Month: September 2018

eten

Geef paella een kans.

U weet dat ondertussen ongetwijfeld: op het eind van de zomer verlies ik mij een paar weken lang in tomaten. De recepten gaf ik al veel eerder, maar vandaag vertel ik u over dat ene recept waar het afgelopen jaar mijn halve voorraad passata aan opging. En het ziet ernaar uit dat het dit jaar niet anders zal zijn. Paella.

Er zijn veel misvattingen over paella. Dat het ingewikkeld is, veel werk, koken voor gevorderden. Maar dat is dus niet waar. Paella is:
(1) Mits enige truukjes bijzonder eenvoudig en snel
(2) Als u wat voorraad bijhoudt: bijna volledig te maken met wat in de kast/diepvries zit
(3) Helemaal van tevoren klaar te maken en dus ideaal bij bezoek of voor drukke dagen waarbij koken de avond voordien gebeurt (paella is nog lekkerder de volgende dag)
(4) Indrukwekkend en troostend. En indrukwekkend troostend. Altijd opnieuw.
(5) Altijd te veel. Dus ge kunt de volgende dag overschot eten!

Ik schreef het recept dit weekend uit voor de BFF, die niet zo vaak uitgebreid kookt maar nu bezoek had. Zowel zij als het bezoek waren er zeer van te spreken, dus ik dacht: ik blog het in één beweging ook. Dit recept is voor vier personen ongeveer. Flinke eters.

Nodig
– Rijst: ik gebruik Bosto Mediterraneo, paëlla- en risottorijst. Een pak van 500 gram is meer dan voldoende voor vier/vijf personen.
– Groenten: 2 rode paprika’s, een venkel, een grote ajuin, een grote kop diepvrieserwten. Soms voeg ik ook courgette toe, als ik dat liggen heb.
– Kruiden: knoflook, saffraan, provencaalse kruiden, kippenkruiden, bladpeterselie
– Vlees/vis: kippenboutjes (van die voorgebakken aperitiefhapjes, uit het versvak of de diepvries), chorizo (gewoon sneetjes), gerookte spekblokjes, diepvriesscampi. Allemaal: naar smaak. Je kan ze weglaten of vervangen door bijvoorbeeld gebakken oesterzwammen met look en pimenton als het veggie moet)
– Passata (de lekkerste die ge vindt. Als ge die niet zelf maakt: flink afkruiden!)
– Bouillon of bouillonblokskes. Ik gebruik kip, maar kan ook groenten natuurlijk.
– Boter en olijfolie
– Citroen

Voorbereiden
Ik werk in een grote wok, maar je kan ook een grote pan gebruiken, veronderstel ik.
Snij paprika, venkel en ajuin in repen. Aanstoven in olijfolie en kruiden met pezo. Na een paar minuten ook twee of drie fijngesneden teentjes look erbij en de diepvrieserwten. De spek en de chorizo erbij alles laten bakken terwijl je roert.
Ondertussen: een warme saus maken van half om half passata/water, met daarin een blokje kippenbouillon. Kruiden naar believen (pezo, provencaalse kruiden) en ook saffraan hierin oplossen. We zoeken een waterachtige tomatensaus met veel kruiden. De saffraan is een beetje naar smaak: ik doe daar twee zo’n potjes in, maar het mag ook minder.

Als de groenten wat zacht zijn: een klont boter in de pan erbij, de rijst erbij en die rijst glazig laten worden en wat laten bakken. Dat is belangrijk, anders wordt de rijst moeilijk gaar. Dan de saus erbij (je kan alles ineens doen, of de helft en dan bijscheppen). Laat een tien minuten sudderen en roer regelmatig. Proef ook en kruid bij indien nodig.
Doe alles in een ovenschotel. Bak scampi (ik kruid die met kippenkruiden) en voeg die toe aan rijst, met het bakvet erbij, dat zorgt voor extra smaak. Je kan ook de pan blussen met wat water en het aanbaksel ook toevoegen. Roer om en zet weg.

(Dit is wat ik normaal doe de dag van tevoren of ‘s ochtends om dan ‘s avonds te eten. Dat wil zeggen dat mijn paella koud is voor ik begin af te werken. Als je gewoon doordoet, dan mag de oven al warm zijn.)

Afwerken
Doe de kippenboutjes bij de ovenschotel, roer om en zet in de oven. Dan de oven aanzetten op 180 graden. Ik hou dat wat in de gaten: als het te droog wordt wat saus erbij, of water met een blokske kippenbouillon. Als het te nat is: oven hoger zetten. Je kan ook starten met aluminiumfolie over de schotel als de rijst al redelijk gaar is.
Timing: een 15-20 minuten nadat uw oven warm is geworden is het klaar. Proef van de rijst of hij gaar is.
Doe er peterselie over + serveer met citroenpartjes.

reizen

De doosjes op het aanrecht.

Sedert een week hebben wij deze doosjes op het aanrecht. Eentje voor de man, eentje voor de dochter. Zijn niet echt ziek, maar toch zijn de doosjes er. Dat zit zo.

Vorige week hadden wij een familiefeest en zoals dat gaat op familiefeesten na de zomer, vertelt iedereen over de voorbije vakantie.
En zo kwam het verhaal van die dag in Italië. Die dag toen ik, bij het licht van een kampvuur en een koplamp, een hap vel en vlees uit de buik van mijn echtgenoot had geknipt.
Met een nagelknipper, want kamperen is toch altijd een beetje behelpen met de tools die ter beschikking zijn.

Het begon met een vuiltje op de schouder van de dochter. Ik wilde het wegwrijven, het bleek geen vuiltje maar een teek, die ondertussen al helemaal onder haar huid zat. Voorzekers opgelopen in het afgelegen loofbos dat onze camping was. Kamperen en de natuur en dus ook die vieze beesten: ik ken dat. Maar deze liet zich niet zo makkelijk verwijderen wegens al diep. Er volgde gedoe met tekentang, afbreken, naalden en een pincet en uiteindelijk lukte het. Oef.

Een paar uur later bedachten we na het douchen dat we iedereen toch eens grondig moesten controleren. Geen extra teken bij de dochter, ikzelf was clear, maar de man bleek er eentje te hebben op zijn buik. Zelfde verhaal als bij de kleine: diep weggekropen, afbreken bij een poging met de tekentang en dan wat gepruts maar alles wegkrijgen lukte niet. We haalden onze schouders op en dachten “het zal wel zo erg niet zijn zeker?”
We konden dat ook niet opzoeken, want er was geen GSM-ontvangst daar in ons Alpenbos.

‘s Avonds laat zei de man dat hij er toch niet zo gerust op was. Dat het een vies gevoel is, weten dat er daar nog een teek of een deel ervan zit, onder je huid. En dus deden we nog een poging. Er was bloed, er was gevloek en uiteindelijk was er dus een “efkes flink zijn” van mijnentwege. En een nagelknipper.

(en nog meer bloed, ik geef dat toe)

Iedereen aan de familietafel lachte. En toen zei de familie-huisarts die ook aan onze tafel zat: “Zeg. Zoudt ge toch geen antibioticum nemen? Want de symptomen van Lyme kunnen maanden of jaren later pas verschijnen en dan legt ge vaak niet meer direct de link…”

We stonden er zelf niet echt meer bij stil achteraf. Allez, jawel, af en toe in de weken die volgden.
Elke keer als dochter of man een pijntje hadden, speelde het toch wel door ons hoofd of het geen lyme-symptoom was.
Of die keer dat de dochter 12 uur sliep en vijf uur later al weer liep te klagen dat ze zo moe was. Terwijl ze anders nooit moe is.
We hebben allebei erg meegeleefd ook met het verhaal van Annelies, die na 15 jaar sukkelen Lyme als diagnose kreeg en nu eindelijk aan het herstellen is. Horror.
Het sluimerde dus wat in ons achterhoofd. Ik had ook al gevonden op dokter internet dat er steeds meer Lyme in Noord-Italië is. En als dan ook een echte dokter een bedenking uit…

Doosjes dus, een week lang. En vanaf nu altijd een lange broek en lange mouwen in de bossen.