Zoals ik al kwam te zeggen in deel 2, was het groeifeest van vorige week — het was heerlijk, trouwens, maar ik wacht op de foto’s ::kuch::wouter::kuch voor ik erover schrijf — het eindpunt van een heus aanlooptraject.
Allez, het is niet dat we catechesegewijs wekelijks met onze kinderen over de wonderen van het leven hebben gepraat, maar we probeerden om dat hele feest toch wat fond te geven. Een fundament of betekenis, zo u wil. Maar vooral: het samen toeleven naar. Does that sound hippie? Dat mag! Hippies zijn lieve mensen die veel van elkaar, de wereld en het leven houden. Er zijn erger dingen dan dat.
We planden drie dagen waarop we samen dingen deden. Ik noteer dat hier efkes overzichtelijk, voor mijn eigen archiefdoeleinden voornamelijk. Maar misschien heeft het ooit voor één van u enig nut.
Dag 1 – Prinsessen en een badstadkoningin
Op de eerste dag trokken we naar Oostende met onze geluksvogels. We, dat is de vier meisjes en hun ouders. Voor één keer (en trouwens voor het hele aanlooptraject) bleven broers en zusjes thuis, wegens dat de ouders dan volledige aandacht voor de groeiende kinders konden doen. Voor ons maakt dat niet veel uit, maar in de grotere gezinnen is dat eens leuk.
We namen de trein.