zot van

De muze en het meisje. (this is not a review)

Wat vind ik dat mooi, als mensen onzeker durven zijn en dat durven uitspreken. Wat vind ik dat mooi, als mensen trots durven zijn, en dat durven uitschreeuwen. Wat vind ik dat heerlijk, als je leest wat iemand schrijft, tweet, op facebook zet, in een bericht stuurt en je voelt dat elk woord een evenwicht zoeken is tussen spontaniteit en zorgvuldigheid. Tussen emotie, bedachtzaamheid en zinnelijkheid. Maar vooral van een onbevreesd omarmen van al die elementen.

Ik lees Katrijn graag, al jaren. Ik hoor haar graag spreken, ik praat graag met haar. Omdat ik vaak om haar moet lachen, omdat ze me nog vaker ontroert. Omdat ik dat dramatische kantje aandoenlijk vind, en dat zoeken naar esthetiek in alledaagsheid boeiend om naar te kijken.

Dat ik genoten heb van De Muze en het meisje, de debuutroman van Katrijn Van Bouwel, was dan ook te voorspellen. Omdat ze zelf, de schrijfster, het meisje, van alle bladzijden afspat: gevoelig en barok, hartstochtelijk en met een voorkeur voor grootsheid en drama.

14681110_10154673363533223_1934689800288310264_o

Ik las de eerste 160 pagina’s in één keer. Nam foto’s van zinnen die ik zorgvuldig opsloeg voor later. En toen was het weekend voorbij en ik deed wat ik enkel doe met boeken waar ik echt van geniet: ik legde het opzij voor de volgende keer dat het onverdeeld mijn aandacht kon krijgen. Dat dat even zou duren, leek zelfs passend: in wachten en verlangen kan soms veel schoonheid zitten.
Meer dan een week later las ik de rest in een warm bad op een koude avond. Na de laatste bladzijde stuurde ik Katrijn een bericht, vertelde haar wat ik het mooist vond. En ik zei dat ik morgen zou schrijven op dit blog.

Ook dat is alweer een paar dagen geleden, maar ik weet zeker dat ook zij het wachten eigenlijk niet zo erg vindt.

Ook lezen?