Het gebouw waar mijn nko-arts zijn consultaties houdt en waar ik deze dagen om de zoveel tijd op controle mag, wordt momenteel aan de buitenkant gerenoveerd.
Dat gaat gepaard met veel en constant aanwezig verbouwlawaai, wat voor onrust en zichtbare irritatie zorgt bij iedereen in de wachtkamers. I can relate. Het is al geen ponykamp om in een saaie ruimte op ongemakkelijke stoelen te wachten op alweer een vervelend onderzoek. Als dat dan ook nog met de soundtrack van drilboren en schuurmachines moet gebeuren, is het helemaal ellendig.
Het constante lawaai is echter niet mijn grootste probleem. Om de paar minuten wordt het altijddurend gerommel van de werken doorbroken door een luide dreun waarvan mijn hart telkens eerst een halve seconde stilstaat en dan minutenlang in overdrive raast van het schrikken. Die bonken zijn eigenlijk helemaal niet onverwacht: je weet dat ze komen. Maar er zit totaal geen ritme in en daardoor is het toch altijd onaangekondigd. Ik laat mijn boek vallen, verslik me als ik net aan het drinken ben of maak een klein sprongetje op mijn stoel. Soms een onderdrukt kreetje. Slapstick in de wachtkamer.
Het is een onvoorziene extra dimensie bij de controles en het maakt het allemaal nog een stuk spannender. De nko moet immers bij het controle-onderzoek een lang camerasonde-ding voorzichtig in mijn neus inbrengen om mijn sinussen te checken. Dat is op zich al onplezierig, maar ik zit dus vooral de hele tijd te wachten op een dreun, een nko die daardoor een onverhoedse beweging maakt en hoe dat dan gigantisch veel pijn gaat doen.
Ik heb voor de ingreep wild en overdadig allerhande medische websites uitgeplozen en ben dus op de hoogte van de meest obscure mogelijke complicaties. Maar “verwonding door schrikreactie van nko-arts tijdens onderzoek” werd precies nergens beschreven.