeter dik. Ga vooral niet meten, het maakt echt niet zo veel uit. En het is trouwens lekker als de partjes wat ongelijk zijn: op die manier heb je stukken met meer beet en wat zachtere stukjes na het klaarmaken.

Leg de stukken op een bakplaat.

Bestrooi met chilipoeder, peper en zout naar smaak. Ik doe dat royaal, maar experimenteer vooral zelf.
Besprenkel met olijfolie en eventueel wat (balsamico)azijn. Mijn echtgenoot heeft liever de versie zonder azijn, maar ik maak de bietjes klaar dus ik mag kiezen dus wij eten de versie met.

Meng alles door elkaar en let er daarbij op dat alle bietjes een beetje olijfolie hebben gezien. Schuif in een hete oven (210-220 graden) en wacht tot de bietjes gaar zijn maar niet te gaar. Geroosterd, niet plat. Dat duurt 10 of 15 minuten.

Doe alles uit de bakplaat in een kommetje en zet in de frigo tot het helemaal is afgekoeld.

Hoewel ze ook lekker zijn warm.
Maar dat is dus in deze niet de bedoeling en al.
En recept is en blijft recept, natuurlijk.

eten

Het probleem met andijvie.

Indicaties dat uw rock’n roll niet geheel intact meer is, deel ikbenfeitelijkgestoptmettellen.

Als ge op een feestje staat te praten met kameraden die ge alleen op dit soort feestjes nog tegenkomt (iemand van de vroegere bende was veertig nogmaals vijfentwintig geworden).
Als het gesprek dan gaat over de groenten uit de moestuin — want die hebt ge allemaal ondertussen.
En als dat gesprek over de groenten langer dan een uur duurt. En niemand in het gezelschap vindt dat een saai gesprek.
Integendeel: de volgende dag krijgt ge sms’en om dat recept nog eens te herhalen.

Dat zijn indicaties. Maar ik zeg u, meelezende youngsters: er komt een moment dat ge dat oprecht niet erg meer vindt, maar gewoon euforisch blij zijt dat iemand u vertelt over boontjes inmaken en pasta met courgette. Want er zijn altijd boontjes en courgettes te veel.

Ik moest daaraan denken, aan dat feestje en dat gesprek, toen vorige week iemand zei: ik lust dat niet, andijvie.

Want ik had daar exact discussie gehad.

Hoe? Gij lust geen andijvie? En ge eet wel witloof? Dat kan niet, jong.

aandijvie

(more…)