Year: 2013

kinderspam

Nieuw.

Het is wat anders, die onderbouw. Dochter studeerde in juni af als gele Kanarie, en startte het nieuwe schooljaar als Kookaburra (tweede en derde kleuterklas). De lachvogel, is dat, en u kunt zich dat niet voorstellen hoe toepasselijk dat is.

Een nieuwe klas, een nieuwe juf, een nieuwe horde die ze vrolijk nam, in gezelschap van haar posse van vorig jaar. Een kwetterende bende meisjes, een handvol wildebrasjongens erbij. Ze zijn niet meer de grootste van de klas nu, maar opnieuw de kleintjes. Hun mond is er precies niet minder fel van geworden, bedacht ik deze week.
Niet dat het allemaal zo ingrijpend is: oude klas en nieuwe klas liggen naast elkaar. De grote kindjes zijn de grote kindjes van twee jaar geleden. En de kookaburra’s en kanaries zijn in de opvang en over de middag één leefgroep. Ze zegt zelf blij te zijn dat ze nu weer bij een aantal oudere vriendjes in de klas zit.

Eén teleurstelling heeft ze, dat B. niet in haar klas zit. Haar vriend die haar al op haar eerste schooldagen hielp als ze viel of verdriet had. Hij was vorig jaar een lachvogel, maar is twee jaar ouder. Naar het lager ermee, dus, en niet meer samen spelen in de gang. Hem mist ze. Het zijn taferelen van zwaaien naar elkaar aan het raam die mijn hart doen breken.

Voor de rest is het vooral anders in wat ze leert. Mijn god, wat leert ze veel. En snel. Alsof ze elke dag een nieuw liedje kent, iets nieuws kan tekenen, of verder kan tellen. Ze wijst letters aan die niet in haar naam zitten en benoemt ze foutloos. Ze weet meer namen van dino’s dan ik. Vanavond aan tafel legde ze uit hoe olifanten eten met hun slurf en dat er binnenin een olifant ook vanalles zit. Een maag en longen en darmen, voor het eten en voor de lucht.

Kinderen. Vaatjes waar je allerlei weetjes in kan gieten. Love it.

eten

Troost in een kom.

Als er zoveel moet gewerkt worden als de laatste weken, dan denk ik soms: al een geluk dat het herfst is en koud en regen, stel u voor dat ik in die heerlijk lange zomer elke dag van 6.30h tot 23.30h achter een computer moest zitten zwoegen. Want kijk, zo ben ik. Altijd de schone kant dan de zaak zien. De eeuwige optimist, mensen die mij in het echt kennen kunnen getuigen.

Kuch.

Werkelijk een mooi gegeven van de herfst vinden wij hier de terugkeer van de soep. In de zomer maak ik geen soep, dan maak ik slaatjes en pesto en dingenmettomaten. Maar nu mag het weer. Soep is gezellig. Soep is warm. Soep is lekker. Soep is troost in een kom. En iedereen heeft troost nodig in september.

Een paar dagen geleden had ik nog eens pasta met pompoen gemaakt (ze komen uit eigen tuin, nu, jawel) en er was een stuk pompoen over. Gisteren maakte ik iets met bloemkool, voor de kleine en mezelf, en dus was er ook bloemkool over. Dus ik dacht: ik gooi dat samen. Ik zocht wat rond en vond op Njam wat inspiratie. Ik was bijzonder content. Een recept dus, voor u.

(Ook een beetje omdat mijn leven voor de rest momenteel bestaat uit doelstellingen, functionele gehelen, GKWs en indicatoren. En daar heeft u vast minder aan dan aan een recept.)

Herfst! Eindelijk weer soep.

Bloemkoolpompoenvenkelzaadsoep (Goeie naam hé. Ik vind het ook.)
Beginsituatie: een ajuin, een wortel, stuk pompoen (schillen niet nodig), stuk bloemkool, teentje look, bouillonblokske, koffielepel venkelzaad, peper en zout.
Handelingsplan: snij groenten en look in stukken, gooi in pot op vuur met beetje boter, laat even sudderen. Voeg water en bouillonblokske toe en laat een half uur koken. Voeg op het eind venkelzaad toe, mix, en kruid met peper en zout.
Evaluatie: superlekker.

Ja!

Agnes heeft dat vanzeleven niet gekregen.

Ze staan samen in de self-bank. Geen koppel, dat zie je aan de ietwat beleefde manier waarop ze met elkaar omgaan.
Hij is oud, zij nog ouder. Waarschijnlijk buren. Zij staat aan het scherm. Hij kijkt mee over haar schouder en wijst dingen aan. Ze schuifelt wat ongemakkelijk heen en weer.

“Voila. En nu moet ge uw code ingeven, Agnes.”
“Code?”
“Ja, die vier cijferkes.”
“Ik weet van geen code”
“Ge hebt toch een brief gekregen, daar zat een code in.”
“Ik heb vanzeleven geen code gekregen. Er zat een brief bij die kaart, maar daar stond geen code in.”

Hij aarzelt.
“Normaal wel hoor. Hebt ge die brief nog?”
“Banienuk.”

Stilte.

“Ja. Zonder code kunnen we geen geld afhalen, Agnes.”
“Oh. Ah. Goh ja, ik zal morgen wel naar de bank gaan om mijn geld.”

Ik zeg u: dit soort scènes kunnen mijn weekend goedmaken.

En al

Hap.

Ik neem efkes een hap lucht, als het niet geeft. De afgelopen week gaf een redelijk goed beeld van hoe mijn leven er de komende maanden zal gaan uitzien, vrees ik. En ik krijg het vreselijk benauwd als ik denk aan wat nog moet komen. Werk. Werk. Werk. And did I mention: werk?

Het is afschuwelijk druk. Drukker dan ik het ooit heb geweten, en eigenlijk is het nog niet eens begonnen. Ik probeer momenteel zoveel mogelijk te organiseren en mijn hoofd bij de essentie te houden, want paniek heeft nog nooit iemand iets opgeleverd, nietwaar.

Aniehoew. Ik ga daar niet te veel over zagen. Het is zo, we staan ervoor en we moeten erdoor.
Dus daarover ga ik niet zagen. Maar wel over dit:
– Als ze in Gent nog één straat opengooien, dan denk ik dat ik vanaf nu gewoon beter thuis kan blijven.
– Mijn lichaam heeft beslist dat dit het geschikte moment is om een dubbele oorontsteking te kweken. Wat ervoor zorgt dat ik op vergaderingen tien keer meer energie moet stoppen in het gewoon verstaan wat gezegd wordt. En dan heb ik het nog niet begrepen. Tegen het moment dat ik uit al het vage gemompel heb kunnen opmaken waarover het gaat, zit de rest al bij een volgende agendapunt. Productief is dat.
– Het kindje, dat al ongeveer twee jaar elke dag braaf tot half acht slaapt, is nu sinds een dag of vier altijd wakker om half zeven. EN IK HEB DAT EXTRA UUR SLAAP NODIG. Een complex plan met omkoperij en een strenge preek is vanavond opgestart. U mag duimen, morgenochtend. Zo vanaf half zeven.

En met u? Hoe gaat het feitelijk met u?

internet

Arnidol give-away. Want blauwe plekken zijn zo 2012.

Een tijdje geleden ben ik gevallen. Alweer, ja, op dezelfde manier als een paar jaar geleden, met dezelfde pijnlijke voet als gevolg en met een bijzonder soortgelijk spoeddienstbezoek. Insert een mopke over een ezel, een steen en hoge hakken in de speeltuin. Ondertussen is het al beter, behalve dan die nachten dat ik wakker word van de kramp, maar bon.

Ik was dag na de lompe val socialemediagewijs aan het klagen over de pijn. Omdat dat nu eenmaal is waarvoor sociale media zijn uitgevonden: klagen, foto’s van de kindjes en grappige katfilmpjes.
Ons Katrijn gaf me de tip om arnica te smeren. Ze heeft namelijk ooit circusschool gedaan, Katrijn, en is dus ervaringsdeskundige in kneuzingen en andere toestanden. Ik deed wat gegoogle op arnica, las dat het ook valkruid werd genoemd, vond dat grappig maar leerde ondertussen ook dat de werking bewezen was, geen mambo jambo.
Jammer genoeg had ik te veel pijn om uit mijn zetel te komen en naar de apotheek te strompelen voor zalf, maar ik had toch maar mooi van het bestaan van arnica gehoord, nietwaar.

Ik moest daaraan terugdenken, toen ik gisteren een pakket vol Arnidolsticks kreeg. Want dat is tegen de blauwe plekken en kneuzingen, zo leert de verpakking, en er zit ARNICA in. Ik knikte, want aja, logisch. Of hoe tijd verprutsen op het internet bijdraagt tot het vergroten van de algemene kennis. Zietwel.

De stick ligt hier te wachten op de volgende valpartij. Aangezien er sprake is van enige genetische belasting blijft het spannend wie het eerst kan testen: de dochter of ikzelf. (of het lief, die vanmiddag vroeg: “als ge nu een hele grote blauwe plek hebt, en ge schrijft met die stick uw naam erop, zou dat dan lokaal genezen en zou uw naam er dan instaan? Dat zou redelijk cool zijn namelijk.”).

Ik had er nog een paar, en opnieuw omwille van de genetica zit er al eentje in mijn moeder haar sjakosh, en is er eentje naar mijn meme gegaan. Maar dan nog zijn er zijn vijf over. En aangezien ik nu ook niet van plan ben om zo veel te vallen, mag u er gerust eentje hebben.

Gil even hieronder, of op een sociaal medium naar keuze.

Update: ze zijn weg, lieve mensen.
* Lynn krijgt er eentje, want zij was eerst.
* Elly was eerst op facebook en in het Midden-Oosten kunt ge dat niet krijgen.
* Evelien stuurde een indrukwekkende foto van haar blauwe plek
* Lien krijgt er eentje, want mijn Sientje 90210 heeft altijd blauwe plekken en dat kan niet (en hé, ik mag soms eens vriendjespolitiek doen)
* En Jessie krijgt de laatste, wegens snel gereageerd én een dochter met een bloedstollingsziekte.

Al de rest: op de site van kunt u er gewoon zelf eentje aanvragen! Gratis!