Vrees niet, jonge mensen. Ik weet dat jullie het stuk van Sofie hebben gelezen, op haar blog, of op de Knack of op de media die het daarna nog hebben overgenomen. Ze heeft gelijk, natuurlijk, zoals haar leven nu in elkaar zit, en ik ken de situatie bij hen behoorlijk goed zelfs. We hebben daar al wel eens over gepraat, zij en ik, en ik ken haar bezorgdheden. De keuzes die jonge mensen moeten maken zijn ook niet van de poes, en kiezen is per definitie delen in deze.
Maar ik wil toch efkes schrijven. Niet om oneer te doen aan haar verhaal, want er zijn veel mensen die hiermee worstelen, maar om ook te tonen dat het iets is waar ge uiteindelijk in groeit. Ge maakt keuzes, zoekt evenwicht en uiteindelijk vindt ge dat. Want kiezen, en dus delen, is niet per definitie verliezen. Integendeel.
Ik schrijf dit ook omdat het niet zo erg is als alles niet perfect loopt zoals ge het in uw hoofd hadt op uw twintigste. Of op uw dertigste. En omdat ik wat droevig word van jonge mensen die door ons aller angsten over de keuzes en problemen die een gezin meebrengt zeggen dat ze niet weten of ze nog wel kindjes willen. Want dat het niet te doen is, als ge het zo leest.
Vreest niet, jonge mensen. Want volwassen zijn, en een kindje hebben, dat brengt natuurlijk bepaalde uitdagingen mee. Maar het is vooral ook leuk, en schoon en het gezinsleven is ook zo zwaar als ge het zelf maakt.
Als ge denkt dat ge er klaar voor zijt: sluit uw ogen en spring, doe uw best, maar voel u niet schuldig of slecht als het niet allemaal lukt.
Morgen is er weer een dag, en dat kan een leutige zijn of een mindere. En daarna komt er nog eentje. En dan weer.
Het heeft bij mij jaren geduurd voor ik zover was, maar echt: niet te veel eisen van uzelf, dat is de beste beslissing die ge kunt nemen. En het besef dat schuldgevoel alleen lastig is voor uzelf, en iedereen waarvoor ge schuldgevoelens hebt daar absoluut niks aan heeft.
Maar u bent natuurlijk op zoek naar praktische tips over hoe u ook zo’n vrolijk, monter en onbezorgd gezinsleven kunt hebben. Ik versta dat, dus daarmee dat ik schrijf.
1. Een vrolijk, monter en onbezorgd gezinsleven bestaat niet.
Er bestaat een relatief rustig en kabbelend gezinsleven met mensen die al eens kunnen lachen en waarbij de dramamomenten overbrugd kunnen worden. Als u dat heeft, dan bent u de eerste van de klas. Echt, het wordt niet beter dan dat. En dat is niet erg, want ge wordt daar heel gelukkig van.
2. Werkliefde beats Locatie beats Tijd beats Geld.
Ik doe mijn job doodgraag en ga zelden tegen mijn zin werken. Dat komt deels en ook omdat ik werk waar ik woon. Eens ge een gezin hebt is tijd wat ge het meeste tekort hebt. In Gent werken is daarom de belangrijkste beslissing die ik ooit heb genomen, om het leven leefbaar te houden.
Als mijn droomjob in Brussel was, dan zou ik in Brussel wonen. Op lange lesdagen begin ik om 8.15h met mijn eerste les, en eindigt de laatste om 17.45h. Als ik daar twee keer een extra uur verplaatsing bij zou nemen, dan heb ik geen leven meer. Ik verdien een pak minder dan in mijn vorige job, maar dat stoort mij niet. Of nauwelijks. Tijd is belangrijker dan geld, voor mij.
3. Steun en uitbesteding zijn geen schande.
Wij hebben het geluk om aan beide kanten op de grootouders te kunnen steunen, zeer hard. Mijn ouders vullen met de glimlach elk gat in onze agenda op, mijn schoonouders springen in als mijn ouders niet kunnen. We profiteren daar niet van, en ik ben ervan overtuigd dat ze dat voelen. Ik vraag zelden om op de kleine te passen voor zaken die niet werkgerelateerd zijn, omdat ik gewoon niet zoveel niet-werkgerelateerde dingen doe. Daarover later meer.
Ik voel mij daar niet schuldig over, omdat het win-win-win is: wij kunnen met een gerust hart en volle focus ons werk doen, de kleine wordt fantastisch gesoigneerd, én de grootouders zijn zot van het kind en hebben haar graag bij zich. Win-win-win.
Verder doen wij niet graag van huishouden, dus hebben wij twee keer per week een poetshulp, die ook strijkt en de ruimte heeft om dingen te doen die ik vervelend vind, zoals bedden verschonen. Ik zie mensen soms met hun ogen rollen als ik dat zeg, maar ik schaam mij daar niet over. Er was een tijd dat ik geen poetshulp had — Lang geleden. De eerste zes maanden dat ik alleen woonde, denk ik. Ik was de allereerste in mijn hele vriendenkring die iemand betaalde om dingen te doen die ik liever niet zelf doe. En daar is dus niks verkeerd mee, ik vond dat al heel snel de investering meer dan waard. Want dat kost wat geld, maar opnieuw: zie verder.
Eerst kwam de hulp eens om de 14 dagen. Toen kreeg ik een kind en kwam ze wekelijks. En toen ging het lief nog meer werken, werd ik vervelend omdat ik meer moest huishouden en sindsdien komt ze twee keer per week. Soms kijken mensen dan wat raar, en pakweg vijf jaar geleden zou ik het gevoel gehad hebben dat ik faalde in mijn huishoudcapaciteiten, maar daar doe ik niet meer aan mee.
Net zoals ik mij ook niet meer schuldig voel als mijn mama mijn huis opruimt of een strijk doet (al zal ik het nog steeds zelden zelf vragen om zoiets te doen). Net zoals ik het absoluut niet erg vind als mijn papa mijn huis helpt verbouwen. Of mijn schoonmama mijn terras heeft geschuurd terwijl ze oppast. Geen schuldgevoel, ik geniet gewoon en zeg: danku, dat is heel lief dat ge dat doet, en ik heb dat graag. Ik meen dat ook oprecht. En neen, dat is niet profiteren. Ouders helpen hun kinderen graag, en ik zou hetzelfde doen voor mijn kinderen. En als onze ouders hulp nodig hebben, dan zijn wij er ook, altijd.
4. Kies (of ook: alle zie-verders hierboven)
Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik niks heb opgegeven voor mijn kleine en Het Gezin. In mijn geval: ik ga bijna niet meer uit, ik koop bijna niks meer en ik heb geen hobby’s buitenshuis. Ik ga om de twee weken naar het voetbal, met mijn papa, maar voor de rest blijf ik thuis, voornamelijk. Op weekendavonden, en heel vaak in de week ook, is mijn lief uit werken, en dan werk ik thuis. Ik steek het kind in bed, en ik bereid mijn lessen voor, lees papers, corrigeer en doe ander schoolwerk tot elf of twaalf uur. En dan ga ik slapen. Ik kijk nauwelijks TV, lees geen boeken meer en sport niet. Dat lukt niet meer, en ik vind dat een kleine opoffering voor wat in de plaats komt: tijd overdag om met de belangrijke dingen bezig te zijn. De kleine, mijn lief, mijn familie en vrienden.
Er zijn ook zaken waarvoor ik standaard pas, tenzij het echt vlotjes uitkomt zonder geregel. Zo doe ik geen nieuwjaarsrecepties, geen werketentjes voor pensioenen, geen avondvergaderingen, geen extra-curriculumdingen met de collega’s. Hoe gezellig dat soms ook kan zijn, ik doe dat gewoon net niet graag genoeg om daar zaken voor te regelen. Weekendjes weg met vriendinnen, zijn nog zo’n voorbeeld, zij het dat ik dat wel veel liever doe dan werkdingen. Ik geniet daar enorm van als het eens lukt, maar meestal ben ik al moe als ik denk aan al het geregel alleen al. Babysit, mijn werkritme dat verstoord is, achteraf werk inhalen, te weinig slaap en daardoor een week moe. Als het dus past: zeer graag. Maar ik wring mij niet in 1000 bochten. Want dat moet niet meer van mezelf.
Dat van nauwelijks nog iets kopen heeft in sé niks met gierigheid te maken. Ik had gewoon op een bepaald moment genoeg, een beetje zoals bij haar (zie dit artikel). Gewonnen: tijd, een gerust gemoed, geld. Om drie uur extra poetshulp per week te betalen, bijvoorbeeld. MWOEHA!