En al

En los.

Na een behoorlijk emotionele dag gisteren, met in de hoofdrol onder andere de modetrends van de afgelopen 15 jaar, legde ik gisterenavond de riem af. Ik begon het lenteverlof zoals ik dat deed van mijn 15e tot mijn 30e: in het jeugdhuis van het dorp waar ik opgroeide, met mensen waar ik mee opgroeide. Om half vier gingen we slapen, in het ouderlijk huis, met op zak een uitnodiging voor een kreeftenavond, een vooruitzicht op een etentje, een belofte van asperges en plannen voor een terras van zodra het weer dat toelaat.

Om half tien vanochtend waren wij plots weer twintigers. Er was koffie gezet, er waren boterkoeken gehaald en de tafel was gedekt toen we opstonden. Hartjes voor overnachten bij uw ouders! Het is ook eens iets anders dan na een nacht uitgaan om half acht ‘s morgens voor een wakkere kleuter in de kast staan rommelen op zoek naar cornflakes of craqotten.

Na het ontbijt haalden we het kindje bij de andere grootouders en reden naar huis. Het lief sliep nog wat bij en ik maakte risotto samen met de dochter. We aten buiten, en daarna mocht ik op een dekentje met haar naar de wolken kijken.
Hij werkte, wij wandelden naar de winkel voor fruit en brachten de rest van de middag rond met rommelen in de tuin, watermeloen eten in de zon, ijs van de cremekar en met Shrek. Ik hou van Shrek, en een vierjarige in huis is het perfecte excuus om daar aan toen te geven.

En toen was het avond. Hij werkt, zij slaapt, ik lees de weekendkrant en maak soep. Het smaakt hier precies echt naar verlof.