Year: 2014

projecten

Taking procrastination to the next level.

Ik ben een vreselijke uitsteller. Met mijn werk lukt het allemaal nog wel een beetje, daar kan ik het min of meer bolwerken met mijn hoofd, maar dat kost zo veel moeite dat ik meestal geen energie meer heb voor andere dingen die het label moet-gebeuren hebben in mijn hoofd.
Ik ben dat dus, de die met saldo dienstencheques nul na drie herinneringsmails. Ik ben dat, die maandenlang alleen maar vloekt over het falende internet en de haperende digitale tv. En die dus pas maanden later, na uitstel en uitstel en uitstel, telenet belt en achteraf verwonderd is over hoe vlotjes dat eigenlijk gaat, dat overstappen.
Het probleem is: ik heb totaal geen concentratievermogen voor alledaagse verplichtingen. Ik heb te veel prikkels, te veel dingen te doen weten en lezen en dan ben ik afgeleid. Zoiets.

e30a8298ca7bebd7844518042cb02f89

Denk ik. Ik zal er morgen of overmorgen anders eens over nadenken.

Mijn lief en ik vinden elkaar daarin. Of verliezen elkaar in onze rommel, dat zou ook kunnen, als u het vanuit een ander oogpunt bekijkt. Want ik toon u wel een tuinhok, natuurlijk, maar u weet niet dat er al een jaar gewerkt wordt aan dat tuinhok. Sommige mensen zouden daar gek van worden, ik haal mijn schouders op en ooooh kijk een vogeltje.
Het is best, denk ik, dat we allebei zo zijn, want anders zou er één van de twee zich doodergeren en dan zou er een scheiding van komen. Scheiding? Eerst is er een trouw nodig zeg.

En die trouw, daarover gaat het eigenlijk. Gisteren realiseerde ik me dat ik met mezelf had afgesproken dat we alles voor de trouw klaar zouden hebben voor we op reis gingen. Dat is over minder dan een maand, bedacht ik gisteren. En behalve een zaal, een offerte voor een cateraar, een DJ en een vaag plan voor een kleed hebben we ja euhm niks.
Ik was dus paniek, gisteren. Mijn lief was: “Komt goed, we beginnen er morgen aan! Echt!”.

Vandaag deden we wat iedereen met ons karakter zou doen in zo’n situatie. We kochten een notitieboekje en schreven op het eerste blad: trouwplanning. Ik heb het gevoel dat we er bijna zijn.

En al

Van een einde en een begin.

Dit is de laatste week van het schooljaar, en dat is traditioneel nog een laatste beetje drukte, en een constant heen en weer slingeren tussen van het moeilijkste en van het leukste van het leven. Zo zijn er teamvergaderingen, waarin we het jaar afronden en al aan het nieuwe beginnen. Als ik dan om mij heen kijk, dan ben ik dankbaar dat ik daar mag werken. Als ik naar de agenda voor augustus en september kijk, dan knikken mijn knieën, maar ik weet dat ik in de zomer genoeg energie zal krijgen om daar tegen te kunnen.

Er is feedback, waar de moeilijkste gesprekken van het jaar gevoerd moeten worden. Een wankel evenwicht tussen waarheid en waardigheid. Op diezelfde feedback komen mensen langs die eigenlijk niet moeten langskomen, maar die nog even willen praten of nog iets willen zeggen. Ik laaf mij aan die momenten en weet dan zo goed waarom ik dit doe.

Er zijn feestjes ook. Met een zomerjarige in huis zijn de festiviteiten op school deze week: een ontbijt maandag, een viering vandaag. Een tros glunderende kinders, drukte en veel plezier. En op datzelfde feest is er dan ook het afscheid, van de juf die ik dit jaar zo gewaardeerd heb, maar die naar een andere school gaat. De juf die een groep vierjarigen alle planeten leerde, en die ervoor zorgde dat mijn kleine me uitlegt dat mensen ook zoogdieren zijn, en dat we binnenin allerlei verschillende weggetjes hebben: eentje voor het ademen, eentje voor het eten, eentje om kindjes te krijgen, bijvoorbeeld.

Dag topjuf!

En zo sluit ik morgen het zwaarste jaar uit mijn korte carrière af. En wordt volgend jaar anders: ik ga minder werken, ik ben ingeschreven voor een opleiding, en ik heb het vaste voornemen niet te verdrinken.

Maar eerst vakantie. Have a great one, y’all!

Ja!

Mijn man maakt dingen.

“Eigenlijk zouden we een hok in de tuin moeten hebben,” zei hij. “Iets waar de vuilnisbakken inkunnen, en de grasmachine. En waar de fietsen kunnen staan. Dat kan dan meteen ook de schutting zijn”
“Mag ik ook een bak voor groenten?” vroeg ik. En het mocht. Hij een hok, ik een bak. Zij dus ook haar eigen plek, een soort balkon waar huisjes op gebouwd kunnen worden.

kotschets

Hij tekende en schrapte. Er waren meters, schetsen, opnieuw meters. Kleine tuinen zijn moeilijk: een te grote blok is nefast voor het zicht, en elke meter dient gebruikt te worden. Verhoudingen werden aangepast. Hij praatte over lijnen, schetste, schrapte. En begon toen te bouwen, samen met mijn papa. Een schutting, een vloer, een karkas.

Tuinhok, de ruwbouwfase.

Een trap, een balkon.

Tuinhok, we komen in de eindfase.

Ik vulde de bak met potgrond, veldbloemen en courgettes, kweekte bonen met de mooiste bloemen die mochten klimmen.

Moestuinbak.

Ondertussen werkte hij af. Strakke vlakken in kleuren die in ons hele huis terugkomen. Een tekenbord voor het kind, met een poortje voor de kat. Boordjes voor mij, om alle rommeltjes van het tuinieren kwijt te kunnen.

En nu hebben wij dus een hok. Het beste hok ter wereld.

Mijn man is een held! Beste tuinhok ter wereld!

vanboven

vanbinnen

En al

Voor u getest: Colmar.

Ik schreef ooit, lang geleden, dat lunchen het uitgaan is van mensen met kinderen. Ik lunch met vriendinnen of vrienden, of met mijn onwettelijke, op vrije momenten en als het kind op school zit of bij iemand speelt.
Maar wij lunchen veel met haar ook, omdat haar meenemen gewoon leuk is, en omdat het praktisch de meest handige manier is om uit eten te gaan zonder babysitgedoe.
En nu is er dus ook: de meisjeslunch met kinderen.

meisjes1

Normaal gezien is het uitkiezen van een restaurant met het kind eenvoudig: wij nemen haar gewoon mee naar waar wij zin in hebben en houden weinig rekening met voorzieningen voor kleuters.
Maar omdat Colmar mailde of ik de vernieuwde restaurants eens wou uittesten, en de naam alleen al me terugslingerde naar mijn kindertijd en een onbeperkt dessertenbuffet trommelde ik Lien en metekind Sien 90210 op, en reden we autogewijs naar Colmar Sint-Denijs-Westrem.

Colmar richt zich duidelijk op mensen met kinderen: het gaat vooruit (we kwamen aan om 12h, en stonden om 13h30 al buiten, met drie gangen achter de kiezen), en de kinders worden onmiddellijk grondig omkaderd.
Bij het binnenkomen kregen de mini-mensen een kleurplaat met aangepast menu, potloden en een jeton voor een grijpmachine. Er is een filmhoek, en omdat zowat iedereen een paar koters meeheeft, kijkt niemand op van wat lawaai of wat rondlopende kinderen.

meisjes
(more…)

werk

Standaardprocedure.

Elk jaar is hetzelfde. Of elk jaar is twee keer hetzelfde, maar juni is erger dan januari.

Life in june.

Het begint met optimisme. Drukte maar energie. Ik werk dat hier efkes af en hopla.
Examens worden opgesteld, to do lijsten in een razend tempo afgevinkt. Ik begin vol goede moed en met een strakke planning aan het verbeteren.
Verbeteren gebeurt altijd in verloren uren, want er zijn ook stage-evaluaties, vergaderingen, bijeenkomsten, bachelorproeven, verslagen die gemaakt moeten worden, toezichten. De stapel examens groeit, maar altijd komt er iets tussen dat net iets sneller moet. Een deadline, een mail, een vergadering. Ik voel mij zielig wegens geen leven meer buiten werk, maar het lukt allemaal nog wel.

En dan komt De Dag Van De Paniek. Dit jaar was dat donderdag 12 juni.

Op De Dag Van De Paniek klopt de planning niet meer. De stapel is nog groter dan voorzien en opeens heb ik schrik. Ik begin na te denken over wat nog allemaal moet gebeuren en ik zie het niet meer.
Meestal vlieg ik dan eens onterecht uit tegen man en kind om een futiliteit. Waarna hij naar mijn wanhopige verhaal luistert over ik-kom-er-niet en het-is-te-veel en ik-zou-verdomme-gewoon-eens-moeten-kunnen-doorwerken.
Hij praat daarna, een lange monoloog die ik nodig heb om mijn focus terug te vinden. Hij vertelt over hoe ik er altijd wel geraak. Hij neemt dingen uit handen, maakt ruimte. Suggereert waar ik misschien mijn prioriteiten kan leggen en hoe we dit praktisch gaan oplossen.
Wij zijn al lang samen, he knows the drill. Bovendien was er een tijd dat hij hetzelfde had. Leerkrachten hebben allemaal hun eigen persoonlijke Dag Van De Paniek, in juni.

Daarna wordt alles beter. Er zijn een paar meevallers (geen inhaalexamens!) en ik doe dagenlang enkel dit. Mijn stapel examens, mijn vierkleurenstylo, mijn correctiesleutel en liters koffie. De stapels slinken, de eerste punten worden opgeteld.

Om half twaalf op zaterdagavond bevestig ik: ik ga er geraken. Hij glimlacht en antwoordt: ziet wel.