(Tekening door Randall Casaer)
Deze week geef ik vier keer een parallel-les in een opleidingsonderdeel over mediawijsheid, aan eerstejaars. Het gaat over beeldvorming in de media, over televisiejournaals, over breaking news, over commerciële belangen. Het is allemaal redelijk basic, want een mens kan niet zo diep gaan op anderhalf uur, maar ik probeer wat grote lijnen te schetsen. Mijn doel (*) is heel eenvoudig: dat ze zelf verder te denken. Dat ze niet alles te geloven wat ze zien en horen en lezen. Voorzichtigheid. Dat ze bewuster kijken naar nieuws. Dat ze bedenkingen maken, en weten dat er achterliggende mechanismen zijn die mee bepalen wat wij weten. Dat wat ze weten en hoe ze dat interpreteren, bepaalt hoe ze naar de werkelijkheid kijken.
(*) Als ik met de studenten die ik voor stage begeleid praat, dan zie ik ze soms denken “daar is ze weer met haar doelen”. Omdat ik daarover doorboom. Honderd keer herhaal. Watisjedoel. Watwiljebereiken. Hoekanjeziendatje datdoelbereikt. Ik besef dat ik doorboom. En dat ik in herhaling val. Maar ook dat heeft dus een doel.
De les is opgehangen aan voorbeelden die de studenten kennen. Het medialandschap en de actualiteit is een dankbaar onderwerp, natuurlijk. Reality tv. De verkiezing van Trump. En vooral sinds vorig jaar: de aanslagen in Brussel van 22 maart.
Ik gaf die les gisteren aan een klas, en vandaag stond er ook ene op de planning.
Gisterenavond vloekte ik, zoals wij allemaal, weer eens luid op de wereld. In mijn hoofd werd de parallel-les al helemaal anders. Want Berlijn.
Vandaag in de les hoorde ik mezelf zeggen “ik denk dat het niet onrealistisch is dat er een dergelijke situatie zal voorvallen eens jullie een eigen klas hebben. Dus we gaan het nu even hebben over hoe je kinderen op zo’n moment kan begeleiden.”
Want ik wil dat toekomstige leraren omzichtig zijn. Over breaking news en kinderen. Ik wil dat ze weten hoe ze kunnen filteren en hoe ze veiligheid kunnen bieden als er weer eens een aanslag wordt gepleegd. Een belangrijk doel. Dreiging kaderen.
Ik hoorde het mezelf zeggen en ik dacht tegelijkertijd: verdorie, ik wou dat we het hier niet over moesten hebben.