Deze voorbije kerstvakantie was niet wat ik ervan verwacht had, neen. Na een semester vol werkwerkwerkwerk is het minste wat ge kunt zeggen dat ik aan het aftellen was tot de vakantie. Dat was buiten een bacterie gerekend die een paar weken voor de vakantie mijn lijf besloot aan te vallen. En zo voelde ik me voornamelijk mottig, die twee weken vrijaf, en deed met behulp van medicatie vooral mijn uiterste best om ervoor te zorgen dat man en kind nog iets aan de vakantie hadden. Ik sliep lang, elke dag, en deed dan uitstapjes met rust tussendoor.
Ik merkte nog maar eens dat ik de beste man, de beste ouders en de beste vrienden heb die iemand zich kan wensen.
Vandaag is bijna vier weken later. Ik begin aan mijn vierde kuur antibiotica. Ik heb geslapen van 23.30h gisterenavond, tot even voor twaalf deze middag, met een onderbreking voor ontbijt en kindklaarmakerij voor school.
Nog twee weken thuis, zei de dokter zaterdag. Ik kon wel janken, maar begon in de namiddag de examens te organiseren. Ik stuurde mails om me te verontschuldigen voor allerlei vergaderingen en toezichten, en deed wat volgens de huisdokter het belangrijkste is: aanvaarden dat het niet op een weekje over is, en rusten.
Dus mjah. Echt goed gaat het nog steeds niet. Ik hoop deze week beterschap te kunnen melden, en heb het voornemen om elke dag kort te schrijven.