Het zou kunnen dat ik aan de beterhand ben, mensen. Het is dat ik vanmorgen de krant las en me kwaad maakte. Kwaad maken is altijd een goed teken, nietwaar, want het is een teken dat het algehele gevoel van vermoeide apathie begint af te nemen.
“Kleuterjuffen moeten niet zo zeuren” kopte De Standaard. Ik verslikte mij.
Aanleiding was de opmerking van een aantal mensen uit het kleuteronderwijs dat het grote aantal onzindelijke instappers het werk niet gemakkelijk maakt. Hoewel ik geen kleuterjuf ben, denk ik toch met enige kennis terzake te kunnen spreken. In november, bijvoorbeeld, zat ik een hele week bij 0-1Ktjes. Dat is jargon voor een eerste kleuterklas met peuterinstappers. Ik kwam in klasjes met kinderen in verschillende stadia van het zindelijkheidsproces. Sommigen waren al proper. Sommigen net, en met die moet je als leerkracht toch elk uur een keer naar het toilet, anders zijn er accidenten. En er waren pamperdragertjes. Pampers die door de juf verschoond moesten worden.
Ik heb geen enkele juf horen morren. Het hoort erbij, maar ik zie wel hoe dit het werk moeilijker maakt. Als je een kind verschoont, dan zijn er een 20-tal andere kindjes die op dat moment geen aandacht kunnen krijgen. Als er eentje in pampers is, ca va. Dan heb je een viertal keer 5 minuten werk per dag. Als je er vijf hebt, dan is dat al een uur dat aan luiers wordt besteed. En dan praten we niet over ongelukjes, die nooit op 5 minuten afgehandeld zijn. En ook niet over al die andere kindjes die natuurlijk ook hulp nodig hebben bij toiletbezoek. Denk broekjes uit en aan doen, denk billen vegen. Ik versta dat, dat het niet gemakkelijk is als leerkracht, als je merkt dat de verzorgende taken het grote deel van je opdracht worden.
Er was een mama die daarop reageerde op een blog, dat ze het wel geprobeerd heeft, maar dat de dochter niet zindelijk is en wel gestart is, en ze daarover geen schuldgevoel wil opgegoten krijgen. De Standaard publiceerde het stuk, en op zich is daar niks mis mee. Die mama mag natuurlijk vinden wat ze wil, en ik kan haar argumenten volgen.
Wat de Standaard ook deed, is experten aan het woord laten over de kwestie. Dat de kleuterschool ook over verzorgen gaat, niet alleen over leren. En ook die experten hebben gelijk. Want peuters hebben zorg nodig, net als alle kinderen trouwens. Maar wat de Standaard ook deed was in het groot koppen dat “Kleuterjuffen niet moeten zeuren”. Die titel is zo snijdend en zo tekenend voor hoe wij onze leerkrachten zien, dat mijn hart ervan bloedt.
De essentie dan. Mogen kinderen naar school als ze niet zindelijk zijn? Van mij wel. Schoolrijpheid hoeft niet noodzakelijk samen te vallen met zindelijkheid.
Mogen de kleuterleerkrachten opwerpen dat veel onzindelijke kinderen in de klas het werk moeilijk maakt? Van mij wel, zolang dat er geen maatregelen zijn die het voor leerkrachten draaglijk maken.
Want dit zijn de feiten: in crèches en dagverblijven moet er wettelijk een verzorger zijn per zeven tot tien aanwezige kinderen. Anders is het niet haalbaar, dat is algemeen aanvaard.
Een kleuterklas heeft, leert mijn ervaring, meestal tussen de 16 en 25 kleuters. En als een juf aangeeft dat het niet haalbaar is om die te verzorgen én dingen bij te leren, dan moet ze zo niet zeuren.