MAMAMAMAMAMA, NU HEB IK EINDELIJK EEN HUISDIERMUISJE ZOALS NAOMI!
Ik had de voordeur nog niet dichtgedaan na een lange werkdag, en ze riep het mij toe van aan de tafel waar ze met haar vader zat te eten. Bestek werd neergegooid en ik werd meegetroond naar het terras, waar een doos stond met een piepklein muisje erin. En wat toiletpapier als dekentje.
Het kleine muisje had opeens midden op de livingvloer gelegen, en er waren voor zover we konden inschatten twee opties: ofwel hadden we ergens een nest zitten en was het arm beestje daaruit verdwaald.
Ofwel had de inhuizige kater voor het eerst in zijn 12-jarige bestaan zowaar een muis gepakt en die binnengebracht.
Beide verklaringen leken weinig plausibel, eigenlijk: de kater is vreselijk lui en zijn jachtdrang beperkt zich tot hysterisch miauwen naar vogels. Voor de andere optie: we hadden nog nooit ergens signalen gezien van muizen in huis. Hoewel ik dus eerlijk durf toe te geven dat ik de volgende dag mijn bureau heb opgeruimd just-in-case.
Ik trok een vragende wenkbrauw naar mijn echtgenoot en hij haalde zijn schouders op.
De muis bewoog. Een klein beetje. De muis was echt zielig en bijna dood. Dus werd de dochter alvast voorbereid: dat het muisje waarschijnlijk zou sterven, maar dat ze het mocht houden als het bleef leven. Maar dat het dus waarschijnlijk zou sterven. Echt.
We maakten een doosje met stoffeerwatte als nestje. We gaven het muisje wat melk met een pipet. En de dochter bleef kijken kijken kijken. Met moeite kreeg ik haar uiteindelijk in bed, met de belofte dat ik voor het muisje zou zorgen terwijl ze sliep.
Wat ik deed. Allez, neen, ik heb niet actief voor de muis gezorgd want ik zou niet weten hoe dat moet. Maar ik heb dus ook niet actief het beest om zeep geholpen. En ik heb af en toe eens gekeken. Drie uur later bijvoorbeeld, toen ik me genoodzaakt zag om droevig nieuws naar de man te sms’en.
De volgende dag voor school was er een begrafenis. Het was schoon, met een rouwkrans van wilde hop uit den hof.
Edoch. We hebben nog steeds geen nest gevonden, nu twee weken later, dus dat betekent dat het luie monster dat hier op de zetel ligt te ronken in het diepst van zijn gedachten toch een jachtluipaard is. Wel voor mini-muisjes in plaats van antilopes, maar toch. Jachtluipaard.