Vooruit, dacht ik. Ge schrijft altijd over de verkiezingen, al van zolang deze blog bestaat, dus nu doet ge het ook. Voor later en de archieven.
Dit waren in aanloop wat atypische verkiezingen, hier ten huize. Ik las wat dingen, ik zag het één en ander passeren. Ik vormde een mening, maakte een keuze, en deed dat in relatieve stilte. Het is voor het eerst sinds ik ga stemmen dat het zo liep.
Elke avond keek ik wat er televisie was, en elke avond gooide ik een DVD in de speler, of duwde op het uitknopje en las een boek. Ik lag in bad terwijl er alweer een debat was. In bad is geen televisie, en ik beschermde mezelf tegen ergernis.
Want bij alle goden: wat was deze campagne irritant. Ik zag de partij waar ik jaren voor stemde zichzelf verliezen in de retoriek van partijen waar ik nooit voor zou stemmen. Wijzen. Peuteren in en leuteren over waarom de ander zo fout was. Zelden ging het over eigen programma’s. Over eigen boezem en verwezenlijking.
“Legt uw hand eens op uw hoofd, en kijk wie eronder staat.” Mijn ouders zeiden dat toen ik klein was. Ik heb de afgelopen maanden veel zin gehad om het tegen de wereld te roepen. Ik heb dat niet gedaan. Het zou niets veranderd hebben.
In plaats daarvan heb ik de dochter uitgelegd wat verkiezingen zijn. In plaats daarvan heb ik zondag een rode rok aangetrokken, met een groene gilet. Ik ben op verkiezingsdag de vleesgeworden stemfie, want tradities zijn tradities zijn tradities.
We gingen kiezen in onze wijk, samen met alle mensen van die wijk. Sommige spreken geen Nederlands. Ik vond dat ook zondag weer niet echt een probleem.
Na het stemmen zaten we in het park en was er spaghetti. Kinders speelden, ouders babbelden, ik was content. Er waren mensen die ik graag heb, en die voor mensen zorgen.
In de namiddag aten we taart voor een jongen van een jaar. Er was familie, er was koffie, er waren mensen die ik graag heb. Mensen die voor iedereen rond hen zorgen.
‘s Avonds keken we op de televisie naar wat voorspeld was en uitkwam. Het is zoals als de hele klas van uw kind de windpokken heeft: ge hoopt dat die van u ze niet krijgt, maar ge weet dat het toch gaat gebeuren. Er is geen hopen aan.
We keken tv, ik rolde met mijn ogen en mijn hart bloedde, ook al had iedereen blijkbaar gewonnen. Mijn lief zei: “Ik had gedacht dat ik blijer zou zijn op de dag dat Het Vlaams Belang kapot zou gaan.” Ik knikte en zuchtte.
Later die nacht las ik op facebook een status, en ik besloot dat dan maar te doen.
Huil een beetje, laat een paar dagen uw kop hangen. En dan schouders recht, nooit stoppen met glimlachen, en heel heel goed zorgen voor elkaar. Geen politieke partij ter wereld die u daarvan kan weerhouden.