Ik moest dus een kleine ingreep ondergaan en deed dat met frisse tegenzin. Meer dan twee weken verplicht en gepland thuis blijven, dat is niet zo mijn gewoonte en dapper zijn en doordoen is zowat de huisstijl. Onterecht, maar ik ben een kind van mijn tijd en heb me daar ondertussen bij neergelegd.
Edoch. Als een huisarts, twee specialisten en een bevriende dokter unisono zeggen “het is nodig” en ge zelf al eens een wijsneuzerige boom durft opzetten dat “iedereen zijn eigen expertiseveld heeft en dat het een goed idee is om mensen die ergens voor gestudeerd hebben wat vertrouwen te geven”, ja dan kijk.
Ik plande de operatie halverwege mijn verlof en maakte vervangopdrachten en een leerpad voor mijn studenten. Er zou niet geluierd worden, meneer. Van tevoren had ik bovendien een strak en ambitieus plan waarbij ik in dat ziekteverlof ons huis zou opruimen en organiseren én alle lessen van het semester zou voorbereiden. Het was een troost en een sussen van mijn eigen flinke geweten.
En toen bleek dat de voorgeschreven rust geen overbodige luxe was en dat het opruimen te veel energie vroeg. Na een ambitieuze “ik ga zelf naar de bakker” op dag drie, een duizelingske en een middag gejammer in de zetel daarop volgend, capituleerde ik. Ik bekeek drie netflix-series, las echte dikke boeken (Nirvana van Tommy Wieringa, trouwens. Thank me later.), reanimeerde deze blog en genoot zowaar van de rust.
Zodanig dat ik nu wat bang ben om opnieuw te gaan werken, overmorgen. Mijn agenda vult zich schrikbarend snel, het semester is nog niet helemaal voorbereid, maar er zijn ook twee boeken die nog liggen te wachten en dat schrijven hier bevalt me toch meer dan gedacht.
Tijd om wat prioriteiten te herdefiniëren, geloof ik. Want ik moet ook het huis nog een keer opruimen natuurlijk.