Er gaat zo’n gedoe rond, al een tijdje. Ik had het al eens gekregen, maar toen dacht ik “ja, als ik eens tijd heb anders.” En tegen dat ik tijd had was ik vergeten van wie ik het had gekregen en dus liet ik het maar zo en keek een aflevering Homeland in de plaats.
Maar! Nu kreeg ik het toch wel weer zekers, en wel van zij-die-met-grote-honden-in-deelgemeenten-van-deinze-wandelt: de beroemde en door werkgevers eeuwig ondergewaardeerde Simberly Lonia. Omdat ik niet kan weigeren aan de dame die ervoor gezorgd heeft dat ik De Post voor altijd zal uitspreken als De Poooooowst: een kettingblogpooowst vol moeilijke vragen die opgesteld zijn voor het stimuleren van filosofische contemplatie; zo lijkt het wel.
Spijtig genoeg heb ik net acht uur in kleuterklassen doorgebracht, thema Sinterklaas, dus het contemplatieve resultaat gaat sowieso een teleurstelling zijn voor ons allemaal. Dat u het weet van tevoren.
Hoe ben je er achter gekomen dat je schrijftalent bezit?
Wacht, ik doe zoals _iedereen_ die dit al heeft beantwoord en zeg: Goh, ik kan helemaal niet goed schrijven en dan gooi ik er een hele uitleg achteraan.
Of neen. Wacht. Ik zeg het eerlijk.
Ik heb altijd al geschreven, van zodra ik een stylo kon vasthouden. Als kind, als puber, als volwassene. In schriftjes, in dagboeken, in brieven, in word-documenten en op deze blog. Opstellen maken was mijn ding, geef mij een open verhandelingsvraag op een examen en ik ben erdoor. Dus ja: ik weet dat ik niet zoveel moeite heb met schrijven, en dat ik zinnen kan verwoorden zonder dat ik daarover hard moet nadenken. Ik steek het eerder op training dan op talent evenwel.
Verder maak ik mij ook weinig illusies over eventuele professionele ambities. Ik herlees nooit blogposts, schrijf elke post in één keer en druk dan op publish. Op dat moment ben ik al niet meer heel erg geïnteresseerd in wat ik heb geschreven. En dat zorgt er denk ik voor dat ik waarschijnlijk nooit een schrijver zal worden: ik ben te lui, ik ben te vluchtig en ik verveel mij te snel. Misschien dat het nog verandert, later als ik groot ben, maar ik vrees ervoor
Als je schrijversinspiratie een stad zou zijn, welke was het dan? En waarom?
Ik zag lang geleden Henry Rollins een heerlijk spokenword-stuk doen over absurde vragen tijdens interviews. Zoals “Als je een kleurpotlood was, welke kleur zou je dan zijn? En waarom.”. Ik moest daar vreselijk hard om lachen en sindsdien antwoord ik op alle absurde vragen ofwel Ivo Van Damme, ofwel blauw.
Dus. Blauw, denk ik. Omdat Ivo Van Damme het zo zou gewild hebben.
Wat heb je nodig om goed te kunnen schrijven?
Weinig. Ik heb een lichte voorkeur voor mijn computer, maar ik schrijf bijna even graag op papier, in mijn boekske, met eender welke stylo. Ik heb geen stilte nodig, geen speciale plaats en geen bepaald moment van de dag.
Ik ga er even vanuit dat je trots bent op je schrijftalent. Waar blijkt dat uit?
Ik zou geen blog hebben als ik niet een beetje trots was, denk ik. Dan zou ik in een tekstdocument schrijven en dat met een paswoord op de harde schijf van mijn computer zetten. Mensen die schrijven op het internet hebben, denk ik, sowieso wel het idee dat ze iets te vertellen hebben wat andere mensen willen lezen. Ik ben daar niet anders in. Maar hoeveel mensen en wanneer: dat houdt mij niet zo bezig.
Als je bevestiging zoekt voor je blogs, waar vind je die dan?
Ik heb niet zo veel bevestiging nodig, dus ik zoek het niet zelf op, al vind ik commentaren natuurlijk fijn.
Ik ben verder altijd heel blij als mijn lief iets heeft gelezen en mij een compliment geeft. Hij leest niet alles hier, namelijk, en ik vind het altijd leuk als hij het wel doet.
Verder: als iemand die ik zelf graag lees zegt dat ik iets schoons heb geschreven, dan blink ik gelijk een vers gecireerde parket. Marie en Zezunja, bijvoorbeeld, en Kruimels. En Lilith en Tante.
Favoriete blogs, om dit stokje aan door te geven?
Zie vorige vraag. Hup hup, dames!