Ik ging vandaag een blogpost schrijven voor #projectblogboek, maar zoals dat hoort in de ongeorganiseerde chaos die ik mijn brein noem, was ik opeens mijn interesse verloren na het lezen van de kranten deze ochtend. Zonde, want ik heb al vijf dagen een foto van mijn ontbijt genomen voor die blogpost. Het zij zo, dit is even belangrijker.
De man vertelde ooit dat ze vroeger in zijnen thuis massa’s komkommers aten. Hij had een nonkel met een komkommerkwekerij, en elk stuk groente dat niet perfect recht was, werd naar de familie versluisd wegens toch niet te verkopen. Want de mensen willen rechte komkommers.
De nonkel van een jeugdvriend kweekte aardbeien. Er zijn na oogst twee soorten aardbeien: de gewone, grote en de kleintjes. De kleintjes zijn goedkoper en worden confituurkes genoemd. Want ze zijn enkel goed om confituur van te maken.
Ik leerde daar op de aardbeienboerderij dat confituurkes eigenlijk meer smaak hebben dan grote aardbeien, maar dat de mensen dat niet willen kopen. Sindsdien eet ik alleen nog kleine aardbeien.
In de winter hebben de fijne mensen van Trafiek hier een soepbedeling, in de buurt. Vrijwilligers halen overschotten bij de Bioplanet, en koken daar soep van. Die wordt op vrijdagavond gratis uitgedeeld op een plein hier in De Brugse Poort.
Vorige winter haalde ik een keer de groenten op bij de winkel op vrijdagochtend, want ik had een auto en ik had toch niks te doen die dag.
Ik had verwacht een krat verlepte sla te krijgen, maar kwam terug met een auto die afgeladen vol zat. Letterlijk tot aan het dak, passagierszetel inclusief. Ik had 100 kilo patatjes mee met hier en daar een scheut. Kratten tomaten die net iets te overrijp waren. Courgettes met een miniscuul deukje. wortels waar het groen wat van verlept was. Want we eten dat groen, natuurlijk. Ik staarde naar de gast van de winkel en zei: “dat meent ge toch niet?”. Hij antwoordde: “de mensen kopen geen patatten waar een scheut aanzit.”
Ik moest aan al die dingen denken, toen ik deze ochtend in de krant las over basilicum die wordt weggegooid omdat de steeltjes te dik zijn. En boontjes die kapot moeten omdat ze te lang zijn om in het doosje te passen. 1/3 van ons voedsel wordt weggegooid om die esthetische redenen. En echt waar: ik krijg daar buikpijn van.
Onze relatie met voedsel is zo pervers dat het haast niet anders kan dan dat de slinger een keer in de andere richting zal gaan. Dat kan toch gewoon niet anders?
Ik denk dat al jaren, en dan kom ik in een supermarkt en zie al die perfect gevormde komkommers en hoe die tegenwoordig blijkbaar ook allemaal individueel verpakt moeten worden in een plastiekje.
Ik ben dan blij dat ik geen groenten meer moet kopen daar, en als ik thuiskom kijk in de frigo naar mijn onvolmaakte wortels. Die zijn namelijk minstens zo lekker en ik kan u bevestigen: een bruin plekske kunt ge gewoon wegsnijden. I kid you not.
Het is daarmee dat ik zo blij ben met de actie van 11.11.11., sorry is niet genoeg, met onder andere het afschaffen van esthetische richtlijnen voor voeding in de eisen.
Want echt, geen enkel weldenkend mens kan goedkeuren dat er elk jaar 1,3 miljard ton voedsel verloren gaat, en dat er ondertussen mensen zijn die honger hebben.
Laat ons daar dus eens over nadenken, lang en hard. En als de vrijwilligers aan de deur komen, straks, koop of geef dan iets. Dit is belangrijk.
(Voor de leerkrachten: er is een educatief pakket en een stappenplan over het thema, zowel voor basis als voor secundair)
(Ook nog: een paar jaar geleden keken wij ooit eens naar Food Inc., een documentaire die mijn leven heeft veranderd. Ik heb het hier al een paar keer gezegd, maar ik blijf het herhalen: neem er eens 90 minuten de tijd voor.)