Soms moet een goede dag van kleine dingen komen.
Zo’n dag na een onrustige nacht en een kind dat roept een half uur voor de sowieso al veel te vroege wekker moet afgaan. Een hoofd dat eigenlijk niet honderd procent staat op wat verwacht wordt en het gevoel dat ge meer hadt kunnen halen uit wat op het programma stond.
Een intensieve voormiddag, hoofdpijn en dan thuis een mail met een onverwachte afspraak de volgende dag. Een afspraak waar nog behoorlijk wat denkwerk aan vooraf gaat. Hoofdpijn.
Een kind dat doodmoe is na vier dagen school en bijgevolg de oren van uw kop zaagt over details. Op weg van school naar huis (vijfhonderd meter, mensen!) 83 keer “stap nu toch eens een klein beetje door jongske” moeten herhalen. En had ik al hoofdpijn gezegd?
Op zo’n dag moet het van kleine dingen komen.
Een stoel vinden in de kringloopwinkel voor mijn eerste stoffeeropdracht.
Een lief dat zegt: kom, we gaan naar de frietketel.
En de coolste buren ooit, die ook vinden dat we allemaal wel een aperitiefje en een barbecue verdienen na zo’n eerste schoolweek, morgenavond.