Year: 2013

En al

Als het maar niet regent.

Het omdraaien van de knop, dat is het meest vermoeiend. Het ene moment zit je in opperste concentratie een belangrijk gesprek voor te bereiden, tien minuten later sta je voor de klas. Een uur later probeer je elk detail van een vraag in rotvaart te analyseren, en een coherent antwoord te formuleren. Het volgende uur probeer je in een broodjeszaak je hoofd los te laten.
Kort daarna zit je een volgend gesprek voor te bereiden, geef je snel een opdracht aan de klas waarmee je les hebt. Verduidelijk je een paar minuten later dingen die zo dicht bij je hart zitten aan mensen waarvan je denkt dat ze dit horen te weten. En dan hap je even naar adem en geeft twee uur les.

Je haast je naar huis, kust geliefden, bewondert tekeningen en luistert naar verhalen. Even maar. Een kwartier later zit je weer in je auto en kort daarna zit je te wachten op een antwoord.

Je drinkt een glas, toast op een team en haast je dan naar een rodeloper en een filmfestivalopening. Na de film praat je op een receptie, en eet eindelijk iets. Want hapjes zijn ook een avondmaal.

Afgelopen dinsdag is aangekomen als een mokerslag. Geen kleerscheuren, alles gaat goed, maar de druk is even te hoog geweest voor uw dienaar. Woensdag donderdag en vandaag waren heel druk. Geen cooldown, geen recuperatietijd. Iedere vezel van mijn lijf is moe. Elke spier voelt alsof ze moet herstellen van een mentale marathon.

En dus plan ik morgen het enige waarvan ik weet dat het werkt. Ik trek man en kind een winterjas en laarzen aan en rij naar zee. Woor wandelingen, wind in mijn haar, zand op mijn vel, garnaalkroketten en koffie met pannenkoeken.

Op het einde van het weekend kom ik terug. Met een portie verse moed en traiteureten van de Italiaan.

En al

Kerstverhalen en Darwinisme.

Vertel haar anders nog eens het kerstverhaal, en dat van die volkstelling.

Hij grijnsde. De kerstverhaalanekdote wordt elke keer aangehaald als ik iets te ingewikkeld probeer uit te leggen aan het kind. Ok, ik geef toe dat de volkstelling en de moord op pasgeboren jongens misschien ietwat irrelevant als een driejarige vraagt wat kerstmis eigenlijk is, maar ik had mij vastgereden. Probeer het maar eens uit te leggen zonder jezuske is onze verlosser en de zoon van god-in-de-hemel en al. Het was in de auto, en ik zag de ogen van de kleine opeens blanco staren. Ik herkende de blik, want ik doe hem ook als haar vader over fysica vertelt. Diezelfde vader kwam ondertussen niet meer bij van het lachen. Volkstelling hahahahahahaha Sejieus mens.

Hij rakelde het weer op, vorige zondag daar in Planckendael. Nadat zij had gevraagd hoe het kwam dat giraffen een lange hals hebben. Er was even een lichte paniek, want hij is de biologiemens van ons gezin, en hij hield me nauw in de gaten en luisterde aandachtig wat ik zou antwoorden. Mijn hoofd zocht evolutieleer op, en structureerde raprap iets in kleutertaal.
Ik vertelde over haar ogen die blauw waren zoals die van haar papa. En dat dieren ook op hun mama en papa lijken. En dat de giraffen met de langste hals het meeste eten konden verzamelen, lang geleden, en die dus het sterkst waren en veel kindjes kregen. En dat zo, na heel lang, de giraffen met de kortste hals alsmaar zeldzamer waren geworden, en die met de lange alsmaar meer voorkwamen.

Ik was best tevreden over mijn uitleg. Maar toen zag ik haar blanco staren. En hem gniffelen.

Ge hadt ook kunnen zeggen “omdat die wonen waar veel bomen zijn waarbij de blaadjes hoog hangen”. Maar vertel haar anders nog eens het kerstverhaal, en dat van die volkstelling.

En al

World Vegetarian Day.

Vandaag is World Vegetarian Day. Ook wel: kom bij mijn sekte-dag, het is hier gezellig en het eten is goed en gezond. Wij zitten rond onze tafel van duurzaam hout, drinken kruidenthee en wisselen tips uit over hoe ge zelf shampoo moet maken.

Neen serieus. Mensen hebben daar nog te vaak een verkeerd beeld van, van vegetarisch eten. Er is weinig geitenwollensok aan, tenzij dan als dat betekent dat ge bewust kijkt naar wat ge in uw mond steekt. En wij eten wel degelijk nog af en toe vlees en vis. Maar meestal niet. Is dat inconsequent en mag u mij daar scheef om bekijken of desgewenst in luid boegeroep vervallen? Tarara. Ik las ooit bij iemand “De eis tot consequent zijn is de doodsteek van elk goed voornemen.” en sindsdien is dat hier een inhuizig motto geworden.

We hebben onze redenen om weinig vlees te eten: het is gezonder, we voelen ons fitter zonder, het massa-productiegegeven staat ons tegen, het is beter voor de planeet aarde, de beesten verdienen zo’n behandeling niet, om er maar een paar te noemen.

Maar ik ga niet preken. Ik geef u vandaag alleen een paar links. Omdat vandaag misschien een uitstekende dag is om uw blik wat ruimer te maken.

* Kijk eens hoe lekker ons eten eruit ziet
* Trek anderhalf uur uit om naar Food Inc te kijken van Robert Kenner. Het heeft voor ons alles veranderd.
* Bent u in Gent, ga eens een dagschotel proeven bij de fijne mensen van de Walrus.
* Lees het boek van Dorien. Een aanrader, echtig waar.
* Volg wat Dorien u te vertellen heeft, online
* Lees bij Lilith een uitgebreid pleidooi en een weerwoord op uw tegenargumenten.

kinderspam

Het is zover.

Het is zover. De dochter weet dingen die ik niet weet. Een deuk in mijn ego, want het kind is vier en laten we wel wezen: een vierjarige die u aftroeft in weetjeskennis, dat is redelijk triestig.
Ik kreeg gisteren dan ook spontaan visioenen van hoe ik in de Flair zit te bladeren en mijn nagels lak terwijl zij haar doctoraat in de moleculaire biologie verdedigt. Op haar twaalfde.

Het zit zo. We waren in Planckendael en ik had al een paar keer verwonderd gekeken toen ik dingen zei als “Kijk, een goudkopleeuwaapje” (gespiekt op het bordje, maar zwijgt dat) en zij met haar ogen rolde en “Dat weet ik, mama.” repliceerde.
Ik heb mij er trouwens ook al overgezet dat ze al sinds haar tweede verjaardag als ik enthousiast gil: “kijk, een eendje” verveeld antwoordt: “neen, een meerkoet.” Haar vader heeft voor zo’n dingen gestudeerd, en het kind neemt nu eenmaal zaken over tijdens lange natuurwandelingen op zondag. Ik kan daarmee leven. En dat zijn courante dagelijkse dieren.

(Hoewel ik nog steeds vind dat een meerkoet eruit ziet als een eend, maar dit terzijde.)

Op een bepaald moment staan we te kijken naar een paar zonnende katachtige roofdieren, daar in Planckendael. En ik zeg (want ik zie niet direct een bordje) dat ik niet weet of het een jachtluipaard of een jaguar is, dat beest. Waarop zij een blik op de dieren werpt en zegt: “Een jachtluipaard. Een jaguar heeft in de zwarte vlekken ook nog een bruin vlekje, een jachtluipaard heeft gewone zwarte vlekken.”

There you have it. Ik heb het net opgezocht en ze heeft nog gelijk ook. Het kan alleen maar bergaf gaan vanaf nu met mijn kennisautoriteit.


(Toen ze het niet hoorde zei het lief troostend: “dat is vast eens in een aflevering van Dora ofzo geweest.” Ik trek mij daar voorlopig aan op.)

eten

Mijn planning is mijn alles.

Vandaag las ik op de blog van Annelies iets over Smartmat, en ik dacht “hé, er zou een tijd geweest zijn dat ik dat interessant vond om ook eens te proberen.”

Maar dat was voor wij minofmeervegetariërs* werden.
Maar dat was voor we een kind kregen, die ook al eens eten moet krijgen, een paar keer per dag.

Dus is zo’n pakket niet zo’n goed idee. En eigenlijk ook niet echt nodig, want we krijgen dat hier na zoveel jaar huishouden allemaal wel georganiseerd.
Nu denkt u natuurlijk amai zeg, wat een huishoudtalent is dat niet, die i. en valt u bijna flauw van bewondering. Het is niet nodig. Het zijn allemaal truken, dat is al. Poetsen en strijken gebeurt door de engel die we twee keer per week in huis halen, en als de rommel echt uit de hand loopt, dan doet mijn mama al eens een zware opruimactie terwijl ze op de kleine past.

Eten en boodschappen, dat organiseer ik wel zelf. Dat minofmeervegetarisme is daar een zegen gebleken voor de boodschappenlast: ik sleep nu gewoon één keer per week een uitpuilende boodschappenkarreke groenten en fruit naar huis van de beste groentenboer van de stad en doe één keer om de twee of drie weken grote boodschappen met de collect & go. Klaar. Tussendoor moeten we af en toe eens een kleine boodschap doen (wat kaas, alle dagen een brood,…), maar dat is verwaarloosbaar qua tijdsinvestering.

En bovendien is er dus ook de de grootste truuk van allemaal. Het Weekmenu.

Het weekmenu is ondertussen al jaren mijn enige houvast in drukke tijden. Al jaren zorgt het ervoor dat ik zo weinig mogelijk naar de winkel moet en we betrekkelijk weinig brol eten. En al jaren wordt het weekmenu bijgehouden in hetzelfde soort boekske, en al jaren met een systeem van verschillende kleurkes. Zie maar, jaren geleden. En vandaag.

Nog steeds weekmenu.

* minofmeervegetariër, want we eten nog vlees of vis. Eén of twee keer per week ofzo. Als het toevallig zo past, of we er zin in hebben. Het is niet echt uit principe, het is gewoon zo gegroeid. Er was dagenzondervlees, en een zekere bewustwording. Sinds we minder vlees eten, voelen we ons alletwee fitter ‘s avonds, en daardoor ben ik anders beginnen koken. Vroeger bedacht ik eerst welk vlees we zouden eten en wat ik daar dan mee te maken. Nu kies ik de groenten of koolhydraten en vertrek daaruit. Het is anders, maar ondertussen even evident.