– We moeten vandaag mijn valies maken, mama.
– Het is donderdag, schat. We maken zondag uw valies.
– ZOOOOOOOOONDAAAAG? Dat is toch in het weekend?
– Ja. Zondag is de dag voor maandag.
– Dat mag niet van juf. Juf heeft gezegd dat we _voor_ het weekend aan onze valies moeten beginnen, want dat we anders niet meer naar de winkel kunnen als we nog iets niet hebben en nodig hebben.
– Ik heb het lijstje bekeken. We hebben alles.
– Maar…
– We maken zondag uw valies.
– Maar…
– We gaan daar duidelijk over zijn, kind. In dit huis wordt inpakken gedaan maximum een dag van tevoren. En eerder maken we ons geen zorgen. Dat werkt al tien jaar zo. En dat werkt goed.
– Maar…
– Weet ge wat? We zullen zaterdag alles al een beetje klaarleggen.
Het zou kunnen dat de twee meest onbezorgde reizigers ter wereld een voorzienig kind hebben voortgebracht.
Dat, of ze heeft een eenmalig stresske in verband met haar allereerste bosklas.