Aaaah, weekmenuten. U weet dat ondertussen, dat wij al jaren trouwe aanhangers zijn. (Als ik trouwens kijk naar 2010 vs 2017, ben ik precies nogal geëvolueerd: ik durf veel meer, ik maak dingen waar ik vroeger van zou geweend hebben, en ik kook volledig volgens de seizoenen nu, met groenten als basis. Meer avontuur, minder vlees is de juiste samenvatting, geloof ik.)
Het systeem van plannen wisselde al die jaren eens: meestal weekmenu ik in mijn Moleskine, maar ik deed de laatste maanden een poging tot digitalisering. Het werd iets met mijn google agenda dat maar zozo beviel. Toen ons Zsazsa mij dus berichtte dat ze een schone template had gemaakt, was ik daar wel blij mee. En ik zei van ja, natuurlijk, toen ze vroeg “ge gaat toch eens een voorbeeldje maken zodat ik dat in mijn blogpost kan zetten?”.
Maar toen was het vakantie.
En toen was ik op reis.
En toen miste ik de lancering helegans.
Ik kwam terug van Dardennen en er was al een facebookgroep met 2000 leden, dus ik denk eigenlijk niet dat ze mij nog nodig heeft. Allez, voor dit projectje niet, voor andere dingen hebben Zsazsa en ik elkaar wreed nodig, maar daar mag ik niks over zeggen.
Maar ondanks de overbodigheid, alsnog en toch: mijn weekmenu. Maar vooral de methode. Want dat vraagt een beginnende weekmenuter zich voorzekers af: hoe begint ge daar nu aan?
Stap 1.
Ik doe 5:2, nog steeds. Zij-die-met-mij-het-nieuwe-jaar-vierden kunnen bevestigen dat ik daar die nacht verregaande ambities over heb uitgesproken, toen het over goede voornemens ging. Aangezien zij-die-met-mij-het-nieuwe-jaar-vierden de beste maten zijn die een mens zich kan wensen deden zij bovendien unisono “jamaar, om dat te bereiken moet ge toch bijna niks afvallen?” en vervolgens ook oprecht een verbaasde “wat, zo veel? Dat zoudt ge niet zeggen”
Enfin, ze zijn lief, mijn maten, maar 5:2 blijft nog efkes. De vastendagen krijgen daarom een groen cirkeltje op mijn papier en ze hangen af van mijn agenda. En ja, het zijn er drie de komende weken. Ik heb toffe feestdagen gehad, we zullen het daarop houden.
Op hetzelfde moment bepaal ik ook, en ook aan de hand van mijn agenda, mijn “feestdagen”. Lees: uit eten, of wijn drinken, of (meestal) beide. Of het is woensdag en mijn mama maakt dan dingen zoals fricandon met bloemkoolgratin en dat is waarschijnlijk tienduusd calorieën but whatever, feestdag. Feestdagen zijn rood en ik mag er zo twee per week. Van mezelf.
Stap 2
Ik bekijk welke groenten ik heb. We oogsten sinds een paar jaar zelf op een boerderij, ook dat weet u misschien ondertussen. Dat betekent dat meekoken met de seizoenen zowat een tweede natuur is geworden. Bepalen wat we eten gebeurt op basis van de groenten die er zijn, en ik heb in die drie jaar ongelooflijk veel geleerd over koken. Waar ik twee jaar geleden in de winter nog vaak naar de winkel moest om iets extra wegens geen inspiratie met weeral knollen en kolen, is dat nu haast zelden nog nodig. Ik heb wel witloof gekocht, deze week, omdat het onze nog niet klaar is door de kou. Maar dat is voornamelijk uit ongelooflijke goesting in witloof.
Stap 3
Ik bekijk of we pasta, rijst, patatten, couscous of iets anders eten die dag. Ook dat wordt bepaald door mijn agenda: hoe minder tijd, hoe meer kans dat pasta het haalt. Ge moet dat namelijk niet schillen en pasta komt proper uit de verpakking. Grote winner.
Stap 4
Ik puzzel de groenten bij de rest, en gooi hier en daar wat vlees of vis in de mix. Hopla klaar.
Het is een gemak, zo’n weekmenu. Na dat ene planningsmoment niet meer nadenken, vooral. En zo veel mogelijk winkels vermijden. Allemaal goed voor mijn hoofd.
De template om zelf aan de slag te gaan vindt u bij Madame Zelve. En de facebookgroep staat hier. Vergeet evenwel uw patatjes niet.