Ik eet graag boterhammen, maar alleen als er iets bij is. Gewoon boterhammen, dat is saai en dus hebben wij altijd dingen in de frigo staan die op een bordje bij boterhammen kunnen of bovenop beleg gelegd worden. Meta-beleg, als het ware.
Niks ingewikkeld, want mijn innerlijke Bree Vandecamp mag dan al behoorlijk ontwikkeld zijn, de real life i. heeft natuurlijk gewoon een job en slechts beperkte huishoudelijke kwaliteiten (een keuze, geen gebrek aan talent).
Ik heb het dus over sla-achtigen gelijk postelein, iets van soep, soms wat pesto en haast altijd deze rode bietjes.
Rode bieten, dat zijn namelijk van die groenten die altijd te krijgen zijn op de boerderij. Ik kweek ze zelf niet, maar iets aan de permanente overvloed zegt mij dat het nogal gemakkelijke knollen zijn.
hoogzomer, putje winter, tussenseizoen, hungergap of volle oogsttijd: er zijn altijd altijd altijd rode bietjes. Voor iedereen. And then some.
Ik maak dit recept dan ook al meer dan een jaar ongeveer twee keer per week. De bietjes worden hier gegeten bij boterhammen, gewoon tussendoor, in geval van een hongerke en het eten nog niet klaar, enzovoort enzoverder.
Afgedekt in uw frigo blijft dit ongeveer een week houdbaar, maar hier gaan ze nooit zo lang mee. Ge zoudt dat niet zeggen aan mijn atletisch lichaam, maar ik kan nogal goed eten.
De basis van dit recept is — zoals erg veel dingen die ik klaarmaak — van Dorien, en is — zoals erg veel dingen die ik klaarmaak — in uitgebreide versie te vinden in De Moestuin van Mme ZsaZsa.
Doordat ik het zo vaak maak is het oorspronkelijke recept evenwel wreed versimpeld, ondertussen. U kan dat gemakzucht noemen, maar ik hou het bij efficiëntie. Zo meng ik de ingrediënten niet meer in een aparte kom, maar gewoon op een bakblik (minder afwas!) en snij ik de stukken een pak grover dan vroeger.
Dorien werkt in het originele recept af met geitenkaas, maar ook dat is bij mij weggevallen ondertussen, ook al omdat slaatje minder lang houdbaar is op die manier.
Deze bietjes in combinatie met geitenkaas blijven een goed idee, trouwens. Samen op een boterham: yum. En we hadden een keer onverwacht volk en dan heb ik zo’n kommeke uit de frigo in de blender gekieperd met een pot zachte geitenkaas erbij. Dat was een hele lekkere dip voor stukskes brood.
Anyways. Simpele bietjes uit de oven om altijd in de frigo te hebben voor een onverwacht hongerke. Een recept!
Nodig:
een rode biet (niet van die voorgekookte vacuümtoestanden, een echte!), olijfolie, azijn (balsamico, rodewijn, kies maar iets zacht en kruidig) zout, peper en chilipoeder.
Zo maken:
Schil de ongekookte biet en snij ze in stukken van maximum ongeveer een centimeter dik. Ga vooral niet meten, het maakt echt niet zo veel uit. En het is trouwens lekker als de partjes wat ongelijk zijn: op die manier heb je stukken met meer beet en wat zachtere stukjes na het klaarmaken.
Leg de stukken op een bakplaat.
Bestrooi met chilipoeder, peper en zout naar smaak. Ik doe dat royaal, maar experimenteer vooral zelf.
Besprenkel met olijfolie en eventueel wat (balsamico)azijn. Mijn echtgenoot heeft liever de versie zonder azijn, maar ik maak de bietjes klaar dus ik mag kiezen dus wij eten de versie met.
Meng alles door elkaar en let er daarbij op dat alle bietjes een beetje olijfolie hebben gezien. Schuif in een hete oven (210-220 graden) en wacht tot de bietjes gaar zijn maar niet te gaar. Geroosterd, niet plat. Dat duurt 10 of 15 minuten.
Doe alles uit de bakplaat in een kommetje en zet in de frigo tot het helemaal is afgekoeld.
Hoewel ze ook lekker zijn warm.
Maar dat is dus in deze niet de bedoeling en al.
En recept is en blijft recept, natuurlijk.