We hebben onze hof, mensen. Helemaal getekend en officieel. Meneer de tuinaanlegger heeft gisteren en vandaag al superveel werk verzet: er werd een oude (niet meer gebruikte) (wel leeggespoelde) beerput dichtgegooid, zavel werd afgegraven, terras werd uitgebroken, goeie grond en stabilizé werden aangevoerd en opengelegd. En een immens netwerk van afwatering (regen, wasmachine, dakgoot) en verluchting (kelder) werd vernieuwd. Om 16h vanavond zwaaide S. Goed weekend en begon ik te hopen op zon, zodat alles goed uitdroogt en er volgende week een terras kan gelegd worden. Blij man, blij, ik moet u dat niet zeggen.
Om 17.30h droeg ik een bak vol overbodig keukengerief de keldertrap af (kelder= uitgesteld containerpark. ge kent het principe ongetwijfeld) en stapte beneden met mijn teenslipper in een diepe plas. Water. Veel.
Nu is er in onze kelder sowieso een kleine issue met grondwater als het veel regent, en een paar kleine plasjes. Er is het incident geweest met iemand (misschien ik, maar ik zal dat publieklijk steeds ontkennen) die in een overijverige bui de kelder stofvrij ging maken met een staalborstel en daarbij _misschien_ een deel van de maak-uw-kelder-waterdicht-coating heeft mee afgeschuurd. Kan iedereen overkomen. (Net als die krassen op de koepel. Wist ik veel dat ge die niet met een schuurspons moogt propermaken alsof gij dat wist, dat plexiglas krast stop met mij verwijten te maken.)
Enfin. De kelder is niet droogdroog. Bygones. Mijn lief gaat dat oplossen, de komende maanden.
Maar ge hebt niet droogdroog en ge hebt vijf centimeter water en modderslijk. Geloof mij: dat is een wereld van verschil. Het is best spannend, want ik heb net 13 emmers vuil water geschept en naar boven gezeuld, en nu wacht ik af of er morgen weer water is.
Als het over is, dan ga ik het gebeuren negeren. Als het terugkomt, dan moeten er oorzaken gezocht worden. Maar waarschijnlijk is het water van de lege beerput (toch rap zo’n 1000l) een stuk langs de kelder weggelopen doen die werd gedempt. Dat is de huidige gok, ge moogt duimen dat het dat was.
Dat soort toestanden zijn de leuke onverwachte extra’s die bij verbouwingen horen. Iedereen met een oud huis knikt nu grijnzend en denkt aan pakweg die keer dat een steunbalk rot bleek te zijn, er vocht in de muren zat of de vorige eigenaar zijn steenpuin in de tuin had begraven.
Iedereen met een nieuwbouw: kom binnen 30 jaar eens terug, dan praten we keer.
Maar de echte verrassing van vandaag is dat ik op geen enkel moment ook maar een spatje stress heb ervaren. Ik heb de powertools omhoog gezet zodat ze niet nat kunnen worden en heb vervolgens een boterhammetje gegeten met mijn kleine. Dan eens gebeld naar het lief (“hoe lang geleden zijt gij in de kelder geweest? Ah dan zal het van de werken zijn hé”), een telefoontje naar mijn ouders (“De kelder is nat. Ja jom, dat was verschieten.”) en naar de tuinaanlegger (“gewoon efkes luisteren of er geen buis kapot is gegaan ofzo. Neenneen, ik ben niet in paniek hoor, dat geraakt wel opgelost.”). Toen de dochter in haar bed zat het hozen gestart, met rubberlaarzen aan. En nu een douche en morgen een nieuwe dag.
Verbouwingszen. Na zes jaar heb ik het eindelijk te pakken.