Het is herfst, en in de herfst raak ik nog sneller ontroerd dan anders. Zoals door dit.
Toen de dochter een minimini was, was ze niet zo makkelijk met babysits. De eerste ervaringen waren – ahum – geen succes. Grootouders, al wat ge wilt, maar zo een jong meisje dat thuis kwam oppassen: dat was van wenen en niet akkoord.
Tot Tekenlynn in ons leven kwam. Tekenlynn heet eigenlijk Lynn, maar omdat ze zo goed kan tekenen en knutselen, is ze bij de kinders algemeen bekend onder haar meer passend pseudoniem.
Ze was eerst de oppas bij Lien, kwam zo bij ons terecht (en later ook bij ongeveer iedereen die we kennen) en het was instant liefde tussen haar en de dochter. Tussen haar en alle kinderen, trouwens.
Als Tekenlynn kwam oppassen, dan wisten we dat we vroeg moesten vertrekken, zodat die twee nog veel tijd hadden samen voor bedtijd. Ze arriveerde altijd met enthousiasme en knutselcadeau’s, ze deed de coolste dingen en ze is tot op vandaag de godin van de dochter. Ze stuurt de grappigste foto’s door terwijl wij uit eten zijn, ze introduceerde fimo en parels en veel later ook snapchat bij het kind. Ze haalde haar op aan school, bleef eten en bleef plakken. Ze werd een vriendin des huizes, en paste zelfs twee zomers op ons huis terwijl wij op reis gingen. Op onze trouwerij nam zij de dochter mee naar huis en bleef hier slapen. Zodat wij konden vieren en de volgende dag uitslapen.
Toen ze afstudeerde en begon te werken werd het babysitten minder frequent. Er kwamen ook andere babysits, maar ze bleef de favoriet. In die mate dat ik op den duur begon met eerst Lynn haar vrije momenten te vragen, en dan dates met de echtgenoot in te plannen. Want prioriteiten.
En toen werd ze zwanger. Oh boy, wat hebben we hier thuis allemaal meegeleefd. U heeft daar geen gedacht van.
Toen ik vorige zomer de babyspullen verpatste en ronddeelde, toen mocht het reisbed niet weg van de dochter. “Want als tekenlynn komt babysitten, dan moet haar kindje kunnen slapen”. Ik kreeg het niet over mijn hart om uit te leggen dat dat misschien wat moeilijker zal zijn.
Een paar weken voor de bevalling hadden die twee nog een date en sindsdien vroeg de pup elke dag: “Is de baby er eigenlijk al?”
Ja dus, ondertussen. June. A lucky girl. De baby van de babysit van mijn baby. Die vanmiddag zei: “later kan ik dan op June babysitten, natuurlijk.”
Dat is dan ook al geregeld, zie.