Year: 2014

projecten

De vijf van de jaren 90 uit mijn hart.

Oeh baby. De jaren 90, dat is dus zonder overdrijven mijn decennium, muzikaal. Toen zij dus haar vijf van de jaren 90 deelde, en ik besloot dat ook te doen, concludeerde ik als snel dat ik er niet zou komen met één lijstje. Daarom begin ik vandaag met de eerste vijf nummers die in mijn hoofd komen als ik denk aan mijn jaren 90. Denk daarbij: de jaren van het jeugdhuis, de chirofuiven, de Krawietel en de lange nachten. Morgen doe ik de beste festivalnummers van de nineties. Woensdag krijgt ge een Belgisch lijstje, donderdag de liedjes die mij doen janken, vrijdag mijn persoonlijke guilty pleasures. Een reeks, zowaar, laat dat sponsorgeld maar komen.

Maar nu eerst: de muziek van mijn hart, toen dat hart nog maar één keer ofzo gebroken was. U zal ook snel opmerken: ik had een onberispelijke muzieksmaak in die tijd, en toen al een voorliefde voor jongens en gitaren.


(more…)

En al

Twintig.

Ik was niet eens meer echt een kind, en ik ben nu precies tien jaar ouder dan hij, toen hij vertrok. Twintig jaar man. Dat is best lang en het betekent ook dat wij ondertussen al een dagske ouder worden.

Maar dat ouder worden betekent gelukkig niet dat ik het allemaal vergeten ben.

Hey! Wait!
I’ve got a new complaint
Forever in debt to your priceless advice

En terwijl ik dit zocht, kreeg ik van youtube ook de New York unplugged nog eens. Kiekenvel, hetzelfde als twintig jaar geleden.

Kurt toch.

En al

En los.

Na een behoorlijk emotionele dag gisteren, met in de hoofdrol onder andere de modetrends van de afgelopen 15 jaar, legde ik gisterenavond de riem af. Ik begon het lenteverlof zoals ik dat deed van mijn 15e tot mijn 30e: in het jeugdhuis van het dorp waar ik opgroeide, met mensen waar ik mee opgroeide. Om half vier gingen we slapen, in het ouderlijk huis, met op zak een uitnodiging voor een kreeftenavond, een vooruitzicht op een etentje, een belofte van asperges en plannen voor een terras van zodra het weer dat toelaat.

Om half tien vanochtend waren wij plots weer twintigers. Er was koffie gezet, er waren boterkoeken gehaald en de tafel was gedekt toen we opstonden. Hartjes voor overnachten bij uw ouders! Het is ook eens iets anders dan na een nacht uitgaan om half acht ‘s morgens voor een wakkere kleuter in de kast staan rommelen op zoek naar cornflakes of craqotten.

Na het ontbijt haalden we het kindje bij de andere grootouders en reden naar huis. Het lief sliep nog wat bij en ik maakte risotto samen met de dochter. We aten buiten, en daarna mocht ik op een dekentje met haar naar de wolken kijken.
Hij werkte, wij wandelden naar de winkel voor fruit en brachten de rest van de middag rond met rommelen in de tuin, watermeloen eten in de zon, ijs van de cremekar en met Shrek. Ik hou van Shrek, en een vierjarige in huis is het perfecte excuus om daar aan toen te geven.

En toen was het avond. Hij werkt, zij slaapt, ik lees de weekendkrant en maak soep. Het smaakt hier precies echt naar verlof.

eten

Mogelijks de lekkerste.

Zal ik u eens iets vertellen over schorseneren? Jaren geleden, toen de onwettelijke en ik nog maar pas samenwoonden, zaten er op een verloren dinsdag schorseneren in het groentenabonnement dat we toen hadden. Ik had die dingen nog nooit aangeraakt, toch niet in ongeklaargemaakte vorm, dus paniek.
Ik nam de boerinnenbond erbij, vloekte wat, had geen dunschiller, vloekte nog meer, en probeerde uiteindelijk een bechamelsaus omdat we dat vroeger zo aten thuis. De bechamel klonterde, we aten frieten van het frietkot die avond en ik had een week bruine handen.
Schorseneren en ik, wij gingen in ruzie uiteen en ik sprak met mezelf af dat ik ze nooit meer zou proberen klaarmaken. Een geruststelling voor iedereen.

Toen kwam de zelfoogstboerderij, zei de boerin “de schorseneren, die staan daar, neem er wat mee” en ik dacht: waarom ook niet, verdorie. Want schorseneren, wij vinden dat allebei ongelooflijk lekker en ondertussen ben ik nu toch al een kleine tien jaar kookervaring verder.

En kijk. Dankzij mijn dunschiller, dankzij mijn vader die mij plastiek handschoenen gaf zodat mijn handen niet vuil worden en dankzij de weergaloze Dorien, die in het boek over de moestuin van Zsazsa een recept heeft opgeschreven voor schorsenerengratin waar wij ons hier thuis compleet misselijk in eten, is het hier sinds kort grote liefde tussen mij en de schorseneren.

(Over dat boek gesproken. Ge moet dat bestellen, want het is echt schoon, en interessant, en het staat vol lekkere recepten. Niemand kan beter groensels met BVs vergelijken dan Kim. Niemand kan beter foto’s nemen waarop knieën op een blote poep lijken dan Els. En er is niemand die mij kan overtuigen om radijzen in spaghetti te gooien, maar Dorien dus wel. Bovendien: ik word _twee_ keer bedankt in het voorwoord, én in tegenstelling tot de vorige keer moet ge niet met zo’n ingewikkelde naaimachine kunnen werken om er iets aan te hebben. Topboek, nu al.)

Ik maakte de laatste tijd dus elke week gratin van schorseneren. Vorige week zeiden ze op de boerderij: “Het zijn de laatste schorseneren. Einde seizoen.” Ik huilde een beetje, en nam nog wat eindeseizoensstengels mee en dacht na over wat ik daarmee zou maken. Er kwam weinig inspiratie, maar vanavond opeens wel en hopla: boenk erop. Mogelijks de lekkerste pasta die ik ooit heb gemaakt. Mijn lief zegt het ook.

De truuk zit hem in het kookvocht van de schorseneren gebruiken voor de saus. Dat kookvocht is namelijk zo lekker dat ik soms overweeg om het in een thermos mee naar school te nemen en te drinken in plaats van koffie. Bij wijze van spreken, natuurlijk. Want geen koffie: stel u voor. Ik ben niet zot.

Maar ik dwaal wel gemakkelijk af, dat is waar. RECEPT!
Het was wat geïmproviseerd, vanavond, met wat ik in huis had, maar dat wil daarom nog niet zeggen dat het geen recept kan worden, nietwaar. Pasta met schorseneer, spinazie en kerstomaat. Alstublieft.

Dit is mogelijk de beste pasta die ik ooit heb gemaakt.

Nodig:
– schorseneren, in mijn geval gekuist het equivalent van een viertal grote
– verse spinazie, ik denk zo’n 200 gram
– een doosje kerstomaten (wat is dat, 250 gram, denk ik?)
– pijnboompitten
– pasta
– een kleine ui
– een klein potje zure room
– peper, zout, olijfolie
– kaas van de rasp

Snij de kerstomaten door, doe ze in een ovenschaal en giet er wat olijfolie op. Kruid met peper en grof zout. Zet ze in de oven op 180°.
Zet water op voor de pasta en kook deze. Na de kooktijd (normaal zit je dan ongeveer achteraan dit recept): afgieten en warmhouden.
Maak de schorseneren schoon en snij ze in stukken. Kook ze in lichtgezouten water, maar gebruik niet te veel water en laat ze niet te lang koken. Beetgaar, niet helemaal zacht. Dat duurt een minuut of vijf tot tien, afhankelijk van hoe dik de schorseneren zijn. Giet ze af, maar vang het kookwater op en laat dit staan (soms zit daar wat zand in, het is belangrijk dat dit bezinkt. Als ge niet op kamp zijt met de jeugdbeweging is zand in uw eten een no-no).

Terwijl de schorseneren koken: snipper een kleine ajuin fijn en pel een teentje of twee look. Rooster ook de pijnboompitten en hou die apart.
In de pan waarin je de pitten hebt geroosterd doe je wat olijfolie, en fruit je de ajuin. Na een paar minuten: schorseneren toevoegen en meebakken. Nog een paar minuten later: look erbij persen en meebakken. Nog even daarna: spinazie erbij. Goed kruiden met peper en zout.

Als de spinazie geslonken is: voeg de tomaten met al het vocht uit de ovenschaal toe. Kieper de zure room erbij en roer. Daarna werk je de saus af tot de gewenste dikte met het kookwater van de schorseneren. De saus mag, vind ik, behoorlijk lopend zijn, maar doe vooral uw goesting.
Meng de pasta en de pijnboompitten door de saus, kruid af met peper en zout en rasp er kaas over.
Klaar!

In totaal is dit ongeveer een half uurtje werk, maar veel hangt af van hoe snel je schorseneren kunt schoonmaken. Als dat traag gaat: doe de schorseneren eens ze schoongemaakt zijn onmiddellijk in water met een scheut azijn, tot je ze gaat koken. Na vijf minuten zijn ze namelijk al verkleurd. Doet niks af van de smaak, maar het ziet er minder mooi uit.

En al

Maart 2014.

-…begon met de langste twee uur van mijn leven.
-…was daardoor ook de maand met de meest slapeloze nachten, ervoor (woelen en wakkerliggen) en de nacht erna (decompressie, woelen en wakkerliggen.
-…bracht de lente en dat maakte mij blij. We aten voor het eerst dit jaar buiten, zelfs. HOE COOL IS DE LENTE NIET, GASTEN?
-…was alweer niet de beste voetbalmaand. Wij bleven dapper op post, maar ik vermoed dat als ik nog meer met mijn ogen rol als de laatste matchen, dat mijn hoofdpijn chronisch zal worden.

We is ready.

-…was de maand waarin ik leerde dat chiropractors niks voor mij zijn. Of misschien dat die 50 euro voor 5 minuten niks voor mij zijn, dat kan ook.
-…vloog voorbij met stagebezoeken, lessen en studiefiches schrijven.
-…was energie. Ik vond ze terug, namelijk. Onderweg liep ik nog een paar oogonstekingen, een buikgriepje en een valling of twee op, maar hey: energie. Nu nog de weerstand.
-…betekende ook pijnloze dagen: de kine werkt, de rugdokter zei dat het allemaal in orde komt.
-…was de maand waarin mijn papa de gang en al onze deuren boven schilderde. Het is zo mooi als het in mijn hoofd was, met dat roze, groen en blauw.
-…bracht een besluit om volgend schooljaar een Groot Plan Dat Al Lang Rijpt uit te voeren. Maar daarover later meer, ongetwijfeld.
-…was de drukste maand sinds lang voor mijn lief. En bijgevolg ook wel een beetje voor mijzelf. Ik leerde weer koken voor anderhalf, en regelen voor twee.
-…was ook: dagen aan zee, middagen op de boerderij, aperitiefkes met buren en veel playdates voor de dochter.
-…was een goeie maand. Ja. Een goeie.