eten

ik ben gelijk een foodie

eten projecten

Over Peru, Israëlische backpackers en week 3/4.

In onze tijd als pril koppel, toen de dieren spraken en weblogs nog maar pas bestonden, trokken we ooit met een nest vrienden door Peru.
Het was een fijne reis van met een Amerikaanse slee door de woestijn racen, duinen beklimmen, varen naast pelikanen, trekken in de Andes en de zon zien opkomen terwijl de condors opvliegen. Bucket list galore.

Er zijn nog een paar restanten in ons huishouden te merken van die zomer: de kat dankt zijn naam aan een Peru-anekdote, de echtgenoot noemt mij nog steeds soms venteocho en in mijn keuken sluipt al eens wat Zuid-Amerika binnen. Wij aten hier bijvoorbeeld al quinoa voor het een hippe superfood bleek, als er ergens ceviche te krijgen is dan moet ik dat eten, en ik herinner me vaag een incident met Pisco Sour op een feestje van ene Brutin.

En er is dus ook de shakshuka die in week 3 op het weekmenu stond. Dat is Israëlisch en niet Zuid-Amerikaans, ik weet het, maar heel Peru liep in die tijd vol met Israëlische backpackers, die dit aten als ontbijt.

Tot Plenty wist ik niet hoe het gerecht heette (wij noemden het gewoon Israëlisch ontbijt) en ik had in de loop der jaren zelf wat geïmproviseerd met kruiding en ingrediënten. Dat was al lekker, maar deze versie is super, en helemaal wat we daar in Peru soms aten. Recept hierzo, of gewoon in de Plenty dus.

De shakshuka staat onderaan rechts op de foto, en was één van de toppers van deze week.


(more…)

eten

Weekmenu – week 3 en week 4.

Is het al woensdag ofwa? En ik heb mijn nieuwe tweeweekmenu nog niet gepost? Schande, maar één woord daarover: examens.

Ik ga een spelletje spelen met de weekmenu’s, zo besliste ik zaterdag toen ik alles aan het opmaken was. Want soms is dat tof, bewegen binnen een beperktere ruimte en uzelf regels opleggen. Soms wordt een mens daar creatiever van.
Er waren al 2 regels:
– 2 vastendagen per week (op een vastendag eet ik maar 500 kcal. man en kind vasten niet, dus het avondeten moet iets zijn dat iedereen wel tof vindt)
– zoveel mogelijk seizoensgroenten, en zo weinig mogelijk bijkopen bij de groenten die ik meebreng van de boerderij.

Voor dit tweede menu voegde ik 2 regels toe:
– minstens 4 dagen per week vegetarisch.
– één keer per week iets koken uit een kookboek dat ik heb, en dat ik voor elk nieuw weekmenu-planningsblaadje kies. Dat recept ook echt volgen.

Deze veertiendaagse werd dat kookboek het heerlijke Plenty van Yoti Ottolenghi. Omdat het toevallig op mijn aanrecht lag, want die pompoen van vorige week kwam daar ook uit. Plenty staat vol fantastische gerechten, maar de meeste zijn niet zo eenvoudig, of je hebt er veel extra kruiden en exotische shizzle voor nodig. Meestal maak ik bij recepten mijn eigen variaties met wat ik in huis heb, maar Ottolenghi-eten is echt lekkerder als je alles doet zoals de man zelf het zegt.

Er is ook een back-up menu deze week: onze boederij had vorige week lamsmerguez van hun eigen lammetjes, en er zit zo’n pakje in de diepvries. Samen met couscous en een zak ratatouille uit de vriezer is dat eentje voor in mijn achterhoofd voor het geval ik geen zin heb om veel te koken. Of te veel examens moet verbeteren.

eten

Weekmenu – week 1 en 2, the aftermath.

Kijk zeg, januari is zowaar al twee weken ver, dus tijd voor een evaluatie en de volgende weekmenu’s. Morgen publiceer ik de volgende twee weken, maar nu al een paar aanraders uit week 1 en 2.
De uitleg over Week 1 en week 2 vindt u hierzo, het menu staat nog eens hieronder.

Het liep vlotjes. Ik vind dat precies nog wel handig, zo twee weken ineens plannen. Wel gemerkt dat er eventueel wel een easy backup mag voorzien zijn voor als ik absoluut te tam ben om te koken en ook geen tijd heb voor restaurant. Iets in de vriezer dat kan opgewarmd worden.


Er waren een paar kleine wijzigingen: de man kookte een extra dagske, omdat ik plots een werkstresske had. Het werd spaghetti, zijn signature dish.
De overschot van de saus kapte ik een paar dagen later over de helft van de spaghettipompoen, want ik gooi niet graag eten weg. Zo kwam daar een bianco (met salie en parmesan) en rosso-versie van. Evenwel: spaghettipompoen blijkt niet mijn ding, wegens een textuurprobleem. Ik volgde nochtans netjes het recept, maar het bleek vooral nogal papperig. Het is niet dat het alle weken zal op tafel komen, dit.

Maar laat ons vooral het positieve nieuws onthouden. Dit zijn de vier lekkerste dingen die wij de laatste twee weken aten.

Vanaf linksboven in wijzerszin.

* Quinoa met groenten (bietjes, aardpeer, knolselder geroosterd in de oven met look en kruiden / bladpeterselie erdoor) en Berloumi. Haloumi is lekker, maar Berloumi wint keihard van haloumi. Bovendien zijn die kleine variaties van de seizoenen zo leuk. De winterberloumi is licht gerookt, en dat is superlekker.

* Tarte tatin van witloof met een slaatje van postelein met mosterddressing. Ik zou dat elke dag eten, eigenlijk. De kleine taartjes zijn worteltaartjes omdat de dochter geen witloof eet.

* Pompoen uit de oven met crumble en zure room. Ik volgde het recept uit Plenty van Ottolenghi zeer zorgvuldig, maar als ik gans eerlijk ben, was de geïmproviseerde versie die we op oudejaar maakten (we hadden het boek niet bij) nog lekkerder. Toen maakten we een crumble met groene pistachenoten, parmesan, look en peterselie. Dat was een winner. Maar dit is dus ook zeer lekker.

* Gratin van schorseneren uit De Moestuin van Mme Zsazsa. Ons favoriete schorseneer-gerecht hier thuis. Ik maakte een variant deze keer, waarbij ik wat kip en aardappelen toevoegde aan de ovenschotel. Uitstekend.

Morgen de komende twee weken.

eten

Het weekmenu van…

Aaaah, weekmenuten. U weet dat ondertussen, dat wij al jaren trouwe aanhangers zijn. (Als ik trouwens kijk naar 2010 vs 2017, ben ik precies nogal geëvolueerd: ik durf veel meer, ik maak dingen waar ik vroeger van zou geweend hebben, en ik kook volledig volgens de seizoenen nu, met groenten als basis. Meer avontuur, minder vlees is de juiste samenvatting, geloof ik.)

Het systeem van plannen wisselde al die jaren eens: meestal weekmenu ik in mijn Moleskine, maar ik deed de laatste maanden een poging tot digitalisering. Het werd iets met mijn google agenda dat maar zozo beviel. Toen ons Zsazsa mij dus berichtte dat ze een schone template had gemaakt, was ik daar wel blij mee. En ik zei van ja, natuurlijk, toen ze vroeg “ge gaat toch eens een voorbeeldje maken zodat ik dat in mijn blogpost kan zetten?”.

Maar toen was het vakantie.
En toen was ik op reis.
En toen miste ik de lancering helegans.

Ik kwam terug van Dardennen en er was al een facebookgroep met 2000 leden, dus ik denk eigenlijk niet dat ze mij nog nodig heeft. Allez, voor dit projectje niet, voor andere dingen hebben Zsazsa en ik elkaar wreed nodig, maar daar mag ik niks over zeggen.

Maar ondanks de overbodigheid, alsnog en toch: mijn weekmenu. Maar vooral de methode. Want dat vraagt een beginnende weekmenuter zich voorzekers af: hoe begint ge daar nu aan?

Stap 1.
Ik doe 5:2, nog steeds. Zij-die-met-mij-het-nieuwe-jaar-vierden kunnen bevestigen dat ik daar die nacht verregaande ambities over heb uitgesproken, toen het over goede voornemens ging. Aangezien zij-die-met-mij-het-nieuwe-jaar-vierden de beste maten zijn die een mens zich kan wensen deden zij bovendien unisono “jamaar, om dat te bereiken moet ge toch bijna niks afvallen?” en vervolgens ook oprecht een verbaasde “wat, zo veel? Dat zoudt ge niet zeggen”
Enfin, ze zijn lief, mijn maten, maar 5:2 blijft nog efkes. De vastendagen krijgen daarom een groen cirkeltje op mijn papier en ze hangen af van mijn agenda. En ja, het zijn er drie de komende weken. Ik heb toffe feestdagen gehad, we zullen het daarop houden.
Op hetzelfde moment bepaal ik ook, en ook aan de hand van mijn agenda, mijn “feestdagen”. Lees: uit eten, of wijn drinken, of (meestal) beide. Of het is woensdag en mijn mama maakt dan dingen zoals fricandon met bloemkoolgratin en dat is waarschijnlijk tienduusd calorieën but whatever, feestdag. Feestdagen zijn rood en ik mag er zo twee per week. Van mezelf.

Stap 2
Ik bekijk welke groenten ik heb. We oogsten sinds een paar jaar zelf op een boerderij, ook dat weet u misschien ondertussen. Dat betekent dat meekoken met de seizoenen zowat een tweede natuur is geworden. Bepalen wat we eten gebeurt op basis van de groenten die er zijn, en ik heb in die drie jaar ongelooflijk veel geleerd over koken. Waar ik twee jaar geleden in de winter nog vaak naar de winkel moest om iets extra wegens geen inspiratie met weeral knollen en kolen, is dat nu haast zelden nog nodig. Ik heb wel witloof gekocht, deze week, omdat het onze nog niet klaar is door de kou. Maar dat is voornamelijk uit ongelooflijke goesting in witloof.

Stap 3
Ik bekijk of we pasta, rijst, patatten, couscous of iets anders eten die dag. Ook dat wordt bepaald door mijn agenda: hoe minder tijd, hoe meer kans dat pasta het haalt. Ge moet dat namelijk niet schillen en pasta komt proper uit de verpakking. Grote winner.

Stap 4
Ik puzzel de groenten bij de rest, en gooi hier en daar wat vlees of vis in de mix. Hopla klaar.

Het is een gemak, zo’n weekmenu. Na dat ene planningsmoment niet meer nadenken, vooral. En zo veel mogelijk winkels vermijden. Allemaal goed voor mijn hoofd.

De template om zelf aan de slag te gaan vindt u bij Madame Zelve. En de facebookgroep staat hier. Vergeet evenwel uw patatjes niet.

eten

Pimp my Mac & Cheese.

Tegenwoordig doe ik hier langzaam en voorzichtig van de 5:2. Ge kent het principe ondertussen waarschijnlijk al, want iedereen die een blog heeft, is er tegenwoordig mee bezig, schijnt. Onder aanvoeren van ons Lien, die over het dieet de levenswijze bovendien een boek aan het schrijven is.

Ik wacht op het boek om het te doen zoals het hoort, maar ondertussen warm ik al een beetje op met puzzelen met calorieën. Ik doe het basisprincipe: ik let vijf dagen niet op, en gedurende twee dagen probeer ik om maximum 500 calorietjes per dag in mijn hoofd te stoppen en als ik dat consequent volhoud, dan zal ik even slank worden als Lien. Of als Pascale Naessens. Ik hoop dat ik ook het kapsel van Pascale krijg dan. DUIMEN.

Gisteren was een vastendag, dus dat wil zeggen dat ik die gisterenochtend alleen een klein boterhammeke met choco at (ja, ik weet: er zijn vast beter alternatieven voor die 120 calorieën, maar voor acht uur kan ik daar nog niet over nadenken. Zie ook 1 september.) en de rest van de dag niks. NADA. Ik weet niet hoe dat met u zit, maar als ik een ganse dag geen eten heb gekregen, dan moet ge ‘s avonds niet afkomen met een slaatje. Neen, dan moet het hartig. En rijk en vullend. Dat ge achteraf denkt: awel ja, ik heb precies wat te veel gegeten.

Die omschrijving schreeuwt Mac & Cheese, ge voelt dat al. Macaroni met kaassaus.

Nu is macaroni met kaassaus zowat het minst dieetvriendelijke gerecht ooit, met ongeveer dertigduizend calorieën. Per koffielepel.
Bovendien is het ook niet zo heel gezond, want de traditionele Mac & Cheese heeft een bijzonder gemakkelijk aantal groenten erin. Nul.

Gelukkig is er een variant, losjes gebaseerd op een recept op Myrecipes, maar dan anders, want ik heb het niet voor pasta meekoken in de saus. Een textuurprobleem. Maar behalve dat: deze Mac&Cheese is lekker voor de kindjes, lekker voor u en met groenten. En voor 350 calorieën per (copieuze) portie kan een mens niet sukkelen.

14355981_10154571707748223_1070860713_n

Vooraf te onthouden:
– bouillon is minder calorieën dan melk.
– Hoe straffer de kaas, hoe minder ge nodig hebt.

Nodig voor 4 personen:
500 gr pasta, veel lekkere tomaten (denk een ovenbakplaat vol), wat olijfolie, teentje look, laurier, boter (of een margarine), bloem, een halve liter bouillon (ik gebruikte kip, maar groente gaat ook), wat hal een bokaal artisjokharten (niet de opgelegde in olie. gewone!), ongeveer 50 à 100 gram goed doorsmakende kaas (ik nam deze), een soeplepel parmesan, mosterd, peper, zout.

Zo maak je het
– Snij de tomaten in halfjes of in dikke sneden. Rooster ze, besprenkeld met peper, zout en wat olijfolie, onder een hete grill. De randjes mogen een beetje bruin kleuren. Haal ze dan uit de oven en hou apart.
– Ondertussen: kook de pasta. Hou warm.
– Ondertussen: maak de saus. Starten met een bechamel: klontje boter/margarine laten smelten, een fijngesnipperd teentje look erbij en een laurierblad. Even laten stoven maar niet bruin laten worden. Dan bestrooien met bloem en roeren tot je de textuur van koekjesdeeg hebt. Laat dit op een zacht vuurtje bakken tot het naar toast ruikt.
Als je toast ruikt: voeg een scheut melk toe, en de halve liter bouillon. Laat koken en indikken en kruid nog met peper en misschien zout (hoewel de bouillon al veel zout geeft) en wat mosterd. Als je bechamel de gewenste dikte heeft (ik heb die graag wat lopend), dan voeg je kaas toe. Proef af en toe en als het kazig genoeg is: voeg de artisjokken toe, die je in vier hebt gesneden. Meng en verwarm, maar laat nu niet meer koken.
– Kieper pasta en saus samen in een ovenschotel en meng goed door elkaar. Schep de tomaten voorzichtig van het bakblik en leg ze bovenop de pasta. Strooi er wat parmesan of andere kaas over en zet nog een vijftal minuten onder een hete grill.