Naar aanleiding van.
Een hele tijd geleden ging ik naar een studiedag over Armoede bij kinderen. Ik hoorde Pinxten daar zeggen:
“Kinderen zijn onverdacht. Bij volwassenen kun je eventueel nog vragen stellen bij de oorzaken van armoede, maar kinderen hebben nooit gekozen voor armoede. Ze worden geboren in onze wereld, die draait volgens regels die wij bepaald hebben.”
Sindsdien is dat een mantra geworden in mijn hoofd. Elke overweging wordt daartegen gespiegeld. Elk idee wordt daarop afgetoetst.
Een kind is altijd onverdacht.
Dat ene zinnetje hoort een leidraad te zijn voor alle leraars, voor alle directies, voor iedereen die het beleid maakt, elke minister en iedereen die besluiten neemt die invloed hebben op kinderen.
Of: voor iedereen die ooit iets met kinderen te maken heeft. Voor elke volwassene.
Ik zeg het tegen mijn studenten, ik herhaal het in discussies, ik schrijf het op en ik heb soms zin om het te roepen als ik de krant lees.
Een kind is altijd onverdacht.
Want het is een waarheid. Een feit. Onweerlegbaar. Kinderen kiezen niet voor armoede. Kinderen kiezen eenvoudigweg niet. Ze komen terecht in een situatie en daarmee moeten ze het doen. Een kind maakt geen keuzes waardoor dat kind honger heeft, of kou, of tekort aan honderden omringende zaken die nodig zijn om te groeien en te ontplooien. Voor kinderen worden keuzes gemaakt, en daar moeten kinderen het mee doen.
Het is als samenleving onze verdomde verantwoordelijkheid om voor kinderen te zorgen. Ook op momenten dat ouders dat misschien minder goed kunnen. En is dat erg, dat het sommige ouders misschien op sommige momenten minder goed lukt? Is dat schrijnend? Zeer zeker. Maar onze eerste bekommernis hoort niet te zijn om daarover te oordelen. Onze eerste bekommernis hoort te zijn: hoe kunnen we voor die kinderen zorgen?
Want een kind is altijd onverdacht.