werk

Leraren.

Zoals eerder al: losse flarden uit 3 studiemiddagen, uit mijn volgekribbeld boekje. Structuur en puntjes!

* Elk probleem was ooit een oplossing.
* De meest effeciënte manier om iets te kelderen is vragen “jamaar, wat is de precieze doelstelling” en als die uitgelegd wordt te luisteren en daarna te vragen, “jamaar, wat is de precieze doelstelling”
* Als er gezegd wordt dat 1/3 van de jonge leerkrachten uit het beroep stapt binnen de vijf jaar, worden daar conclusies in verband met de belasting van de job en waardering aan vastgehangen. Zijn er cijfers over hoeveel andere jonge mensen binnen de vijf jaar naar een ander soort job overstappen?
* We moeten opletten voor inzichten ingegeven door persoonlijke ervaringen.
* Ik moet Thinking, Fast & Slow dringend lezen.
* In onderwijskundig onderzoek wordt vaak teruggegrepen naar kwantitatief onderzoek. Misschien kan er soms interessantere data in kwalitatief onderzoek gevonden worden, misschien kan dat leiden tot beter inzicht.
En met drie uitroeptekens ernaast:
* De leraar als eenzame held. Er is een dominant beeld van de leraar als iemand die in essentie zijn of haar job alleen uitvoert. Een leraar staat alleen voor de klas, en lost problemen alleen op. Dat beeld staat echte onderwijsvernieuwing in de weg, want is het uitgangspunt van beleidsbeslissingen en de onderliggende premisse bij hervormingen. Alle onderwijsuitdagingen worden zo herleid tot uitdagingen van individuele leerkrachten.